Boeken over dwangarbeid

Over het thema dwangarbeid in de Tweede Wereldoorlog zijn vele boekwerken verschenen. Dit zijn hoofdzakelijk ervaringsverhalen, maar er zijn ook enkele wetenschappelijke werken gepubliceerd. De ervaringsverhalen variëren van het literaire werk van Alfred Kossmann1 en Maarten Mourik2 tot het verzamelen en ordenen van verhalen van derden door Karei Volder.3 Naast het wetenschappelijke werk van B.A. Sijes4 en A.J.H. Bauer5 is er in Nederland weinig ander wetenschappelijk werk op dit gebied verschenen.

Jezelf durven aankijken: gesprek met oud-verzetsman Bill Minco

Bill Minco werd als zeventienjarige joodse scholier opgepakt en samen met zeventien anderen in 1941 ter dood veroordeeld vanwege zijn betrokkenheid bij de verzetsgroep de Geuzen.

Hij is een van de achttien uit het gedicht De achttien dooden van Jan Campert. Omdat Minco minderjarig was kreeg hij levenslange tuchthuisstraf.

Die herinneringen dringen zich steeds indringender op: Interview met W.F. Schreuder

De heer Schreuder is sinds 1978 als psychiater aan het Sinai-Cen-trum verbonden. Wilde oorspronkelijk zenuwarts worden, de combinatie van psychiatrie en neurologie. Maar een jaar Sinai-Centrum in het kader van z’n opleiding maakte hem duidelijk waar z'n grootste interesse lag. Wat hem het meest aantrok was de samenwerking met andere disciplines.

Recht doen

 

 

Het maken van de TV-documentaire ‘Tranen over het water; de lotgevallen van de Nederlandse binnenvaart in oorlogstijd' was voor mij: recht doen aan wat de schippers in die tijd hebben meegemaakt, door het bekend te maken aan de mensen van de wal, het grote publiek.

 

 

Aan de ontreddering voorafgegaan

In het februari/maart-nummer 1954 van het Leidse literaire studententijdschrift Minerva stond destijds een nogal lang uitgevallen verhaal over het leven in een Japans interneringskamp in Nederlands-Indië. De schrijver was een zekere B. Spoenders die -naar uit het verhaal was op te maken - circa 24 jaar oud moest zijn en in zijn jeugd geïnterneerd was geweest in de kampen op Sumatra, eerst in een vrouwenkamp en later in een aantal mannenkampen.

Vernietigingskamp Sobibor

Op 10 januari 1941, precies 8 maanden na de inval van het Duitse leger, wandelde ik tijdens de koffiepauze door de binnenstad van mijn geboortestad Amsterdam. Ik werkte bij drukkerij Lindenbaum in de bocht van de Herengracht, vlak bij het Koningsplein. Tegen mijn collega-drukker Mark Bouman zei ik dat het leven onder Duitse bezetting wel meeviel. De matrozen die we dagelijks in colonne voorbij zagen marcheren deden niemand kwaad. Er waren al wel enige verordeningen gepubliceerd maar die hadden nauwelijks vat op ons dagelijks leven.

Hoe ver is Japan?

Inleiding

 

In de zomer en het najaar van 1991 is er veel te doen geweest over de verhouding Nederland-Japan vanwege de bezetting van Nederlands-Indië in de Tweede Wereldoorlog en de gevolgen daarvan voor vele Nederlanders. In datzelfde najaar reisde ik met een groep ex-krijgsgevangenen naar Japan, in de periode dat de koningin er een staatsbezoek aflegde en de Stichting Japanse Ereschulden in Japan publiciteit zocht en kreeg voor haar claims op de Japanse overheid.

Getrouwd met ’de oorlog’

Een artikel dat nauwelijks nuances kent en een uitzichtloos beeld schetst. Toch brengen wij het onder de aandacht, omdat het, blijkens het hierna volgende artikel van Lies Schneiders, een aantal kampkinderen er toe bracht, zich met elkaar op hun gezinssituatie te bezinnen.

 

_Meer dan veertig jaar geleden, maar nog elke dag de

Praatgroepen voor vrouwen en weduwen van oorlogsgetroffenen

Zijn ze over het hoofd gezien of zijn ze vergeten/ de vrouwen van de oorlogsgetroffenen? De partners, de verzorgsters/ de klankborden/ de bumpers van al die mannen/ waarover zoveel geschreven wordt. Mogen ze/ 41 jaar na de bevrijding/ eens even uw aandacht hebben?

Pagina's