De naoorlogse generatie bij een RIAGG

Op verzoek van de redactie hebben de auteurs, hoewel staande onder een aanmerkelijke tijdsdruk, een korte impressie willen geven van een aantal aspecten van hun werkzaamheden.

 

Kinderen van burger-oorlogsgetroffenen : een casus

Het maatschappelijk werk van de Stichting Burger-Oorlogsge-troffenen komt bij de hulpverlening aan burger-slachtoffers uiteraard de doorwerking van hun problematiek in de gezinssituatie tegen. De kinderen zijn doorgaans het huis al uit, maar de relatie tussen ouders en kinderen en de gezinsgeschiedenis kunnen op verschillende manieren toch ter sprake komen.

De joodse naoorlogse generatie aan zet

‘Hier krijg je iets wat je noch van de buitenwereld, noch van de andere joodse organisaties krijgt: het vanzelfsprekend erbij horen.’

In dit artikel zal een poging worden gedaan duidelijk te maken wat de Stichting Joods Maatschappelijk Werk (JMW) voor ogen stond toen het begon met zijn project voor de naoorlogse generatie, welke activiteiten zijn gerealiseerd en welke betekenis die voor de deelnemers eraan hebben gehad en nog hebben.

De aanleiding

Het Aanspreekpunt naoorlogse generatie

In 1995 hebben 265 na de oorlog geboren kinderen van oorlogsgetroffenen zich voor informatie en advies tot het ICODO gewend. In veruit de meeste gevallen deden zij dat in verband met psychische of sociale problemen. De hulp die zij ontvingen, staat in het kader van een samenwerkingsverband tussen het ICODO, het Sinai-Centrum en Centrum ’45, onder de naam Aanspreekpunt naoorlogse generatie.

Een feestje voor de naoorlogse generatie

Op 30 november 1996 wordt in de Rode Hoed in Amsterdam een bijeenkomst gehouden onder de naam ‘De naoorlogse generatie naar het jaar 2000 en verder’. Het organisatiecomité bestaat uit vertegenwoordigers van INOG, JONAG, KvV en ICODO.

INOG staat voor de Werkgroep Indische Naoorlogse Generatie van de Vereniging Kinderen uit de Japanse Bezetting en de Bers’ap 1941-1949 (KJBB). JONAG is de Vereniging voor de Joodse Naoorlogse Generatie. KvV is de Vereniging Kinderen van Verzetsdeelnemers 1940-1945.

 

Briefjes

Regelmatig heb ik mijn moeder aangetroffen in de slaapkamer terwijl ze de brieven van haar vader aan het lezen was. Kleine velletjes, dichtbeschreven met potlood, in een regelmatig handschrift. Briefjes die uit het concentratiekamp naar buiten waren gesmokkeld in de zomen van zijn was. Blijkbaar mocht zijn vrouw, mijn grootmoeder, zijn was verzorgen tijdens zijn Nederlandse kampjaren. De brieven waren in mijn moeders bezit vanaf de oorlog. Mijn grootmoeder wilde door niets tastbaars meer aan de oorlog herinnerd worden. Zij had haar blik op de toekomst gericht en wilde doorleven.

Voor mijn vriend, Leon de Winter

Zaterdag, ongeveer 51 jaar na de oorlog

Vandaag, zaterdag, heb ik niet veel gedaan. Ik heb mijn hoofd gestoten tegen het medicijnkastje in de badkamer. Mijn grootmoeder heeft pas haar 89-ste verjaardag gevierd. Ze is erg dement: ze wist tijdens haar verjaardag steeds niet waarom er feest was. En ze bleef maar bedanken voor de cadeautjes.

Nasjen

De choppe van mijn nichtje was er een met alles erop en eraan. In een van de buitenwijken van Jerusalem was een enorme feestzaal afgehuurd, waar vanaf vroeg in de avond tot ver na middernacht werd gegeten, gedronken en - onder aanvoering van een diskjockey-achtige ceremoniemeester - uitzinnig werd gedanst.

Drie vrouwen, drie levens, één oorlog

Woord vooraf

Berlijn, september 1995, en wat daaraan voorafging

De thematiek van trauma en oorlog in analystische kring

Traumatisation and War

The Dutch Annual of Psychoanalysis, Vol 2,

Editors: Han Groen-Prakken, Antonie Ladan en Antonius Stuf-kens.

Lisse: Swets & Zeitlinger, 1995.

ISBN 90 265 1433; 298 pagina’s; prijs ƒ 89,—.

Pagina's