Inleiding
Tegenover mij zit een jonge vrouw in de spreekkamer. Zij is in psychotherapeutische behandeling. Ik noem haar Els. Zij is de oudste uit een gezin met drie kinderen, allen na de oorlog geboren. Vader zat in het verzet maar werd opgepakt en kwam als een wrak terug uit Mauthausen. We hebben een aantal zittingen besteed aan haar gevoel niet gezien te worden, er niet bij te horen, de verhouding tot haar ouders, loyaliteit en het niet voelen van boosheid, waar zo te horen wel reden toe is.
Het is de achtste zitting. Het gaat over haar zuster.