‘De zon deed een wanhopige poging om door ie komen op de laatste dag van mei 1944. De zon is warm in mei. Zij heelt. Maar zelfs de hemel was machteloos op die dag. Hemel en aarde werden beheerst door een macht die zo slecht was dat zij de natuurlijke orde van het heelal verstoorde, en het hart van mijn moeder zweefde weg in het door rook bezwangerde luchtruim van Auschwitz.
Al veertig jaar probeer ik die rook uit mijn ogen te vegen, maar mijn ogen branden nog altijd, moeder.'
(Leitner 1085, p. vii)