De tirannie verdrijven

I. Nationaal park

Een jaar na de val van de Muur sterft mijn vader. Thuis, in de armen van mijn broer.

‘Opa’s batterijtjes waren op.’

Het kwam niet onverwacht en toch ook weer wel. Soms, als zijn einde ter sprake kwam, zei hij, nogal pathetisch vond ik toen: ‘Als jullie een advertentie zetten, zet er dan bij dat ik drager was van het Verzetsherdenkingskruis. Dat is het enige waar ik trots op ben.’

De oorlog van mijn vader heeft mijn geloof versterkt

In de Tweede Wereldoorlog zijn in Nederland zo’n vijfhonderd Jehovah’s Getuigen opgepakt vanwege het uitdragen van hun geloofsovertuiging. Zij zijn op transport gesteld naar concentratiekampen als Sachsenhausen, Mauthausen en Buchenwald. Ben Bouter (1948) is zoon van een Jehovah’s Getuige die in diverse kampen gevangen zat. Hij is getrouwd, heeft drie kinderen en is als directeur werkzaam bij een uitgeverij. Hoe heeft de oorlog zijn leven beïnvloed 

 

Oorlog

 

Een duister dier

Het gebeurde een paar jaar geleden in de trein naar Parijs. Een reis waarin ik, loom weggezakt in de bank, met kleine slokjes drinkend van een hete espresso van een rijdende koffiebar, losraakte uit de gedachten en handelingen van alledag. Het winterse Noord-Franse landschap met zijn kale, eindeloos glooiende akkers en grauwe natuurstenen gehuchten vloog aan me voorbij.

Immer voorwaarts

Men had het oorspronkelijke geluid dat bij de beelden hoorde vervangen door het opmerkelijk langgerekt gezongen Ave Maria van Schubert. Ik zag hoe uit de ravage van de in puin geschoten markt van Sarajevo het lijk van een kind geborgen werd. Het was niet ouder dan drie, vier jaar toen de mortieren van de Serviërs insloegen. Het werd naar een kerkhof met talloze open groeven gebracht, in zwart landbouwplastic gewikkeld en uiteindelijk, beweend door vrouwen met in smart opengesperde monden, aan de rood besmeurde aarde toevertrouwd.

De naoorlogse generatie bij een RIAGG

Op verzoek van de redactie hebben de auteurs, hoewel staande onder een aanmerkelijke tijdsdruk, een korte impressie willen geven van een aantal aspecten van hun werkzaamheden.

 

Kinderen van burger-oorlogsgetroffenen : een casus

Het maatschappelijk werk van de Stichting Burger-Oorlogsge-troffenen komt bij de hulpverlening aan burger-slachtoffers uiteraard de doorwerking van hun problematiek in de gezinssituatie tegen. De kinderen zijn doorgaans het huis al uit, maar de relatie tussen ouders en kinderen en de gezinsgeschiedenis kunnen op verschillende manieren toch ter sprake komen.

De joodse naoorlogse generatie aan zet

‘Hier krijg je iets wat je noch van de buitenwereld, noch van de andere joodse organisaties krijgt: het vanzelfsprekend erbij horen.’

In dit artikel zal een poging worden gedaan duidelijk te maken wat de Stichting Joods Maatschappelijk Werk (JMW) voor ogen stond toen het begon met zijn project voor de naoorlogse generatie, welke activiteiten zijn gerealiseerd en welke betekenis die voor de deelnemers eraan hebben gehad en nog hebben.

De aanleiding

Het Aanspreekpunt naoorlogse generatie

In 1995 hebben 265 na de oorlog geboren kinderen van oorlogsgetroffenen zich voor informatie en advies tot het ICODO gewend. In veruit de meeste gevallen deden zij dat in verband met psychische of sociale problemen. De hulp die zij ontvingen, staat in het kader van een samenwerkingsverband tussen het ICODO, het Sinai-Centrum en Centrum ’45, onder de naam Aanspreekpunt naoorlogse generatie.

Een feestje voor de naoorlogse generatie

Op 30 november 1996 wordt in de Rode Hoed in Amsterdam een bijeenkomst gehouden onder de naam ‘De naoorlogse generatie naar het jaar 2000 en verder’. Het organisatiecomité bestaat uit vertegenwoordigers van INOG, JONAG, KvV en ICODO.

INOG staat voor de Werkgroep Indische Naoorlogse Generatie van de Vereniging Kinderen uit de Japanse Bezetting en de Bers’ap 1941-1949 (KJBB). JONAG is de Vereniging voor de Joodse Naoorlogse Generatie. KvV is de Vereniging Kinderen van Verzetsdeelnemers 1940-1945.

 

Briefjes

Regelmatig heb ik mijn moeder aangetroffen in de slaapkamer terwijl ze de brieven van haar vader aan het lezen was. Kleine velletjes, dichtbeschreven met potlood, in een regelmatig handschrift. Briefjes die uit het concentratiekamp naar buiten waren gesmokkeld in de zomen van zijn was. Blijkbaar mocht zijn vrouw, mijn grootmoeder, zijn was verzorgen tijdens zijn Nederlandse kampjaren. De brieven waren in mijn moeders bezit vanaf de oorlog. Mijn grootmoeder wilde door niets tastbaars meer aan de oorlog herinnerd worden. Zij had haar blik op de toekomst gericht en wilde doorleven.

Pagina's