Een jonge geschiedenisleraar van Portugees-joodse afkomst komt in Westerbork terecht bij de ordedienst. Hij zorgt voor het samenstellen van de transporten en heeft zich zo tot werktuig van de Duitsers gemaakt in de hoop het eigen bestaan zo lang mogelijk te rekken. Wanneer hij echter op zijn baas inslaat als deze een op transport gestelde en met hem bevriende rabbijn mishandelt, krijgt zijn lot een ander verloop.