Leven in een niet-bestaan. Beleving en betekenis van de joodse onderduik: een onderzoek naar de geschiedenis van acht joodse vrouwen die tussen 1942 en 1945 in Nederland ondergedoken waren

Oktober 1976. Ik rijd met mijn moeder in haar rode ‘eendje’ door de polder naar Dirkshorn, een klein plaatsje in de kop van Noord-Holland. Het doel van onze reis is de begrafenis van tante Cor, de voormalige pleegmoeder van mijn moeder. Het regent en het waait flink. Misschien verbeeld ik het me maar in mijn herinnering regent het en waait het altijd als wij ons richting Dirkshorn begeven. Hoe het ook zij, mijn moeder is een ervaren ‘eendenrijdster’ en lijkt goed bestand te zijn tegen deze turbulente rit. We maken grapjes, lachen en doen ons best onze nervositeit te onderdrukken.

Durf en woede: een gesprek met Leonard Frank

Leonard Frank heeft onlangs ‘Een leeg huis’ van Marga Minco bij Theater van het Oosten geregisseerd. In dit stuk wordt zichtbaar en voelbaar hoe het oorlogsverleden zijn onontkoombare stempel drukt op het leven van twee joodse vrouwen die terugkeren uit de onderduik. Beiden proberen in die chaotische periode na de bevrijding - de jaren van ontgoocheling - te overleven en een nieuw bestaan op te bouwen. De een lukt dat wel, de ander niet.

Verborgen kinderen

Ondergedoken kinderen zijn een geval apart. Het is de generatie van mensen die er niet had mogen wezen en in zekere zin nog niet mag zijn. De wereld kent meer oorlogen dan haar lief is, maar voor mijn generatie, met mijn afkomst en geboren in het hoekje van de wereld dat Nederland heet, is het volstrekt duidelijk wat bedoeld wordt met ‘de oorlog’. De Oorlog namelijk. Ook al zijn er volgens Kende, Gantzel en Fabig1 sinds De Oorlog er tot 1982 alweer 93 geweest tussen twee of meer staten en 76 binnen één staat.

Uit het dagboek van een onderduiker

De heer Silber (1922) heeft in zijn onderduikperiode een dagboek bijgehouden. Rond 1980 is door de heer D. Groenewegen een uittreksel getikt van een eerder vervaardigd transcript van dat dagboek. Voor zover wij weten, blijft het uittreksel zeer dicht bij de tekst van het dagboek.

Wie ben ik?

Ik ben een passieve hoofdrolspeler in mijn eigen verhaal. Te jong om te handelen. Te jong om zelf beslissingen te nemen. Te jong om ook maar iets te begrijpen van wat de jodenvervolging betekende. Mijn verhaal is niet uniek, het gaat niet over kampen, ontberingen en martelingen, maar over overleving en de nasleep in een onvolledig, gedecimeerd gezin in naoorlogs Nederland. In 1939 ben ik geboren, een jaar voor de oorlog. Ons gezin bestond uit vader, moeder en mijn zusje Mirjam, drie jaar ouder dan ik. Wij kwamen beiden, met drie jaar verschil, op 25 mei, moeders verjaardag, ter wereld.

Achtergronden bij Moluks verzet in de Tweede Wereldoorlog

Dit artikel is, met een enkele kleine wijziging, overgenomen uit een publikatie van het Moluks Historisch Museum, getiteld Moluks verzet WO II. De rol van Molukkers in het verzet in de Tweede Wereldoorlog, Utrecht 1992.

De publikatie is verschenen ter gelegenheid van een tentoonstelling over dit onderwerp. Deze tentoonstelling is nog te zien tot en met 31 mei in het Moluks Historisch Museum, Kruisstraat 313 in Utrecht.

Dakloze herinneringen

‘Bewerking van lezing gehouden op 12 maart 1992 voor vrijwilligersorganisaties **Frans Lopulalan is schrijver van het boek ‘Onder de sneeuw een Indisch graf.

Herdenk ik de oorlog, die zich lang voor mijn geboorte afspeelde, dan herdenk ik de wonden die de oorlog in de ziel van mijn moeder heeft geslagen.

Rapport inzake medische verzorging en werkomstandigheden in het Fukuoka Allied P.W. Camp nr. 7

Dit rapport bedoelt een chronologisch overzicht te geven van de omstandigheden t.a.v. werk en medische behandeling in ons kamp en van de maatregelen, genomen om in de bestaande toestanden verbetering te brengen.

Als tolk van genoemd kamp, ben ik van het begin tot het einde - 20 Mei 1943 tot 15 Augustus 1945 - bij elk ziekenrapport en elk uitgaan van een werkgroep aanwezig geweest. Dit rapport steunt dan ook op de ervaringen, door mij bij die gelegenheden opgedaan.

I. De periode van het beheer door het leger. 20 Mei 1943 tot 1 December 1943.

Ja-pan of Nee-pan: Spoorzoeken naar mijn vader

Na een vlucht van meer dan 20 uren landden we op Japanse bodem. Het was november 1990, zevenenveertig jaar nadat mijn vader hier voet aan wal zette. Ik ging zoeken om de dood van mijn vader te vinden.

Er was grote twijfel in mij toen het toeval wilde dat ik meekon naar Japan met een groepje ex-krijgsgevangenen en nabestaanden. Het was een kans uit duizenden, dat wel. Ik was bezig de chaos van mijn oorlog te ordenen; mijn vader speelde daarin een sleutelrol, dat wist ik al. Maar toegang gevend tot wat?

Pagina's