Psychische klachten en het gebruik van de geestelijke gezondheidszorg na de vuurwerkramp Enschede : Een longitudinaal vergelijkend onderzoek.

Achtergrond

Het gebruik van de geestelijke gezondheidszorg (ggz) van rampgetroffenen ten opzichte van niet-rampgetroffenen en de samenhang met psychische klachten is nauwelijks bestudeerd.

Doel

Onderzoeken of getroffen bewoners van de vuurwerkramp Enschede (mei 2000) meer psychische klachten hebben en meer gebruikmaken van de ggz dan een vergelijkingsgroep. Analyseren van de samenhang tussen ggz-gebruik en psychische klachten bij de getroffenen 2-3 weken en/of 18 maanden na de ramp.

Methode

Ervaringen van de eerste generatie oorlogsgetroffenen, hun kinderen en nabestaanden

Op initiatief van het Historisch Centrum Overijssel en het Stedelijk Museum Zwolle (SMZ) zijn, in het kader van een tentoonstelling in het SMZ in mei en juni 2005. interviews gehouden met mensen voor wie de oorlog een breuk in hun leven is geweest. In hun directe omgeving hebben zich tijdens de oorlog gebeurtenissen voorgedaan die het verloop van hun leven hebben bepaald of daarop een nadrukkelijk stempel hebben gedrukt.

Joodse werk- en strafkampen

Het was op 26 mei 1999, dat Dick en Salomon Slier mij bezochten en vroegen of er niet een monument kon worden opgericht voor het werkkamp 'Molengoot’ in Hardenberg. Aanleiding voor het verzoek vormde de vondst van de brieven, die hun vermoorde familielid Flip Slier destijds vanuit ‘Molengoot' had geschreven aan zijn ouders in Amsterdam. Elma Verhey had er in Vrij Nederland een paar artikelen aan gewijd en zodoende was ‘Molengoot’ 55 jaar na de bevrijding voor het eerst aan de vergetelheid ontrukt.

Hongertrekkers of etenhalers over de brug naar het 'beloofde land achter de IJssel'

Tussen de brug over de IJssel in de A 28 en de spoorbrug bij Zwolle ligt de uit 1930 daterende Oude IJsselbrug. Voor vele duizenden vormde deze brug tijdens de Hongerwinter van 1944-1945 de verbindingsschakel tussen de provincies waar honger was - met name Noord-Holland. Zuid-Holland en Utrecht - en de provincies in het noorden en oosten van het land waar nog eten te vinden was: het beloofde land achter de IJssel.

Kinderen van ‘foute’ ouders

In februari 2001 heb ik samen met een aantal collega’s bij het Historisch Nieuwsblad een enquête gehouden onder kinderen van ‘foute' ouders. Die ouders hadden tijdens de Tweede Wereldoorlog op de een of andere manier aan de kant van de Duitse bezetters gestaan. De meesten van hen waren lid geweest van de NSB. We wilden weten in hoeverre het oorlogsverleden van die ouders het leven van hun kinderen heeft beïnvloed. Voor het eerst zijn toen kinderen van ‘foute’ ouders op een zo grote schaal systematisch geënquêteerd.

Herdenken en verwerken, verzet en illegaliteit

Vrijwel van de ene dag op de andere werden de mensen die aktief waren geweest in het verzet tot 'gewone Nederlanders' gereduceerd. Op oud- verzetsmensen* zat de naoorlogse samenleving niet te wachten. Het leven in de ondergrondse had van velen andere mensen gemaakt. De Nederlandse maatschappij en de oud- verzetsmensen waren van elkaar vervreemd.

Temidden van de 'oorlogsgetroffenen' vormen zij een bijzondere groepering.

Het feilbaar geheugen en de overlevenden van Kamp Erica te Ommen

De misdaden van het Duitse strafkamp Erica te Ommen staan nog op hun netvlies afgebeeld. zeggen sommige ooggetuigen. Maar kunnen getuigen jaren later nog een betrouwbare verklaring afleggen, een verklaring die rechtsgeldigheid heeft?

In 1988 werd de in Duitsland woonachtige De R. ervan beschuldigd zich tijdens de oorlog als ‘kampbeul’ in Kamp Erica te Ommen ernstig te hebben misdragen jegens medegevangenen, hij zou zelfs de dood van een hunner op zijn geweten hebben.

Toch werd hij vrijgesproken.

Het belang van archivering en documentatie voor de beeldvorming en verwerking van de Tweede Wereldoorlog

“Daar alleen kan liefde wonen,

Daar alleen is het leven goed.

Waar men blij en ongedwongen Alles voor elkander doet"

Ik citeer uit een poëziealbum van de in 1998 overleden PVDA-politica Annemarie Grewel, dat vorig jaar geschonken werd aan het Amsterdams Historisch Museum.1 Het was een versje van de juffrouw op school in 1944. Annemarie Grewel had er later bij geschreven:

Pagina's