Putten en de waarheid

Op maandag 2 oktober 1944 werden vanuit Putten 661 mannen weggevoerd als represaillemaatregel voor een onopgehelderde aanslag op Duitse militairen. Rondom deze bekende gebeurtenis uit de Nederlandse bezettingsgeschiedenis ontstond in de loop der jaren een web van mythen, legenden en complottheorieën.

Ik ben zoals ik de dingen zie : In gesprek met beeldend kunstenares en schrijfster Chaja Polak

Schrijfster en schilderes Chaja Polak werd eind 1941 geboren. Haar beide ouders werden naar concentratiekampen gedeporteerd. hetgeen haar vader niet overleefde. Na een tocht langs verschillende onderduikadressen werd Polak in 1945 met haar moeder herenigd. Deze hertrouwde na de oorlog met een eveneens uit de kampen teruggekeerde verzetsman. Polak gaat op negenentwintigjarige leeftijd, na de geboorte van haar twee zonen, naar de Rietveldacademie. Daarna woont ze langere tijd in Rome. Haar schilderijen zijn verscheidene malen geëxposeerd, onder andere in het Joods Historisch Museum.

Een nieuwe naam - een nieuw bestaan? : Joodse naamsveranderingen in Nederland na 1945

Veel joden die uit de onderduik of de kampen terugkeerden hebben zich afgevraagd of zij een nieuw bestaan in Nederland konden opbouwen. Dit valt af te leiden uit het feit dat meer dan 5000 van hen, ruim een zesde van het aantal overlevenden, emigreerden in de eerste jaren na de oorlog, voor het merendeel naar de Verenigde Staten en Israël. Een klein aantal van de joden die in Nederland bleef, nam een opmerkelijk maar weinig bekend besluit: zij veranderden van naam. Met hun voor velen herkenbare joodse namen voelden zij zich kennelijk niet veilig of op hun gemak.

Verbonden en verdeeld door de oorlog : Herinneringen aan een ‘gemengd’ huwelijk van de joodse Duitser Lukas Plaut en de niet-joodse Nederlandse Stien Witte1

Toen de Duitser Lukas Plaut zijn studie sterrenkunde bijna had afgerond en in 1937 wilde trouwen met de Nederlandse verpleegster Stien Witte stuitten zij op een probleem. De ambtenaar van de Leidse burgerlijke stand weigerde het huwelijk te voltrekken. Plaut was niet alleen Duits, maar ook joods.

Breuklijnen in gezinnen van verzetsdeelnemers : Voordracht voor kinderen van verzetsdeelnemers

Inleiding

Tegenover mij zit een jonge vrouw in de spreekkamer. Zij is in psychotherapeutische behandeling. Ik noem haar Els. Zij is de oudste uit een gezin met drie kinderen, allen na de oorlog geboren. Vader zat in het verzet maar werd opgepakt en kwam als een wrak terug uit Mauthausen. We hebben een aantal zittingen besteed aan haar gevoel niet gezien te worden, er niet bij te horen, de verhouding tot haar ouders, loyaliteit en het niet voelen van boosheid, waar zo te horen wel reden toe is.

Het is de achtste zitting. Het gaat over haar zuster.

Egodocumenten van dwangarbeiders

In de loop der jaren zijn veel egodocumenten van dwangarbeiders binnengekomen op het documentatiecentrum van de Vereniging ex-Dwangarbeiders Nederland Tweede Wereldoorlog (VDN). Sommige ex-dwangarbeiders beschrijven hun gehele verblijfsperiode in Duitsland, van vertrek tot en met de terugkeer, anderen belichten een bepaalde periode zoals opname in een ziekenhuis, verblijf in een gevangenis of de terugtocht naar huis. Hieronder volgt een kleine selectie uit het bestand.

 

Belevenissen

De arbeidsinzet en de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945

Achtergonden en ontwikkelingen

Nadat de werkgroep en latere Stichting Burger-Oorlogsgetroffe-nen (SBO) jarenlang had geijverd voor de totstandkoming van een eigen wettelijke regeling voor burger-oorlogsslachtoffers, werd op 31 maart 1984 de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Wubo) kamerbreed aangenomen. Voor de toepassing en uitvoering van de Wubo werd de Raad Uitkeringen Burger-Oorlogsslachtoffers (RUBO) bij wet in het leven geroepen. De RUBO liet zich administratief ondersteunen door het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP).

Vereniging ex-Dwangarbeiders Nederland Tweede Wereldoorlog (VDN)

Ontstaan van de VDN

 

Eind februari 1987 stond in enkele Nederlandse dagbladen een oproep van Gustave Begemann, directeur van een oecumenisch ontmoetingscentrum in het Duitse stadje Bückeburg. Hij wilde een ontmoeting organiseren tussen voormalige dwangarbeiders en Duitse generatiegenoten en middelbare scholieren.

In een interview in het dagblad Trouw zegt Begemann dat hij zich heel goed kan voorstellen dat niet elke Nederlander die gedwongen in Duitsland werkte, staat te trappelen voor zijn ‘Treffen’.

Pagina's