Schuld- en schaamtebeleving bij uitgezonden veteranen

In 2004 ben ik een promotieonderzoek gestart naar schuld- en schaamtebeleving bij veteranen van vredesmissies. In onderzoeken onder veteranen stonden meestal twee typen schuld centraal, namelijk survival guilt en combat guilt. Menig veteraan blijkt last te hebben van pijnlijke oorlogsherinneringen of kampt met diepgaande schuldgevoelens omdat hij de oorlog overleefde, terwijl collega’s sneuvelden (Lifton, 1973; Glover, 1984; Kubany, 1994; Kubany et al., 1997). Vietnam-veteranen blijken nog jaren na de oorlog last te hebben van schaamtegevoelens en het gevoel dat wat zij gedaan hebben onvergeeflijk is (Wong et al., 1992; Leskela et al., 2002; Harrigan, 2007; Singer, 2004). Bovenstaande verwijzingen betreffen Amerikaans onderzoeken waarin oorlogsveteranen centraal stonden en waarin vooral de relatie tussen schuld, schaamte en psychische klachten, waaronder posttraumatische stressstoornis (PTSS), centraal stond. De mate en de aard van schuld- en schaamte-beleving bij veteranen van vredesmissies werd nooit eerder onderzocht. In mijn onderzoek heb ik daar juist het accent op gelegd.

In 2006 werd aan ruim 3.000 veteranen van veertien vredesmissies (waaronder UNTSO, UNTAC; UNPROFOR; KFOR en SFIR) een vragenlijst gestuurd. De veteranen die werden aangeschreven zijn geregistreerd bij het Veteraneninstituut. Ruim 1.100 veteranen vulden de vragenlijst in.

 

Schuld en schaamte na de missie

Rond 25% van de onderzochte veteranen beleeft een bepaalde mate van aan de uitzending gerelateerde schuld en schaamte, 4% zelfs regelmatig. De schuldbeleving1 van veteranen is in te delen in zes categorieën gebaseerd op situaties die zich in het uitzendgebied voordeden. Rond 18% van de veteranen gaf aan schuldgevoelens te hebben als gevolg van de ‘omstanderrol’, zoals ‘niet geprotesteerd hebben tegen bruutheid of niet geprobeerd hebben bruutheid te voorkomen’. Zowel schuldgevoelens over ‘hun negatieve houding ten aanzien van de bevolking in het uitzendgebied’ (rond 13% waaronder ‘geen begrip hebben voor de cultuur of waarden die leven onder de bevolking in het conflictgebied’), als ook schuldgevoelens door ‘indirect effect van besluiten en handelen’ (rond 7%, waaronder ‘bevriend raken met een burger die later gedood is, mogelijk als gevolg van de vriendschap met de veteraan’) spelen een rol.

De belangrijkste oorzaak van uitzendinggerela-teerde schuld brengen de veteranen het beste zelf onder woorden: ‘Het gevoel hebben dat je niet alles uit jezelf hebt gehaald om burgers te helpen.

Verschuilen achter je werk om maar niet bij de slachtoffers te hoeven zijn.’ ‘De schuldvraag is misschien dat je zo machteloos bent. Je zou eigenlijk iedereen willen helpen, maar dat kan bij een miljoen mensen niet. En die taak hadden we eigenlijk wel, althans dat vond ik (...).’

Verder bleek dat ‘aan geweld en gevecht gerelateerde schuldbeleving’, waaronder overlevings-schuld en schuld door normloosheid, minder voorkomen dan bovenstaande schuldcategorieën. Als belangrijkste oorzaak voor uitzendinggere-lateerde schaamte noemden de respondenten relatief vaak: ‘falen’, ‘machteloos zijn’ en ‘te kort schieten’. Maar ook schaamden veteranen zich voor de ’misdragingen van collega’s’, ‘de respectloze houding ten aanzien van de burgerbevolking in het uitzendgebied’, en ‘(...) schaamte voor de eigen luxe op de basis, terwijl niet ver daar vandaan mensen honger leden en onder erbarmelijke omstandigheden moesten leven.’

Schuld- en schaamtegevoelens zijn morele, zelfbewuste en sociale emoties (Tangney et al., 2002) en cognities (Kubany et al., 2006). Bij schuld veroordelen we ons gedrag en bij schaamte onze persoonlijkheid (Lewis, 1971). Met de attributie-theorie kunnen we schuld en schaamte verduidelijken. Deze theorie stelt dat de mens behoefte heeft om verklaringen te zoeken voor dat wat in zijn leven gebeurt. Dat geeft een gevoel van regie en inzicht in wat we kunnen verwachten. Het meemaken van een ingrijpende gebeurtenis betekent juist controleverlies en daardoor angst, onzekerheid en machteloosheid. In dat geval stellen we onszelf liever verantwoordelijk voor wat er gebeurde en voelen we ons liever ongelukkig onder die zelfbeschuldiging en schaamte dan dat we accepteren dat het leven blijkbaar een angstig en onzeker leven kan zijn, waarin we aan willekeur kunnen zijn overgeleverd (Herman, 2002). Als schuld- en schaamtegevoelens niet besproken en onderkend worden kan zo’n houding ten koste gaan van de psychische gezondheid. Door de morele vragen over beslissingen en handelen te stellen die in zelfbeschuldiging besloten liggen, probeert de veteraan een verklaring te vinden voor het kwaad en het leed en daaraan een betekenis toe te kennen. Hij of zij herwint hiermee regie over het verloop van zijn eigen leven.

In het onderzoek zien we een direct positief verband tussen gevoelens van machteloosheid gedurende de missie, verantwoordelijkheidsgevoelens voor het succesvolle verloop van de missie en de mate van schuld en schaamte. De ervaren machteloosheid bleek sterker als veteranen minder goed uit de voeten konden met de gewelds-instructies. Veteranen van vredeshandhavende missies beleefden een sterkere mate van machteloosheid en inadequate geweldsinstructies dan veteranen van vredesafdwingende missies.2 Uit de aard van de beleving van veteranen van vredesmissies -en de factoren die indirect (type missie, geweldsinstructies) en direct (machteloosheid en verantwoordelijkheid) van invloed zijn op de mate van schuld en schaamte- kunnen we opmaken dat de schuld- en schaamtebeleving van veteranen vooral te maken heeft met sterke verantwoordelijkheidsgevoelens voor het welzijn van anderen. Deze gevoelens van verantwoordelijkheid gaan vaak samen met het gevoel tekort te schieten ofwel met de handen op de rug gebonden te zijn. Dit raakt aan de ervaringen van Dutchbat III rondom de val van de enclave Srebrenica in juli 1995 en roept de vraag op: ‘Hoe kunnen we deze spagaat, van willen helpen maar vaak niet kunnen, oplossen?’

 

Literatuur

Glover, H. (1984). Survival Guilt and the Vietnam Veteran. Journal of nervous and mental Disease,

172, 393-397.

Harrigan, P.J. (2007). Examining the relationship bet-ween shame, guilt, attributions, and symptoms of posttraumatic stress disorder among male Vietnam war veterans. Dissertation.

Herman, J.L. (2002). Trauma en herstel. De gevolgen van geweld - van mishandeling thuis tot politiek geweld. Amsterdam: Uitgeverij Wereldbibliotheek Amsterdam.

Kubany, E.S. (1994). A cognitive model of guilt typo-logy in combat related PTSD. Journal of traumatic stress, 7, 3-17.

Kubany, E.S., Abueg, F.R., Kilauano, W.L., Manke,

F.P. & Kaplan, A.S. (1997). Deployment and Validation of the Sources of Trauma-Related Guilt Survey-War-Zone Version (STRGS-WZ). Journal of Traumatic Stress, 10, 235-258.

Kubany, E.S. & Ralston, T.C. (2006). Cognitive Therapy for Trauma-related Guilt and Shame.

In V.M. Follette & J.I. Ruzek (Eds.), Cognitive-Behavioral Therapies for Trauma (p. 258-289). New York: Guilford Press.

Leskela, J., Dieperink, M. & Thuras, P. (2002). Shame and Posttraumatic Stress Disorder. Journal of traumatic stress, 15, 223-226.

Lewis, H. B. (1971). Shame and guilt in neurosis.

New York: International Universities Press. Lifton, R.J. (1973). Home from the war. Learning from Vietnam Veterans. New York: Other Press. Singer, M. (2004). Shame, Guilt, Self-Hatred and Remorse in the Psychotherapy of Vietnam Combat Veterans Who Committed Atrocities. American Journal of Psychotherapy, Vol. 58, No. 4, 377-385.

Tangney, J.P. & Dearing, R.L. (2002). Shame and Guilt. New York, London: The Guilford Press. Wong, M.R. & Cook, D. (1992). Shame and Its Contribution to PTSD. Journal of traumatic stress, Vol. 5 (4), 557-562.

OPROEP!

Voor een nieuw interviewproject van het ministerie van VWS is Cogis op zoek naar kinderen van 'foute' ouders die na de bezetting te maken kregen met zogenoemde 'maatschappelijke heroriëntatie' of heropvoeding in kindertehuizen en pleeggezinnen. Ook is Cogis op zoek naar verhalen van mensen die er beroepsmatig bij betrokken zijn geweest. Bel of mail met Ceciel Huitema, projectleider bij Cogis: tel. 030-2968000 C.Huitema@cogis.nl

NATASJA RIETVELD is socioloog en als wetenschappelijk medewerker verbonden aan het Veteraneninstituut in Doorn.

1

   De mate van uitzendinggerelateerde schuld- en schaamtebeleving is gemeten met vragen, en de aard van schuldbeleving met 46 items uit de Sources of Trauma-Related Guilt Survey War-Zone Version (STRGS-WZ) van Kubany et al. (1997).

2

   Alleen onder strikte voorwaarden mag met militair geweld worden opgetreden (geweldsinstructies), namelijk omwille van wettige zelfverdediging zoals in het geval van een vredeshandhavende missie. Als schendingen van mensenrechten doorgaan en een vredesakkoord of staakt-het-vuren geschonden wordt, mag vrede desnoods met militair geweld worden afgedwongen (vre-desafdwingende missie).

Berichten uit het veld

 

Referentie: 
Natasja Rietveld | 2009