Anne Frank, rolmodel voor pubers?

Het beeld bibbert nostalgisch. We kijken in het Louis Hartloopercomplex in Utrecht naar de eerste verfilming van het dagboek van Anne Frank, gemaakt door George Stevens in 1959. De film wordt getoond in het kader van een lezingenreeks, Wisselend Perspectief: Zestig jaar denken over de Tweede Wereldoorlog, georganiseerd door het NIOD en het Utrechts debatcentrum Tumult, waarin de verschillende betekenissen van de Tweede Wereldoorlog worden verkend. Deze avond gaat het om de betekenis van Anne Frank.

 

Onderzoeker van het NIOD David Barnouw zal na afloop iets vertellen over de ontwikkeling in de tijd van het fenomeen Anne Frank. Hans Westra, directeur van de in 1959 opgerichte Anne Frank Stichting, zal hierop reageren. Voor een volledig verslag van de avond verwijs ik naar het archief van www.tumultdebat.nl. Ik zal hier alleen de film bespreken en enkele gedachten over de betekenis van Anne Frank formuleren.

 

Onderduiken in de film

De joodse Anne Frank, gespeeld door het negentienjarig fotomodel Millie Perkins, brengt samen met haar ouders en zus Margot en de familie Daan met hun zoon Peter en kat Mouschi, bijna tweeënhalfjaar van de oorlog door op een verdieping boven het kantoor van vader Frank aan de Prinsengracht in Amsterdam. Volgens het dagboek doen zij hun intrek op 6 juli 1942. Op 17 november van dat jaar voegt de achtste onderduiker, de alleenstaande tandarts Dussel, zich bij het gezelschap. Hij krijgt een plek bij Anne.

 

De kijker maakt kennis met de rommelige en onwennige intrek van de twee families in de vroege ochtend. Ze trekken hun dubbele lagen kleding uit, verkennen de vertrekken en installeren zich. Daarna volgt de absurde overgang naar de stilte, als het kantoor opent en ze minstens acht uur geen geluiden mogen laten horen, geen kranen laten lopen en niet doortrekken. Vervolgens zien we hoe Anne in haar dagboek schrijft, les krijgt en langzaam bevriend raakt met Peter, die ze in eerste instantie niet zo aardig lijkt te vinden. Anne wordt ziek en krijgt een nachtmerrie waarbij ze het hele huis bij elkaar schreeuwt. Je houdt je hart vast dat ze nu ontdekt zullen worden. Maar de scène lijkt vooral te willen benadrukken hoe Anne haar moeder afwijst en door vader Frank getroost wil worden.

 

Het hoogtepunt van elke onderduikdag vormt het bezoek van Miep Gies en haar verloofde Kraler, die nieuws, eten en goederen brengen. Als Kraler een tijd ziek is, krijgen de onderduikers van Miep zijn radio en kunnen ze zelf de ontwikkelingen van de oorlog volgen. Twee belangrijke gebeurtenissen die worden belicht, zijn het chanoekafeest, waarop Anne voor iedereen een cadeau blijkt te hebben gemaakt, en de heftige ruzie die ontstaat als moeder Frank (tot dan toe de indolente persoonlijkheid zelve) door het lint gaat als ze ontdekt dat de gezette heer Daan zich ’s nachts bijvoedt met het eten dat bestemd is voor de kinderen. De gezinnen beleven extreem spannende momenten als er tweemaal in het kantoor wordt ingebroken en er een zware luchtaanval plaatsvindt. Anne is zelfs een keer zo angstig en van slag dat ze flauwvalt in de armen van Peter.

 

De film eindigt met een toenadering tussen Anne en Peter die wordt bezegeld met een echte romantische (film)kus. Als aftiteling verschijnt een uitspraak van Anne: In spite of eve-rything, I still believe that people are good.

 

Eigenaardigheden in de film

Mijn eerste indruk is dat de film in grote lijnen het dagboek volgt, maar als ik het later nasla, blijkt dat niet te kloppen. Zowel mijn geheugen als de film hebben variaties gemaakt op het dagboek. Zo krijgt Anne in de film haar dagboek in het begin van de onderduiktijd, maar dat blijkt drie weken voor de onderduik te zijn, namelijk op 12 juni 1942 als ze haar dertiende verjaardag viert. Zoals gebruikelijk in films, worden er geen realistische achtergrondgeluiden gebruikt. In dit geval worden we meer meegenomen in een zee van romantische violen en andere muziek dan dat we bijvoorbeeld de Westertoren horen, die om het kwartier zijn carillon laat klinken, zoals in het dagboek beschreven.

Anne leest de eerste onderduikdag A Tale of Two Cities van Charles Dickens. Het mooiste boek dat ze ooit gelezen heeft, verzucht ze. Noch in het dagboek noch elders in publicaties over Anne staat vermeld dat ze dit boek leest; laat staan dat we weten wat ze er van gevonden zou hebben. Ik vraag me af waarom deze titel over de Franse revolutie met daarin een liefdesverhaal zo expliciet wordt genoemd. Heeft Otto Frank zich dat later herinnerd? Zat het boek een keer bij de bibliotheekboeken die Miep elke zaterdag placht te brengen? En kon die kleine Anne (die in de film erg lang is voor haar leeftijd) zo goed Engels lezen op dertienjarige leeftijd? Ook worden er in het Achterhuis (zoals Anne in haar dagboek de onder-duikplek noemt) meer alledaagse dingen gedaan dan de film laat zien. Veel details en nuances ontbreken.

 

Een mooi voorbeeld van wat het geheugen (in combinatie met verbeeldingskracht) doet, toont Anne in haar dagboek als mijnheer Van Daan, die een kleine week later dan in de film met zijn gezin onderduikt, vertelt wat kennissen denken te weten over wat er met de familie Frank is gebeurd. ‘Zo had een familie ons alle vier ’s ochtends vroeg op de fiets langs zien komen [De familie Frank was te voet] en een andere mevrouw wist pertinent, dat we midden in de nacht in een militaire auto waren geladen’, schrijft Anne (p. 45, in mijn editie uit (1979).

 

Wie is Anne?

Tweeënhalf uur heb ik meegeleefd met Anne Frank en deze groep onderduikers; hun beslommeringen, hun omgang met de beperkte levensruimte, het tekort aan eten en de benauwende angst om ontdekt te worden. Ik besefte weer hoe gemakkelijk onschuldige mensen tot zondebok kunnen worden gemaakt ..., maar is de getoonde situatie van Anne Frank exemplarisch voor de holocaust? Wordt aan haar verhaal terecht een universele waarde toegekend? Symboliseert zij het universele lijden? Welke betekenis heeft ze voor mij?

 

De Anne in de film doet me denken aan de al even schuldbewuste, maar ook opofferingsgezinde Etty Hillesum. Ik bedoel hier schuldbewust in de betekenis van het besef van eigen tekortkomingen en niet in de betekenis van schuld zoals door de nazi’s uitgedragen. Als Anne kwaad of gefrustreerd raakt door haar huisgenoten of de situatie, bekent ze Peter kleintjes dat haar zus Margot veel deugdzamer en minder lastig wordt gevonden.

 

In het dagboek is Anne weliswaar schuldbewust, maar eerder opstandig dan opofferingsgezind. Als Anne aan Dussel vraagt of ze vaker van het tafeltje in hun gezamenlijke kamer gebruik mag maken en hij met een afwijzing reageert, zeurt ze net zo lang tot ze haar zin krijgt. Ze besluit dit incident met de wijsneuzige opmerking: ‘Iemand die al 54 jaar oud is en zulke pedante en kleinzielige gewoonten heeft, is door de natuur zo gemaakt en leert die gewoonten ook niet meer af.’ (p. 108)

 

Het dagboek is in tegenstelling tot de film niet karikaturaal. De gedragingen van personen worden daarin met mensenkennis en nauwgezet beschreven. Anne blijkt ook minder eenzijdig betrokken op Peter. Ze vindt zelfs dat hij op een gegeven moment weer wat zelfstandiger moet worden: ‘Ik heb Peter, meer dan hijzelf weet, met geweld naar mij toegehaald. Nu houdt hij zich aan me vast en ik zie voorlopig nog geen afdoend middel hem weer van me te scheiden en op eigen benen te zetten ...’ Ook constateert ze dat hij toch geen geschikte vriend voor haar zal zijn: ‘Toen ik namelijk al heel gauw bemerkte, dat hij geen vriend voor mijn begrip kon zijn, heb ik er naar gestreefd hem dan tenminste op te heffen uit zijn bekrompenheid en hem groot te maken in zijn jeugd.’ (p. 264)

 

Dit is mijns inziens Anne ten voeten uit: ze wil zichzelf almaar verbeteren, is vol schuldbesef als dat niet altijd lukt, maar is ook teleurgesteld als de ander die behoefte niet heeft en ze wil die ander dan best een handje helpen.

 

Het einde van de film lijkt er vooral op uit de kijker niet al te gedeprimeerd achter te laten. Behalve op de belevenissen van de onderduikers ligt het accent te veel op een romantische ontwikkeling van Anne en de relatie tot Peter. Dit meisjesverhaal is zo zoet muzikaal begeleid en gefilmd dat ik het afbreuk vind doen aan de Anne van het dagboek die veel meer wikt en weegt, haar innerlijke tegenstrijdigheden aan je toevertrouwt, haar hoop en angsten laat zien. Een Anne die zich bewust is van haar ontwikkeling tot volwassene. Een aardige initi-atiescène in de film is wel wanneer Anne een bh past en zich opdoft voor een bezoek aan Peter op zolder.

 

Door de film kan ik me voorstellen dat Anne voor velen het universele lijden symboliseert. Ze is gefilmd als een lijdzame martelaar, een zich opofferende Jeanne d’Arc, zonder dat haar opstandige, kritische en ambitieuze kanten erg worden benadrukt. Door het romantische en hoopvolle einde proef je nauwelijks nog de bitterheid van Anne’s situatie, laat staan einde. Ook omdat de film besluit met de zin: ‘In spite of everything, I still believe that people are good.’ Met deze visie op de goedheid van de mens, wordt een zin uit het dagboek aangehaald die in zijn context lang niet zo eenvoudig en absoluut bedoeld kan zijn, dan hij aan het slot van deze film klinkt. Op 15 juli 1944 schrijft Anne: ‘Het is een groot wonder, dat ik niet al mijn verwachtingen heb opgegeven, want ze lijken absurd en onuitvoerbaar. Toch houd ik ze vast, ondanks alles, omdat ik nog steeds aan de innerlijke goedheid van den mens geloof. Het is me ten enenmale onmogelijk alles op te bouwen op de basis van dood, ellende en verwarring.’ (p. 265). Haar laatste woorden in het dagboek, op 1 augustus 1944, benadrukken echter nog eens de complexheid van ‘het goed zijn’. We lezen daarin over haar eigen worsteling hiermee: ‘... als er zo op me gelet wordt, dan word ik eerst snibbig, dan verdrietig en ten slotte draai ik mijn hart weer om, draai het slechte naar buiten, het goede naar binnen en zoek aldoor naar een middel om te worden zoals ik zo erg graag zou willen zijn en zoals ik zou kunnen zijn, als . er geen andere mensen in de wereld zouden wonen.’ (p. 269)

 

Wat een onderduikmeisje symboliseert

In zijn lezing benadrukte Barnouw dat de tijd het beeld en de betekenis van Anne Frank doet veranderen. Westra bevestigde dit enigszins door te vertellen dat de Anne Frank Stichting haar accenten in de tijd heeft verlegd van de bestrijding van racisme en antisemitisme naar educatie over de holocaust. Op de website noemt de Stichting als doelen: het in stand houden van het Anne Frank Huis en het uitdragen van de idealen van Anne Frank zoals verwoord in haar dagboek, namelijk leven in een wereld waar iedereen zichzelf kan zijn en waar geen oorlog is. De Stichting geeft dit inhoud door het ontwikkelen van producten en activiteiten ter bevordering van verdraagzaamheid en wederzijds respect. Op de website van de verkiezing van ‘de grootste Nederlander’ wordt Anne omschreven als symbool van tolerantie, antiracisme en levenslust.

 

Anne Frank symbool van de holocaust, symbool tegen vooroordelen, archetype van de onschuld, symbool van het universele lijden, symbool van de hoop, symbool voor de joden. Ieder kiest en vormt zijn of haar eigen beeld, betekenis en interpretatie. Maar dat we niet meer om haar heen kunnen is evident. Op mijn beurt wil ik hieraan een zoveelste beeld toevoegen.

 

Een realistische Anne

Ik zie Anne het liefst met de ‘girlpower’ die ze in haar dagboek heeft. Een jonge, kritische, leergierige vrouw met lef en eigen wensen, en een drang zich te ontwikkelen. Eigenschappen die zeer verdienstelijk zijn bij de ontwikkeling tot een zelfstandige en onafhankelijk denkende volwassene. Zo’n volwassene zal zich misschien minder gemakkelijk laten manipuleren en verleiden tot het volgen van fascistische politieke partijen dan bijvoorbeeld een gemakzuchtig type met weinig eigen gedachten en wensen. Haar verdienste is mijns inziens vooral dat ze haar innerlijke wereld helder, eerlijk en scherp op papier heeft gezet. Hierdoor leer je haar kennen en wordt ze een normaal menselijk persoon. Een persoon waar je je mee kunt identificeren. Dat kun je niet zeggen van de geslachtloze Jezus, Mohammed, Jeanne d’Arc, beroemde Nederlanders of film- en popsterren; heilige en onrealistische figuren van wie de persoonlijke of innerlijke wereld nauwelijks bekend is en die voornamelijk een uiterlijke of onhaalbare wereld vertegenwoordigen. Geen wonder dat na de bijbel Het Achterhuis het meest gelezen boek is. Als rolmodel voor emancipatie en de ontwikkeling van een nieuwe lichting pubermeiden op weg naar zelfstandigheid vind ik Anne geen anachronisme. Met die Anne kan men zich in deze tijd nog steeds positief identificeren.

 

Anne Frank, Het Achterhuis: dagboekbrieven, 14 juni

1942-1 augustus 1944. Amsterdam: Contact, 58e dr.

1979. ISBN 90-254-6469-6.

 

Rianne Heijmans is redacteur van Cogiscope.

 

Referentie: 
Rianne Heijmans | 2005
Cogiscope : tijdschrift over gevolgen van oorlog en geweld, ISSN 1871-1065 | 1 | 1 | juni | 30-33
Trefwoorden: 
onderduiken, onderduikkinderen