Oorlogskinderen - toen en nu : Begeleiding en behandeling, een existentieel-analytische visie

In dit artikel wordt het posttraumatisch demoralisatiesyndroom. zoals beschreven door Parson1, aangereikt als een gemeenschappelijke noemer voor de psychopathologische fenomenen, aan de orde bij een aantal oorlogskinderen, nü, in hun middelbare levensfase. Dit syndroom berust, zo wordt betoogd, op een schending van bestaanspersmissie, én in de vroege jeugd én daarna.

Er werd niet geleefd maar overleefd.

Eenzaamheid in relaties : Voordracht voor partners van Indische oorlogskinderen

Voordat ik inhoudelijk het onderwerp ‘Eenzaamheid in relaties' zal inleiden wil ik mezelf wat uitgebreider introduceren, opdat u mij een beetje kunt plaatsen. En tegelijkertijd wil ik daarmee aangeven vanuit welke invalshoek ik het onderwerp benader.

Nachtmerries van de oorlog : Interview met J.N. schreuder

Psychiater/psychoanalyticus J.N. Schreuder - directeur van Centrum ’45, een therapeutisch behandelcentrum voor oorlogsgetroffenen - promoveerde in september 1996 aan de Rijksuniversiteit te Leiden. Zijn proefschrift Nachtmerries van de oorlog: een onderzoek naar nachtelijke herbelevingen van psychotraumati-sche oorlogservaringen is aanleiding voor het volgende interview.

Uw proefschrift gaat over de ‘posttraumatische nachtelijke herbeleving’. Kunt u met een aantal voorbeelden verduidelijken wat u daarmee bedoelt?

Appendix: diagnostische criteria voor posttraumatische stress-stoornissen

A.    De betrokkene is blootgesteld aan een traumatische ervaring waarbij

beide van de volgende van toepassing zijn:

1.    Betrokkene heeft ondervonden, is getuige geweest van of werd geconfronteerd met een of meer gebeurtenissen die een feitelijke of dreigende dood of een ernstige verwonding met zich meebrachten, of die een bedreiging vormden voor de fysieke integriteit van betrokkene of van anderen.

De jonge eerste generatie, vijftig jaar later

Inleiding

De vraag hoe het de jonge eerste generatie is vergaan en hoe deze er nu voor staat, is een vraag naar het welzijn van de generatie die als kind de oorlog heeft meegemaakt en thans tussen de vijftig en zeventig jaar oud is. Het gebruik van de term ‘jonge eerste generatie’ is gerechtvaardigd vanuit het idee dat de relatie tussen de traumatisering en de levensfase waarin deze plaatsvond van belang is voor de aard en omvang van de gevolgen.

Somatische signalen van traumatisering

De nomenclatuur van psychotraumatische stoornissen

Oorlogsproblematiek in de praktijk van de arbeidsgezondheidszorg

Sociaal-geneeskundigen kunnen in hun werk te maken krijgen met oorlogsgetroffenen, dat wil zeggen met mensen die klachten ondervinden als gevolg van hun oorlogservaringen.1 Het gaat dan uiteraard om mensen die nog in het arbeidsproces participeren, te weten de op jeugdige leeftijd getraumatiseerden en de naoorlogse generatie oorlogsgetroffenen.

Medisch onderzoek, psychiatrische diagnostiek en sociaal-geneeskundige beoordeling van oorlogsgetroffenen

Het medisch onderzoek dat oorlogsgetroffenen die een beroep doen op de oorlogswetten moeten ondergaan in de vorm van een diagnostisch gesprek met een arts van de Pensioen- en Uitkeringsraad, betekent voor hen de belangrijkste stap naar de in hun beleving zo wezenlijke erkenning door de overheid. Dit medische onderzoek is voor hen emotioneel vaak zeer belastend en roept daardoor nogal eens weerstand op ('Moet dat allemaal! Heb ik nog niet genoeg meegemaakt’).

Pagina's