Mission possible : partners van de naoorlogse generatie oorlogsgetroffenen

Mijn vader had twee levens. Een kort en vlammend, zonder mij. En een daarna. Mijn vrijheid was een plicht.

Mijn vader had twee levens: een sloeg zijn brandmerk in het ander en het ander joeg een schaduw over mij.

 

Anna Enquist

 

Partnerrelatie-problematiek binnen gemengde huwelijken

Het samenleven van twee partners waarvan de één getraumatiseerd is door de oorlog en daarnaast ook nog een andere culturele achtergrond heeft, bijvoorbeeld joods of Indisch, brengt een aantal potentiële problemen met zich mee. Gemengde huwelijken zijn over het algemeen kwetsbaarder dan homogene relaties, omdat verschillen in culturele achtergrond en traumatisering soms moeilijk te overbruggen zijn. Zo kunnen er zaken spelen die te maken hebben met bijvoorbeeld levensfaseproblematiek, waar de partners heel verschillend op kunnen reageren.

Partnerrelaties bij jong-getraumatiseerde oorlogsgetroffenen

Over partnerrelaties, over jong-getraumatiseerden en over oorlogsgetroffenen is al veel geschreven, maar nog weinig over de combinatie van die drie onderwerpen. Ik ben geen theoretisch deskundige op dit gebied, maar ik heb wel praktische ervaring. Daarop is het onderstaande gebaseerd.

Partners van de eerste generatie oorlogsgetroffenen

Inleiding

De partner van een oorlogsgetroffene is veelal de levensgezel(lin) van een existentieel getraumatiseerd mens. Dat wil zeggen van een man of een vrouw die in een situatie heeft verkeerd waarin leven en menszijn werden bedreigd, een situatie waaruit ontsnappen zeer moeilijk of onmogelijk was en waarvan het einde niet in zicht was.

Kahana (1992) heeft de kenmerken van een existentieel trauma als volgt beschreven:

1.    het totale leven en beleven wordt door de gebeurtenis ontwricht, er is geen veilig gebied meer over;

Partners van militaire oorlogsgetroffenen: een onderzoek

Een veteraan: ‘Bij mijn terugkeer uit Indonesië zat ik onder de malaria en was zwaar overspannen. Als mijn vrouw mij toen niet had opgevangen was ik er misschien niet meer geweest.’

Hen partner: ‘Na ruim veertig jaar samen zijn is er veel waar je niet meer bij nadenkt. Bijvoorbeeld dat je partner ziek is en daardoor altijd voor gaat. Je komt weinig toe aan je eigen leven en verlangens. Je hierin verdiepen helpt niet. Mijn man is door al zijn kwalen en lichamelijk ongemak zo op zichzelf gericht, datje het alleen maar kunt aanvaarden of ophoepelen.’

Oud worden met de oorlog: voordracht voor vrijwilligers uit organisaties van oorlogsgetroffenen

‘Jarenlang keek ik met grote verwachting uit naar het ouder worden. Ik stelde me voor dat ik wijs zou zijn en een tikje ontheven van de zorgen van de wereld, voorbij verlangen en verleiding, zonder frustratie en dus zonder woede. En tenslotte: ik zou zonder schuld zijn, zonder verplichtingen en plichten, alleen maar in leven. Dat zou echte vrijheid betekenen, vrijheid van driften van binnenuit, vrijheid van bedreiging van buitenaf. Ik dacht dat ik als oud man eindelijk zou zijn wie ik verondersteld werd te zijn: ik. mezelf en vrij.'

Boeken over dwangarbeid

Over het thema dwangarbeid in de Tweede Wereldoorlog zijn vele boekwerken verschenen. Dit zijn hoofdzakelijk ervaringsverhalen, maar er zijn ook enkele wetenschappelijke werken gepubliceerd. De ervaringsverhalen variëren van het literaire werk van Alfred Kossmann1 en Maarten Mourik2 tot het verzamelen en ordenen van verhalen van derden door Karei Volder.3 Naast het wetenschappelijke werk van B.A. Sijes4 en A.J.H. Bauer5 is er in Nederland weinig ander wetenschappelijk werk op dit gebied verschenen.

Vergelding kent geen leeftijd : ‘Potgieterlaan 7; een herinnering’ van Sytze van der Zee

‘Het maakt geen verschil, NSB’er of NSB-kind, iedereen moet boeten, vergelding kent geen leeftijd’. In één zin maakt Sytze van der Zee, oud-hoofdredacteur van het Parool, in zijn autobiografische boek Potgieterlaan 7 de positie van NSB-kinderen duidelijk. Ook hij is een ‘NSB-jong’ dat evenals tienduizenden andere kinderen opgroeide in een gezin dat fout was. Van der Zee (1939) beschrijft op beeldende wijze de herinneringen aan zijn jeugd, waar de oorlog en de verkeerde politieke keuze van zijn ouders als een rode draad doorheen lopen.

Kunst en trauma

In 1986 werd een achttienjarige Cambodjaanse jongen naar een analyticus verwezen voor een consult. Tijdens de eerste ontmoeting vroeg hij om hulp bij het opschrijven van zijn herinneringen. Toen de analyticus hem vroeg wat hij zich herinnerde, kwam er maar heel weinig boven. Hij kon zich de namen van zijn familieleden niet herinneren, noch zijn eigen naam of de stad waar hij vandaan kwam, noch zijn verleden. De enige heldere herinnering was een executiescène: dorpelingen waren bijeengedreven en in een rij opgesteld om doodgeschoten te worden; de kinderen als laatsten.

De Vonk : Een afdeling van Centrum ’45 voor getraumatiseerde vluchtelingen en asielzoekers

Al lang wordt door deskundigen de stelling verdedigd dat de ervaring opgedaan bij de hulp aan slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog ook van waarde zal blijken voor de hulpverlening aan slachtoffers van recentere vormen van geweld. Maar is dit werkelijk zo? Deze vraag krijgt een nieuwe actualiteit nu Centrum ’45, gespecialiseerd in de hulpverlening aan oorlogsgetroffenen, in Noordwijkerhout De Vonk heeft opgericht, een afdeling voor getraumatiseerde vluchtelingen en asielzoekers. Aan dr. J.E.

Pagina's