Dilemma's bij de psychiatrische diagnostiek van oorlogsgetroffenen

Het probleem van de psychiatrische beoordeling van oorlogsslachtoffers met het diagnostisch aspekt van de causaliteit en het taxatieaspekt van de invaliditeit wordt met name zichtbaar in de bedrijvigheid rond de aanvraag om een uitkering. De desiderata bij zo'n beoordeling voltrekken zich in een heel ander klimaat dan de hulpverlening. De keuze en verantwoording van wat we doen laten in beide situaties belangrijke verschillen zien, die rechtstreeks te maken hebben met het onderwerp dat ik in deze voordracht aan de orde wil stellen.

De zonde der onverschilligheid

Kort na het verschijnen van mijn boekje: Strepen aan de hemel in mei 1985 ontving ik een brief van een oud-studiegenote die er behoefte aan had, meer dan veertig jaar na dato, haar plaatsvervangende schuldgevoel te delgen. Haar ouders woonden in de jaren 40-45 langs de spoorweg waarover elke dinsdagochtend duizend joden in veewagens naar het Oosten werden vervoerd. Zij wisten niet zeker wat de bestemming was hoewel de geruchten geleidelijk hun vaagheid verloren en tot bijna-zekerheden kristalliseerden.

Weg van teruggeweest

Motto: "zij die zich het verleden niet herinneren, zijn gedoemd dit opnieuw te beleven" (Santayana).

Vooraf:

Kind van na de oorlog

 

 

In 1953 ben ik geboren in een gezin dat reeds bestond uit moeder, vader, een zoon, een dochter en nog een zoon.

De aktie: 'Jongeren werken mee'

Toen ik werd gevraagd namens onze vereniging een bijdrage aan deze dag te geven, heb ik me even afgevraagd of ik daaraan wel voldoende inhoud kon leveren en of dat waarmee wij bezig zijn wel de aandacht verdient. Bij nader inzien was ik toch wel verheugd dat ik die kans nu krijg, omdat ik naar mijn indruk hier een enigszins blijde boodschap kan overbrengen. Misschien werkt daaraan mee, dat ik van nature een optimist ben, wat me destijds ook heeft geholpen mijn levensdrang te bewaren en het kamp door te komen.

Angst in de therapeutische relatie

De cliënten.  Ik werk bij Centrum '45, een instituut voor medische en psychologische begeleiding van oorlogs- en verzetsslachtoffers. De mensen, die ik daar ontmoet komen - vaak in uiterste nood - hulp zoeken voor problemen, die in verband lijken te staan met hun oorlogsverleden, ruim 30 jaar terug.

Kanttekeningen bij het vrijwilligerswerk voor oorlogsgetroffenen

Wanneer wij ons opnieuw willen verdiepen in de praktische mogelijkheden van het vrijwilligerswerk voör oorlogsgetroffenen dan stuiten wij op vragen die ook bij vorige gelegenheden zijn gerezen. Het zijn vragen als:

-    Kunnen we in eigen kring de open plaatsen opvullen die ontstaan doordat oudere vrijwilligers zich langzamerhand gaan terugtrekken? Die oudere vrijwilligers zijn vaak juist degenen die als lotgenoten zo'n bijzondere rol vervullen.

Post-traumatic stress in de tweede generatie; de kinderen van overlevenden van de holocaust

Onder bovenstaande titel hield Erika Fromm op 11 november 1986 een lezing in de Vrije universiteit van Amsterdam. Voorafgaand aan haar lezing maakte zij enkele opmerkingen van persoonlijke aard.

Het verhaal van een ’’kampmeisje”

In de gespreksgroep kregen wij allen de gelegenheid om ons eigen verhaal te vertellen. Een "lk-verhaal". Op verzoek van één van de gespreksleiders heb ik mijn levensverhaal opgeschreven - zo beknopt mogelijk. om het bruikbaar te maken voor publikatie. Verschillende leden van mijn kring waren namelijk erg aangedaan door mijn relaas; sommigen waren zelfs in tranen. Ik was daar nogal onthutst van. Toen mijn emoties wat wegebden -eerlijk over jezelf praten is erg eng - begreep ik dat men in mijn lotgevallen en gevoelens veel had herkend.

’’Indisch Kampkind”; een eigen gezicht?

Contouren Onder de 300.000 mensen die in verschillende golven uit het voormalig Nederlands-lndië naar Nederland kwamen, hadden ca. 60.000 de laren  45 als   kind in interneringskampen doorgebracht.

Pagina's