Toen Mr. L.E. Visser, jurist en president van de Hoge Raad, in 1941 door de Duitsers ontslagen werd omdat hij een Jood was, durfde geen van de leden van die Raad protest aan te tekenen. Zelfs tijdens de bezetting werd hen dat door sommigen al kwalijk genomen, zoals de juristen R.P. Cleveringa en B.M. Telders die zich wel verzetten tegen ontslag van hun Joodse collega's.
Hoe zat het met het politiek en maatschappelijk rechtsherstel na mei 1945 en komen teruggekeerde Joden hun vooroorlogse positie weer innemen?