Ik heb mijn keten thuisgelaten. In het programma voor hedenochtend staat dat de burgemeester van de stad Amsterdam u, na de minister van WVC, welkom zal heten, maar het was een vlucht vooruit. Veel belangrijker dan dat, vandaag zeker, maar eigenlijk altijd, is dat ik een der uwen ben, een ondergedoken kind. Daarom is mij gevraagd voorzitter te worden van het Comité van aanbeveling. Daarom is mij gevraagd hier vanmorgen iets tot u te zeggen. Iets persoonlijks, iets over mijzelf, als ondergedoken kind.