Een interview met klinisch psycholoog en psychotherapeut Anton Hafkenscheid over de naoorlogse generatie

Er heerst een serene sfeer in de woonkamer van het karakteristieke huis in Zwolle. Muziek uit de zeventiende eeuw, in een modern jasje, klinkt uit de speakers. ‘Dit is  L’Arpeggiata, ken je dat? Ik vind dat heerlijk. Oud en nieuw komen daarin samen.’ Kleine kans dat ik dat kende. Goed klonk het wel. Anton Hafkenscheid werkt al bijna 40 jaar als klinisch psycholoog en psychotherapeut bij het Sinai Centrum, een landelijk expertisecentrum voor trauma gerelateerde klachten en PTSS.

Als autoriteit op het gebied van de naoorlogse generatie, de kinderen van getroffenen van de Tweede Wereldoorlog, heeft hij honderden Nederlanders in zijn spreekkamer voorbij zien komen. Maar, zo vertelt Hafkenscheid, ‘De problematiek is soms lastig te definiëren, en voor mensen zelf kan het zeker moeilijk zijn om die te pinpointen.’ Ik vroeg hem naar de Nederlandse omgang met oorlogsgetroffenen, de hechtingsproblematiek die veelal binnen de naoorlogse generatie speelt, en hoe we als samenleving tegenover een nieuwe oorlogsdreiging staan. Over oud, en nieuw – het klonk al uit de speakers.

Referentie: 
Arjen van Lil | 2024
In: GGZ Vaktijdschrift ; ISSN: 2589-8108 | 1 | 7 | 18-21
https://ggz.nl/wp-content/uploads/2024/06/Interview-Anton-Hafkenscheid.pdf
Trefwoorden: 
interviews, naoorlogse generatie, oorlogsgetroffenen, Posttraumatic Stress Disorder (PTSD), Posttraumatische Stressstoornis (PTSS), psychotherapeuten, psychotrauma (nl), PTSD (nl), PTSS, Tweede Wereldoorlog (1939-1945)