‘Het was alsof elk van die mensen ons vragen had moeten stellen, op onze gezichten had moeten lezen wie we waren en nederig ons verhaal had moeten aanhoren. Maar niemand keek ons aan, niemand nam de uitdaging aan; ze waren doof, blind en stom, verschanst in hun ruïnes als in een fort van niet-willen-weten, nog altijd sterk, nog altijd in staat tot haat en verachting, nog altijd gevangen in hun oude verwarring van trots en schuld.’
Primo Levi, Het respijt
Een Duitse man loopt op straat en stelt willekeurige voorbijgangers een vraag.