Door de ochtendlucht, nog nuchter, brak de zon de nevel. De fietsen van mijn pleegvader en de vrouw die ik niet kende, raakten elkaar bijna. Nog nooit had ik zulke billen gezien, ze puilden uit haar bruine jurk over het zadel heen, dat weer tussen de twee helften verdween. Zwaar hijgend zat ze groot op haar fiets zonder banden. De roestige velgen speelden met kleine steentjes. Ze praatte veel en snel en keek nieuwsgierig naar mij. Ik kende haar niet, had ook geen belangstelling voor haar.