Een kind dat allerlei handelingen steeds maar opnieuw wil doen, omdat het bang is
dat er anders iets ergs gebeurt of omdat het een gevoel heeft dat dat moet, heeft een
dwangstoornis. Voorbeelden hiervan zijn veel en uitvoerig handenwassen, urenlange
wasrituelenonder de douche, veel te vaak controleren of deuren en ramen dichtzijn,
controleren of spullen wel goed liggen of veel overbodige vragen stellen aan ouders.