Partnerrelatie-problematiek binnen gemengde huwelijken

Het samenleven van twee partners waarvan de één getraumatiseerd is door de oorlog en daarnaast ook nog een andere culturele achtergrond heeft, bijvoorbeeld joods of Indisch, brengt een aantal potentiële problemen met zich mee. Gemengde huwelijken zijn over het algemeen kwetsbaarder dan homogene relaties, omdat verschillen in culturele achtergrond en traumatisering soms moeilijk te overbruggen zijn. Zo kunnen er zaken spelen die te maken hebben met bijvoorbeeld levensfaseproblematiek, waar de partners heel verschillend op kunnen reageren.

Partnerrelaties bij jong-getraumatiseerde oorlogsgetroffenen

Over partnerrelaties, over jong-getraumatiseerden en over oorlogsgetroffenen is al veel geschreven, maar nog weinig over de combinatie van die drie onderwerpen. Ik ben geen theoretisch deskundige op dit gebied, maar ik heb wel praktische ervaring. Daarop is het onderstaande gebaseerd.

Partners van de eerste generatie oorlogsgetroffenen

Inleiding

De partner van een oorlogsgetroffene is veelal de levensgezel(lin) van een existentieel getraumatiseerd mens. Dat wil zeggen van een man of een vrouw die in een situatie heeft verkeerd waarin leven en menszijn werden bedreigd, een situatie waaruit ontsnappen zeer moeilijk of onmogelijk was en waarvan het einde niet in zicht was.

Kahana (1992) heeft de kenmerken van een existentieel trauma als volgt beschreven:

1.    het totale leven en beleven wordt door de gebeurtenis ontwricht, er is geen veilig gebied meer over;

Partners van militaire oorlogsgetroffenen: een onderzoek

Een veteraan: ‘Bij mijn terugkeer uit Indonesië zat ik onder de malaria en was zwaar overspannen. Als mijn vrouw mij toen niet had opgevangen was ik er misschien niet meer geweest.’

Hen partner: ‘Na ruim veertig jaar samen zijn is er veel waar je niet meer bij nadenkt. Bijvoorbeeld dat je partner ziek is en daardoor altijd voor gaat. Je komt weinig toe aan je eigen leven en verlangens. Je hierin verdiepen helpt niet. Mijn man is door al zijn kwalen en lichamelijk ongemak zo op zichzelf gericht, datje het alleen maar kunt aanvaarden of ophoepelen.’

Vergelding kent geen leeftijd : ‘Potgieterlaan 7; een herinnering’ van Sytze van der Zee

‘Het maakt geen verschil, NSB’er of NSB-kind, iedereen moet boeten, vergelding kent geen leeftijd’. In één zin maakt Sytze van der Zee, oud-hoofdredacteur van het Parool, in zijn autobiografische boek Potgieterlaan 7 de positie van NSB-kinderen duidelijk. Ook hij is een ‘NSB-jong’ dat evenals tienduizenden andere kinderen opgroeide in een gezin dat fout was. Van der Zee (1939) beschrijft op beeldende wijze de herinneringen aan zijn jeugd, waar de oorlog en de verkeerde politieke keuze van zijn ouders als een rode draad doorheen lopen.

Kunst en trauma

In 1986 werd een achttienjarige Cambodjaanse jongen naar een analyticus verwezen voor een consult. Tijdens de eerste ontmoeting vroeg hij om hulp bij het opschrijven van zijn herinneringen. Toen de analyticus hem vroeg wat hij zich herinnerde, kwam er maar heel weinig boven. Hij kon zich de namen van zijn familieleden niet herinneren, noch zijn eigen naam of de stad waar hij vandaan kwam, noch zijn verleden. De enige heldere herinnering was een executiescène: dorpelingen waren bijeengedreven en in een rij opgesteld om doodgeschoten te worden; de kinderen als laatsten.

Ook ‘gemengd-gehuwden’ leefden in doodsangst : Uitstel deportatie was ‘bis auf weiteres’

In de Tweede Wereldoorlog werden joden die getrouwd waren met niet-joden en een kind hadden, voorlopig niet op transport gesteld.

Loucky Content, journaliste, is bezig met een onderzoek naar wat de groep ‘gemengd-gehuwden’ heeft meegemaakt. Mensen van de doelgroep die aan dit onderzoek willen meewerken, kunnen contact met haar opnemen.1

In onderstaand artikel volgt een eerste indruk van dit lopende onderzoek.

Vrouwenkamp Struiswijk: ‘Alles is in orde : Belofte aan de kinderen die hun verleden zoeken ingelost

Alles is in orde is de titel van het pas verschenen boek waarin Els Michielsen-Baljon een geschiedenis geeft van het aan de rand van Batavia gelegen vrouwenkamp Struiswijk. De titel is een vertaling van het Japanse ‘fushimban ijo arimasen’, het wachtwoord waarmee de vrouwelijke gevangenen die nachtdienst hadden zich bij de surveillerende Japanse militairen moesten melden.

Casuïstische waarnemingen weerspiegeld in onderzoek

De Indische jeugdige oorlogsgetroffenen maken momenteel het grootste deel uit van de aanvragers bij WUV (Wet Uitkeringen Vervolgingsslachtoffers 1940-1945) en WUBO (Wet Uitkeringen Burger-Oorlogsslachtoffers 1940-1945). Derhalve is het onderzoek ‘Gezondheid en herinneringen aan de oorlogsjaren van Indische jeugdige oorlogsgetroffenen' van Mooren en Kleber zeer relevant voor ons werk als artsen van het Medisch Bureau van de Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR).

Het onderzoek van Mooren en Kleber : inzichten en vragen

De hoeveelheid zorgvuldig bij elkaar gebrachte informatie in dit onderzoeksverslag brengt de lezer tot wanhoop of tot verder lezen en reflectie.

De vragen die de onderzoekers willen beantwoorden zijn, ontdaan van wetenschappelijke precisie, als volgt te formuleren:

Wat hebben jongeren meegemaakt die in Indië verbleven tijdens de Tweede Wereldoorlog?

Hoe is het nu met hun gezondheid gesteld?

Is er een verband tussen hoe zij zijn omgegaan met hun ervaringen en hun huidige gezondheid?

Pagina's