Eén van de klachten van oorlogsgetroffenen is dat de ander niet wil of niet kan luisteren. Maar ligt dat wel zo eenvoudig? Welke signalen zenden kampkinderen zelf uit naar hun partners en kinderen en hoe reageren die daarop?
Komt het gesprek tussen het kampkind en de partner/kinderen over het oorlogsverleden niet op gang, omdat wezenlijke vragen hierover door het kampkind worden genegeerd? En als dat zo is, waarom?
-Het artikel ’Getrouwd met de oorlog’ van Paul de