Bloed II:

Bloed II

Macht in liefde en oorlog

 

Een compositie van Cornelis de Bondt (1953), uitgevoerd door het in moderne muziek gespecialiseerde Nederlands Blazers Ensemble en het in de wereld van de oude muziek vermaarde Hilliard Ensemble.

 

Bloed II is een compositie in zeventien delen, waarin Cornelis de Bondt werk van hemzelf en van andere componisten (onder andere Josquin des Prez en Monteverdi) samenbrengt in één verhaal met als centrale thema macht. Macht in liefde en oorlog, maar ook in de ouder-kind relatie.

Uitgangspunt voor deze compositie is de relatie van De Bondt met zijn vader die zeer beïnvloed is geweest door de traumatische ervaringen die de laatste opgedaan heeft in het Duitse concentratiekamp Neuengamme. De Bondt wilde deze verstoorde relatie ‘van zich af schrijven’ in een tweeluik over de Vader en het Kind.

Bloed II is het deel over het Kind en is eerder geschreven dan Bloed I voor symfonieorkest en gemengd koor, het deel over de Vader dat hier verder buiten beschouwing blijft.

De zeventien delen vormen een zogenaamde raamcompositie waarin de thematiek Liefde en Oorlog, Ouder en Kind verwoord wordt in Engelse, Franse en Italiaanse madrigalen, gezongen door het Hilliard Ensemble. Rode draad in Bloed II is een fragment uit het bijbelboek Exodus aangevuld met fragmenten uit het theaterwerk Herakles van de Oudgriekse schrijver Euripides en een kort fragment uit de Bucolica van Vergilius. Deze oude teksten heeft De Bondt niet voor niets gekozen. Ze beschrijven de problematiek van de volgende generaties, of het Kind, op dramatische wijze en het blijkt dat deze problematiek van alle tijden is: (...) for I the Lord thy God am a jealous God, visiting the iniquity of the fathers upon the children unto the third and fourth generation of them that hate me (Exodus). Herakles vermoordt, als slachtoffer van een betovering, vrouw en kinderen, en in Bucolica wordt een kind aangeraden zijn ouders toe te lachen om de gunst van de góden niet te verspelen.

De madrigalen worden als het ware aan elkaar geregen door korte tussenstukjes (intermezzi), door De Bondt opgebouwd uit verschillende lagen van elektronisch vervormde klanken en bovengenoemde teksten (gewoon ingesproken en daarna met de computer extreem bewerkt). Hij noemt dit de basso continuo, een verwijzing naar de praktijk van de ondersteunende bas uit de barok. Hierin komt het Kind muzikaal terug, doordat één van deze lagen uit opgenomen kinderstemmen bestaat.

Het stuk beweegt zich voortdurend op twee niveaus: neem je de tekst als uitgangspunt dan wordt deze letterlijk ‘verstoord’ door de moderne interpretatie in de elektronische intermezzi. Neem je

de raamcompositie als uitgangspunt dan is deze te beschouwen als ‘commentaar’ of extreme reactie op de tekst.

Resultaat is in ieder geval een dramatisch en spannend stuk dat impact heeft. Impact doordat er een spanning wordt opgebouwd die voornamelijk voortkomt uit tegenstellingen in de compositie. Namelijk de oude muziek van de madrigalen die De Bondt gebruikt om tot een nieuwe muziekvorm te komen.

De Bondt maakt (ook in eerdere composities) consequent gebruik van bestaande (oude) muziekstukken, voornamelijk als aansluiting op zijn eigen muziek, om als het ware het belang van beide te onderstrepen.

De akoestische zang van de leden van het Hilliard Ensemble tegenover de elektronische vervorming. De abstractie (geen herkenbare ritmes en klanken) van de nieuwe muziek tegenover de concreetheid van de teksten. De tonaliteit van de oude muziek klinkt zuiver tegenover de atonaliteit van de intermezzi die, zoals een modern componist betaamt, alle wetten breekt. Ook het uitgangspunt waarmee De Bondt de compositie begonnen is en uitgewerkt heeft, bevat tegenstellingen. De thematiek is duidelijk en hij heeft er goed over nagedacht welke componenten hij wil gebruiken om tot een muzikaal resultaat te komen: de rationeel doordachte compositie vanuit een emotioneel beladen idee. Zelf zegt De Bondt dat juist de abstractie van muziek als kunstvorm de individuele beleving sublimeert tot een collectieve. Niet alleen het gemoed van de componist speelt een rol, het roept tevens iets op bij de luisteraar zelf waardoor de emotie veralgemeniseerd wordt.

‘Door teksten uit de recente en oude kunst te gebruiken heeft De Bondt het gegeven op een algemener plan gebracht dan het autobiografische’ (Volkskrant 14/04/01).

Bloed II is een zeer wel doordachte, goed onderbouwde compositie die een appèl doet op de luisteraar. De prachtige madrigalen ontroeren en de intermezzi van De Bondt drijven de spanning op en laten merken dat er meer aan de hand is.

De dramatiek bereikt zijn hoogtepunt in de laatste zeven delen waarin de oude en nieuwe muziek letterlijk samenkomen, aangevuld met kopersignalen van een donderende God en daartegenover de lieflijke kinderstemmen. Dit alles zorgt voor een emotionele beleving van de muziek.

Wil je de muziek ‘begrijpen’ dan is het zowel noodzakelijk de achtergrond en de ideeën te kennen van waaruit de componist Bloed II geschreven heeft, als ook te weten waar de teksten vandaan komen en waar ze over gaan. Het bij de cd behorende boekje geeft daarover uitsluitsel.

Muziek is er om gehoord te worden. Bij de compositie van Cornelis de Bondt geldt dat zowel in letterlijke als in figuurlijke zin. Letterlijk, omdat dit een muziekstuk is om te beluisteren (liever live dan op cd, tenzij je echt de tijd neemt om er voor te gaan zitten: het is geen achtergrondmuziek) en figuurlijk, omdat De Bondt er ook mee heeft willen uitdrukken dat (traumatische) ervaringen van de ouder kunnen doorwerken in het leven van de kinderen.

Sandra de Loor

Bloed [II] / Cornelis de Bondt. - 67 min.

Uitgevoerd door: Nederlands Blazersensemble en Hilliard Ensemble. Live opname van het concert in Muziekcentrum Vredenburg, Utrecht 17 maart, 1999.

(c) 2000 Nederlands Blazers Ensemble NBELIVE CD004

Referentie: 
Sandra de Loor | 2001