Hoofdbehandelaarschap en kwaliteit van zorg: perspectieven van GGZ-cliënten

De minister van VWS en veldpartijen vinden het vanuit het oogpunt van kwaliteit en controleerbaarheid van belang dat er duidelijkheid is over de definitie van hoofdbehandelaarschap. In de brief die de minister in de zomer van 2013 aan de Tweede Kamer schreef, benoemde zij daarbij een limitatieve lijst van beroepen die vanaf 1 januari 2014 in aanmerking komen voor het hoofdbehandelaarschap. Ook kondigde zij onderzoek aan "om toe te kunnen werken naar een op inhoudelijke gronden gebaseerde norm voor het hoofdbehandelaarschap in de generalistische basis GGZ en de gespecialiseerde GGZ".

Giving maltreated children a voice: A study of self-reported quality of life, and the effectiveness and cost-effectiveness of the child-interview intervention during the investigation of reports of child maltreatment

Giving maltreated children a voice

A study of self-reported quality of life, and the effectiveness and cost-effectiveness of the child-interview intervention during the investigation of reports of child maltreatment

PROEFSCHRIFT

ter verkrijging van de graad van doctor aan de Universiteit Maastricht

op gezag van Rector Magnificus, Prof dr. L. Soete

volgens het besluit van het College van Decanen

in het openbaar te verdedigen

op woensdag 3 december 2014 om 16.00 uur

door

The strength of family ties: A meta-analysis and meta-regression of self-reported social support and mortality

Perceived social support has long been recognized as associated with better health and longevity. However, important factors that may moderate this relationship have not been sufficiently explored. The authors used meta-analyses and meta-regressions to examine 178 all-cause mortality risk estimates from 50 publications, providing data on more than 100,000 persons. The mean hazard ratio (HR) for mortality among those with lower levels of perceived social support was 1.11 (95% confidence interval [CI]: 1.05, 1.17) among multivariate-adjusted HRs.

Het maatschappelijk draagvlak voor Nederlands militair optreden in historisch perspectief

Militair ingrijpen vereist een fundamentele politieke overeenstemming Het moet ‘goed’ zijn; het doel moet dit ultieme middel rechtvaardigen. Algemene steun voor militair ingrijpen kan alleen verkregen worden als de media dat in grote meerderheid steunen, in berichtgeving en vooral ook in commentaar.

Ethische dilemma’s in maatschappelijk werk voor veteranen

Want in elk slecht mens schuilt nog zoveel goeds,

En in elk goed mens zoveel slechts,

Dat het beter is om niet te oordelen.

Inleiding en vraagstelling

Veteranen, verslaving en trauma

Inleiding

Recent verschenen twee dissertaties (Dirkzwager. 2002; de Vries, 2002) met ‘veteranen' als onderwerp. Dat is verheugend, want er is over Nederlandse veteranen niet veel geschreven. Zeker niet als in aanmerking wordt genomen dat Nederland toch een redelijke historie heeft met het uitzenden van militairen naar andere landen.

De afwezigheid van de jonge veteraan binnen de algemene hulpverlening

 

Inleiding

Jonge veteranen2 die als gevolg van hun uitzending op de hulpverlening zijn aangewezen, kunnen zowel een beroep doen op de militaire als de civiele hulpverlening Een duidelijke minderheid kiest voor de civiele hulpverlening. Een aantal vragen zijn in dit kader interessant:

•    Is de groep die bij de civiele hulpverlening meldt een andere dan die de militaire hulpverlening consulteert?

•    Waarom kiezen sommige jonge veteranen voor de civiele hulpverlening?

Individuele hulpverlening aan jonge veteranen bij de Landmacht

'Misschien zal ik nooit meer volkomen gelukkig kunnen zijn, misschien heeft de oorlog dat vernietigd; en ik zal altijd een weinig afwezig zijn en nergens geheel en al thuis;- maar volkomen ongelukkig zal ik ook wel nooit wezen,-want iets zal er altijd zijn om mij steun te geven, al zijn het ook slechts mijn handen of een boom of de levende aarde. ’

(Erich Maria Remarque, 1931, 1983)

Inleiding

Een gewonde krijger als echtgenoot of vader: relatie- en gezinsproblemen bij Nederlandse veteranen

‘Ik heb het helemaal niet verwerkt, ik heb het gewoon verdronken, letterlijk en figuurlijk ... veel alcohol gedronken ...vechtpartijen buitenshuis ... totdat ik zelf besefte dat het echt heel slecht ging. Toen heb ik ook nog angstaanvallen gehad ...en toen heeft mijn vrouw gezegd: “je moet nou toch eens hulp gaan zoeken, want dit zit niet goed”. “Ja, ja, doe ik wel, doe ik wel”. Maar ja, ik doe ’t niet, want je wilt ’t toch allenig doen ...en dat resulteerde dus in een zelfmoordpoging ... tja, beneden in huis brand gesticht en boven in bed gaan liggen.

Pagina's