De geschiedenis van Pelita : Zeventig jaar steun aan mensen uit Nederlands-Indië

Ongeveer 300.000 Indische Nederlanders en 35.000 Molukkers kwamen in de jaren na WOII uit het voormalige Nederlands-Indie (tegenwoordig Indonesië) naar Nederland. Het was de grootste groep immigranten in de twintigste eeuw die zich blijvend zou vestigen in Nederland. Velen van hen kwamen berooid aan en moesten helemaal opnieuw beginnen. Stichting Pelita ondersteunt hen en hun nazaten al zeventig jaar. Aan de hand van enkele foto’s volgt een impressie van de geschiedenis en werkzaamheden van Pelita.

In het voormalig Nederlands-Indië glinsterden ’s avonds duizenden koperen olielampjes op de berghellingen en langs de onverlichte wegen. Pelita heetten die olielampjes in het Maleis. Toen op 17 november 1947 een stichting werd opgericht om slachtoffers van de Japanse bezetting in Nederlands-Indië (1942-1945) en hun nabestaanden te ondersteunen, vonden de oprichters dit een toepasselijke naam. ‘De olielampjes breken met hun vriendelijk schijnsel de duisternis van het voor ons liggend pad’ stond er in het verslag van het oprichtingscomité. Op dezelfde manier wilde Pelita het lichtje zijn voor hen die door de duisternis van de Tweede Wereldoorlog waren geraakt.

Pelita richt zich op Indische Nederlanders en Molukkers die als gevolg van de Tweede Wereldoorlog, dekolonisatie en repatriëring in de problemen waren gekomen en hulp nodig hadden. Pelita zorgde in het begin onder andere voor de eerste opvang, huisvesting, een school voor de kinderen en financiële ondersteuning. Vanaf de jaren zeventig had Pelita maatschappelijk werkers in dienst en begeleidden medewerkers ook aanvragers voor de wetten voor oorlogsgetroffenen. Daarnaast boden ze ook een luisterend oor. In de zeventig jaar van haar bestaan probeerde Pelita altijd mee te bewegen met de behoeften van de doelgroep. Aandacht voor de sociaal-culturele en historische achtergrond stonden en staan daarbij centraal.

Van 8 maart 1942 tot 15 augustus 1945 was Nederlands- Indië bezet door de Japanners. Japan drong de Nederlandse invloed in deze periode stap voor stap terug. De blanke Nederlanders en andere Europeanen werden in interneringskampen opgesloten; mannen, vrouwen en kinderen. Jongens van 13, later 10 jaar, werden later in aparte interneringskampen opgesloten. Na de Japanse capitulatie op 15 augustus 1945 riepen de Indonesische nationalisten de onafhankelijkheid uit. In de maanden erna werden - op zijn minst - enkele duizenden Nederlanders, Indische Nederlanders en Chinezen vermoord door radicale Indonesische vrijheidsstrijders tijdens de zogenoemde ‘Bersiap’. Ook aan Indonesische kant vielen vele slachtoffers. Daarna volgde een guerillaoorlog (in Nederland ten onrechte ‘politionele acties’ genoemd) tussen de Nederlanders en de Indonesiërs die eindigde met de soevereiniteitsoverdracht op 27 december 1949. Daarvoor en daarna (tot in de jaren zestig!) kwamen er in verschillende golven ongeveer 335.000 mensen berooid naar Nederland toe omdat er in het nieuwe Indonesië geen plaats meer voor hen was.

 

Vlak na de oorlog heerste in Nederland grote woningnood. Indische oorlogsweduwen en hun gezinnen waren al een heel eind op weg geholpen als ze goede en betaalbare huisvesting kregen. Het zou hen bovendien minder het gevoel geven dat ze afhankelijk waren van de financiële steun van hulporganisaties. Van het startkapitaal van twaalf miljoen gulden was vijf miljoen bestemd voor de bouw van huizen, de zogenaamde ‘Pelitahuizen’. In juli 1948 werden de eerste acht woningen opgeleverd in de gemeente Ede. Uiteindelijk zouden het er 590 worden.
Pelita had aanvankelijk afdelingen in Nederland en in Nederlands-Indië. In Nederland waren er door het hele land plaatselijke comités. In 1949 waren er 35 waarvan bijna twee derde in het westen van het land. De plaatselijke comités sluisden aanvragen voor materiële hulp en financiële bijstand door aan het Centraal Bureau en concentreerden zich vooral op praktische zaken. De leden - vooral vrouwen - gaven ouders hulp en advies bij de opvoeding van hun kinderen en bij het zoeken van geschikte scholen. Ze hielpen pas gearriveerde oorlogsgetroffenen bij het invullen van formulieren en bij het beheren van het meestal karige huishoudbudget.

En ook heel belangrijk: ze luisterden naar mensen met heimwee naar Indië en verdriet om het doorstane oorlogsleed. Eind december 1979 werd als laatste het Haagse plaatselijk comité opgeheven.

Het Centraal Bureau van Pelita was decennia gevestigd aan de Javastraat, zeer toepasselijk gelegen in de Haagse Archipelbuurt. Pelita heeft daarnaast rapporteurs in het hele land die mensen begeleiden bij een aanvraag voor de wetten voor oorlogsgetroffenen. Via deze wetten kunnen mensen financiële ondersteuning krijgen als kan worden vastgesteld dat zij lichamelijke en/of psychische klachten hebben die terug te voeren zijn op de oorlog met Japan of de Bersiap. Bovendien moeten deze klachten nu nog van invloed zijn op hun functioneren en het vermogen om voldoende geld te verdienen.
Op 1 januari 2014 werd Pelita partner in Arq Psychotrauma Expert Groep om de juiste zorg voor de doelgroep ook in de toekomst te kunnen waarborgen.

Arq is een groep instellingen en organisaties die zich bezighoudt met de gevolgen van schokkende gebeurtenissen en psychotrauma. Begin 2015 vertrok Pelita uit Den Haag om na een tussenstop uiteindelijk in Diemen te belanden waar de meeste organisaties van Arq gevestigd zijn. De maatschappelijk werkers zijn in 2014 overgegaan naar De Basis in Doorn om de continuïteit van het maatschappelijk werk veilig te stellen. Pelita is nog steeds nauw bij het maatschappelijk werk betrokken om zodoende de kwaliteit te waarborgen.
Veel Indische Nederlanders en Molukkers uit de eerste generatie hadden en hebben behoefte aan een sociaal vangnet en aan voorzieningen die aansluiten bij hun culturele achtergrond om te voorkomen dat ze in een isolement terechtkomen. Dat gebeurt bijvoorbeeld door de Masoek Sadja’s, gezellige bijeenkomsten waar gepraat, gedanst en gegeten kan worden en waar men laagdrempelig in gesprek kan met een medewerker van Pelita. Onder de noemer sociale dienstverlening biedt Pelita een scala aan (ondersteunende) activiteiten aan: van het invullen van formulieren tot het organiseren van informele zorg. Meer en meer steunt Pelita hierbij op betrokken vrijwilligers.
 

Referentie: 
Onno Sinke | 2017
In: Impact magazine: over de psychosociale gevolgen van ingrijpende gebeurtenissen, ISSN 2543-2591 | [1] | 4 | december | 16-19
https://oorlog.arq.org/impact-magazine-2017-no-4
Trefwoorden: 
geschiedenis, Indo-Europeanen, Molukkers, Nederlands-Indie, oorlogsgetroffenen, repatriering, Sociale dienstverlening, Stichting Pelita, Tweede Wereldoorlog (1939-1945)