Puber in Indië, volwassen in Nederland
Inleiding
Ik kan mij de capitulatie van Nederlands-lndië nog herinneren als de dag van gisteren.
Mijn vader kwam gebroken thuis, onzeker en zeer geëmotioneerd. ‘Wij hebben de oorlog verloren.' Wat dat allemaal in zou houden was voor mij nog een raadsel. Het begon pas door te dringen toen ik s nachts om twee uur wakker werd van de voetstappen van honderden voorbijlopende soldaten over de straat voor ons huis. In het duister zag ik het KNIL-leger voorbijtrekken, zwijgend. In dc gloed van enkele olielampen die zij meedroegen zag ik sommige droefgeestige gezichten.
Een georganiseerde terugtocht van vermoeide en teleurgestelde mannen in donkergroen tenue, volledig bewapend en bepakt naar de kazernes vanwaar zij vertrokken waren om dc oorlog te winnen. Dit beeld heeft grote indruk op mij gemaakt en staat nog levensecht in mijn herinnering.
Mijn vader en moeder waren nu overgeleverd aan de wetgeving en aan dc cultuur van de Japanners. Toen ik een paar dagen later op straat klappen had gekregen van een Japanse schildwacht, omdat ik had vergeten bij het passeren een buiging te maken, kon ik geen enkel beroep doen op de bescherming van mijn ouders. Die konden mij alleen maar adviseren voorzichtiger te zijn en met zo dom te doen.
Na vele verhuizingen rondom Tjimahi kwamen mijn moeder, twee oudere zusters en ik als jongste zoon ten slotte in hel vrouwenkamp terecht. Mijn vader en twee broers waren ergens geïnterneerd, ieder in een ander kamp, gereed om op transport te worden gesteld voor dwangarbeid in een nog onbekend gebied of land.
Het vrouwenkamp
In de beginperiode was het vrouwenkamp te Tjimahi nog een open wijk in dc woonplaats. Dc Japanse overheid bepaalde op basis van afkomst - Nederlander en/of gemengdbloedig - wie in die wijk moesten gaan wonen. Al gauw werd de wijk afgesloten met prikkeldraad en bilikmatien en weer iets later mocht niemand meer vrij in- en uitlopen. Vanaf dal moment was de wijk een concentratiekamp geworden voor vrouwen met hun gezinsleden. Een bewaking van heillos en een Japanse kampcommandant bevestigden het beoogde doel.
Deze vrouwen-, meisjes- en jongensgemeenschap werd goed bestuurd door de vrouwen. Er ontstond zo een kleine Nederlands-lndische maatschappij, die met de gegeven middelen en de Japanse kampregle-menten en met alle spanningen van dien, toch moest functioneren. Vrouwen toonden hun vindingrijkheid en ook moed om deze gemeenschap leefbaar te houden. Allerlei werkzaamheden die normaliter door mannen werden gedaan, werden nu door vrouwen verricht. En dal terwijl in de Japanse opvattingen vrouwen geen enkele status hadden en zeker geen eigen mening mochten hebben. Systematisch werden de mannelijke onderdanen, eerst de ouderen en ten slotte ook de jongeren. uil het vrouwenkamp verwijderd.
In het vrouwenkamp werden de jongens al gauw ingezet voor het verrichten van verschillende karweien. Ik was nog in mijn puberteit - 13 jaar - en begon me al meer bewust te worden van mijn seksualiteit, waar ik eigenlijk niet zo goed raad mee wist. Enerzijds voelde ik me erg tot vrouwen aangetrokkén en wilde ik als een volwassen man worden gezien, anderzijds wilde ik ook graag als een kind worden behandeld. Door mijn moeder en oudere zusters werd ik als zodanig behandeld en verwend. Hel leidde bij mij vaak lot innerlijke en uiterlijke conflicten, waar mijn moeder en zusters geen raad mee wisten; zij vonden mij dan ook af en toe knap vervelend en lastig. Open gesprek ken bestonden toen nog niet.
Ik werd ingezet bij het keukencorvee. Hel werk bestond uit knollen schillen, groente wassen, kookketels schoonmaken, brandhout klaarmaken voor de ovens, onderhouden en repareren van de vloerovens: vier eenheden, gegroepeerd om een schoorsteen. Die reparaties bestonden uit het verwijderen, schoonmaken en opnieuw inmetselen van de losse bakstenen. De mortel was een samenstelling van klei en zand, en met een beetje water ontstond er dan een modderachtige metselspecie, die ondanks de inferieure kwaliteit toch een aardig resultaat gaf. Voorwaarde was echter dat de reparatie veelvuldig en met grote zorgvuldigheid werd uitgevoerd.
Ik vond het leuk werk en deed hei daarom dikwijls uit vrije wil, wanneer het, naar ik dacht, nodig was. Als beloning kreeg ik dan wat extra's te eten, of als eerste de beurt om de grote ketels uit te krabben. Dan hadden mijn moeder en zusters ook eens een grote portie te verdelen Wat was ik dan trots en wat voelde ik me dan rijk.
Daarnaast deed ik nog vele karweitjes tussendoor, zoals kapotte huishoudelijke voorwerpen repareren, messen slijpen, kleine groentetuintjes onkruidvrij houden en dergelijke. Daarvoor kreeg ik dan weer boeken, mannenkleren, een leren broekriem of een afgedankte kinderwagen, waar ik weer een karretje van maakte voor andere doeleinden, zoals transport van bijvoorbeeld eten of brandhout, of gewoon om ermee te spelen. Van afgedankte schoenen maakte ik klompschoe-nen, die heel gewild waren.
In de gaarkeuken van het vrouwenkamp was ik stoker, en met mij nog andere jongere en oudere jongens, verdeeld over drie ploegen die elkaar op gezette tijden aflosten. Wij jongens onder elkaar hadden wel open gesprekken over vrouwen en andere jongenspraat. Vreemd genoeg bestonden de pubermeisjes niet voor de jongens. Wij zagen ze zelfs niet. terwijl ze zich toch in grote aantallen om ons heen bevonden. Zo selectief keek je om je heen, door je seksuele gerichtheid op volwassen vrouwen.
Er waren vrouwen die het leuk vonden de spanning bij de jongens met lieve woordspelingen en lijfelijke aanhalingen op te bouwen om later, wanneer ze er zelf geen raad meer mee wisten, je belachelijk te maken ten overstaan van andere vrouwen. Het is mij zelf eens overkomen en ik voelde me behoorlijk vernederd en niet serieus genomen in mijn verliefdheid. Een behoorlijke deuk in mijn ontkiemende seksualiteit, die me een zekere angst gaf voor vrouwen.
De moeder van een van mijn vrienden werd het liefje van de Jap. Onder het koken werd daarover gepraat en geroddeld en werd er ook afgereageerd op mijn vriend: hij werd als een verrader beschouwd. Ik zag hoe hij daaronder leed, het verdriet en de vernedering die hij onderging en hoe hij alles machteloos moest laten gebeuren.
Op een dag kwam de Jap naar onze groep toe en wees naar mijn vriend. In gebroken Maleis vertelde hij mijn vriend dat hij een waardeloze moeder had. die met iedereen naar bed ging. Ik zag hoe mijn vriend wezenloos voor zich uit keek. Ik voelde een diepe minachting voor de Jap en voor de vrouwen die hem zo behandelden Ik wist echt niet hoe mijn vriend te troosten. Gelukkig waren er ook vrouwen die hem hielpen en verdedigden tegen de vele negatieve reacties.
Toen ik naar het jongenskamp ging. heb ik mijn fortuin moeten achterlaten. In een klein stalen koffertje mocht ik slechts een broek, twee hemden, wat ondergoed en een paar klompschoenen meenemen. Een slaapmat. een molton deken en een zelf genaaide plunjezak van bcd-delakens, waarin mijn moeder wat etenswaar had gedaan, completeerden toen mijn hele bezit Wij jongens mochten de vrouwen helpen -hun schamele bezit op wagens gestouwd - hen naar het station te brengen.
Op het perron te Tjimahi scheidden onze wegen zich. Mijn moeder en zusters werden op transport gezet naar een vrouwenkamp elders in het land. Ons gezin zat vanal dat moment her en der verspreid in een van de vele nog onbekende concentratiekampen. Vreemd genoeg was het afscheid een soort van opluchting geweest; nu kon ik als jongeman mijn eigen weg volgen, niet meer onder de verantwoordelijkheid van mijn moeder en haar soms hinderlijke bezorgdheid over mij.
Aan de andere kant voelde ik me in de steek gelaten, niet door mijn moeder, maar doordat de veilige familieband wegviel.
Nu was ik echt alleen, in een omgeving van jongens, allen van ongeveer dezelfde leeftijd. Een bizarre wereld van gelijksoortige jongemannen met een onzekere toekomst, die er niet voorspelbaar noch betrouwbaar uitzag
Het jongenskamp
In het begin kwamen er nog meer jongens bij. afkomstig uit andere vrouwenkampen Er heerste een gezagsvacuüm in de jongensgemeen-schap. waarin af en toe vechtpartijen uitbarstten. Wie de sterkste was, had de leiding en om zo'n sterfiguur verzamelden zich jongens die weer streken uithaalden in opdracht. Dat was nou niet bepaald plezierig. Onderdrukking, onder de onderdrukking van hel Japanse regime De voeding was in het begin dat het jongenskamp werd ingcrichi tol een burgerkamp van jongens en mannen, heel slecht en onregelmatig. De gaarkeuken was in handen van een groep corruptelingen. die zelf bepaalden wal en hoeveel voedsel werd gedistribueerd. Wij besloten toen als jongens gezamenlijk te protesteren. We hadden met een aantal jongens afgesproken om bij het avondappèl onze klacht in te dienen. Als dc kampcommandant vroeg of wij nog iets hadden te melden, dan zouden wij een stap naar voren doen en dc boodsc hap mededelen.
Toen het grote moment was aangebroken - ik stond voor in dc rij -was ik de eerste die naïef een stap voorwaarts maakte. Dc overigen bleven op hun plaats staan. De uitkomst van deze eenmansactie laat zich gcmakkelijk raden: een flinke afranseling was de beloning voor mijn vertrouwen in de kampgenoten.
Toen er meer oudere mannen werden aangevoerd, werd het er de eerste dagen nou niet bepaald veiliger op. Soms werd het eten zo maar weggepakt, suiker en zout afgenomen door grotere, oudere mannen, die je een pak ransel verkochten als je protesteerde tegen hun dieven-gedrag. Gelukkig duurde deze toestand niet lang. Na de benoeming van een kamphoofd werd de kampgemeenschap gestructureerd.
Aan een groep van ongeveer vierentwintig jongens werd een oudere man toegevoegd. Hij moest regelend optreden en erop toezien dat alles goed verliep. Maar hij was niet de baas over ons.
Van hem kreeg ik de raad eens wat boksen te leren, waardoor ik me in een hachelijke situatie zou kunnen verdedigen en niet meer zo bang zou hoeven te zijn als cr gevochten moest worden. Hij zei: 'Ik kan je niet garanderen dat je zult winnen, maar je bent in ieder geval een tegenstander geworden en ook niet meer zo gemakkelijk te intimideren.’
Zijn raad had veel succes. Ik had niet langer meer last van jongens of mannen die van zins waren mij iets af tc pakken. Sommigen kon ik door mijn niet meer bange houding gemakkelijker de baas, door een grote mond op te zetten. Bovendien, en dat vond ik achteraf eigenlijk veel belangrijker, ik had zelfvertrouwen gekregen.
Er waren kampgenoten die bleven stelen om zelf in leven te blijven; er waren er die organiseerden bij het leven en anderen daardoor benadeelden. Weer anderen spaarden voedsel uil eigen mond, om nog slechtere lijden ie kunnen doorstaan. Sommigen moesten voor hun spaarzin boeten met zware ondervoeding of zelfs de hongerdood. Onder hun slaapplaats lag dan in een kussensloop hei gedroogde voedsel verstopt, dat dan door anderen werd geconsumeerd.
Door mijn handigheid was ik in staat verschillende klusjes te doen. na beëindiging van hel dagelijkse verplichte corvee. Ik verstelde de versleten schamele kleding, haalde garen uit stukjes lap, maakte en repareerde houten klompen en haalde wandluizen uil matrassen, vaak voor oudere mannen. Voor deze dienstverlening kreeg ik kleine beloningen in natura, zoals een schepje suiker of zout, een kwart sneetje brood, een of twee lepeltjes gekookte rijst of wal kledingstukken, knopen of brandhout. Allemaal waardevolle spullen om beter in leven te kunnen blijven.
Daarnaast vingen wij sprinkhanen en krekels om ie roosteren en kikkers en vogels om soep van te maken; zodoende kwamen we aan dierlijke eiwitten om hongeroedeem te voorkomen of andere nare verschijnselen len gevolge van ondervoeding.
Er gebeurden ook wel kleine heldendaden, die op mij veel indruk maakten. Ik stond vooraan in de rij op het appel. Het aftellen van de rijen in de blokopstellingen gebeurde soms niet naar de zin van de kampcommandant en dan werd het net zolang herhaald tot het correct verliep, of de Jap verloor zijn geduld en begon klappen uit te delen. Hij ging dan de rijen af om iedereen onder handen te nemen die hem op hel eerste gezicht niet beviel. Op een dag werd ik bij zo'n gelegenheid door een man die achter mij stond bij de schouders gepakt en snel verwisseld van plaats, zodat hij voor in de rij stond en ik achter hem. Ik ontliep daardoor het pak slaag.
Ons kamphoofd was een man die duidelijke standpunten innam en ook met bang was om beslissingen te nemen die soms in conflict waren mei de willekeurige maatregelen van de kampcommandant Dal leidde wel eens tot klappen in zijn gezicht. Voor de jongens was hij als een vader. Hij waakte over ons en deinsde er niet voor terug tussen ons en de kampcommandant te staan, ook al liep het voor hem slecht af. Zelfs de Jap had op den duur respect voor zijn gedrag.
Ik lag eens in het ziekenhuis, beter gezegd in de ziekenboeg, die in een woonhuis was aangebracht, om te genezen van een hardnekkige geelzucht. Opeens moesten wij in de vroege avond op het appel verschijnen. omdat er suiker of iels dergchjks was gesmokkeld. De dokters, de verplegers en de patiënten moesten zich opstellen in een lange rij voor hel gebouw van de kampcommandant. Toen de rij van angstige, niets vermoedende zieke burgers zich had gevormd, werd de afranseling systematisch ingezet. Koortsig door de geelzucht wachtte ik mijn beurt gelaten af. Hoe het zich verder ontwikkelde weet ik niet meer. In ieder geval stond ik op een of andere manier buiten mijn eigen lichaam Ik zag mijzelf staan. Ten slotte gaven de smokkelaars zichzelf aan. maar pas toen de hele afranseling had plaatsgevonden en wij al enige tijd stonden te wachten op wat er verder zou gaan gebeuren. Het was ondertussen al heel laat in de avond geworden. Enige mannen lagen in elkaar geslagen op de grond.
De smokkel was verraden door een van de kampgenoten. De Jap wist ervan. Enkele dagen later werden wij weer verzameld. De Jap wees de verrader aan en wie met de verrader wilde afrekenen kon zijn gang gaan. Wat er toen gebeurde was een schouwspel van wreedheid, dat mij vervulde van walging. De verrader werd getrapt en geschopt: toen hij was neergevallen op de grond, trapten ze hem tegen het hoofd. De Jap maakte een eind aan het slaan en schoppen.
Wij kunnen ons ook als beesten gedragen, drong het tot mij door in mijn jongenshoofd. Het was afschuwelijk en een slecht voorbeeld van onze beschaving, dacht ik toen nog heel naïef. Ik schaamde me diep tegenover de Japanse commandant en de Indonesische heiho's.
Ons kamphoofd nam later de maatregel dat degene die smokkelde of een actie ondernam die bij ontdekking door de Jap nare gevolgen voor de kampgenoten kon hebben, door hem werd genoteerd en na de bevrijding als oorlogsmisdadiger zou worden aangegevcn. Ook kampgenoten die zich schuldig maakten aan ernstige corruptie, zouden zich na de bevrijding moeten verantwoorden voor de burgerrechter. Op deze wijze werden corruptie en zwarte handel enigszins aan banden gelegd binnen de kampgemeenschap.
Het verbaasde mij in het begin van de kamptijd, dat er mensen waren met een hoge positie in het burgerleven die zich in hel kamp ontpopten als boeven, terwijl je van hen eerlijkheid en goed gedrag verwachtte. Gelukkig waren de eerlijke mensen in de meerderheid. De verloedering van waarden en normen in de samenleving van het jongenskamp, ook al was het onder de Japanse bezetting, vond ik waardeloos en vernederend voor onszelf. En dat vonden ook vele anderen.
Op een dag - er deden al veel geruchten de ronde over de capitulatie van Japan - werden we bij elkaar geroepen voor een algeheel appel. Op het grasveld deelde ons kamphoofd de onvoorwaardelijke overgave van Japan met enige emotie in zijn stem mee.
Er heerste eerst een geladen stilte en toen, heel voorzichtig, werd het Nederlandse volkslied gezongen. Opeens was er ook de Nederlandse vlag, het rood-wit-blauw De waarschuwing van het kamphoofd het kamp met zomaar uit te gaan, werd maar half begrepen of gehoord. We zijn bevrijd - we zijn vrij - wc kunnen weer zelf beslissen wat we willen doen - we zijn vrij!!!
Na deze vredesboodschap ging ieder weer naar zijn verblijf terug. Een gevoel van opluchting en een langzame bewustwording van een toekomst zonder richting. Ik kwam in een soort toestand van niet meer kunnen beseffen wat er eigenlijk aan de hand was. Sommigen durfden het nieuws niet eens te geloven, voor andere, zwaar ondervoede kampgenoten kwam de bevrijding te laat. De dood lag al aan hun voeten te wachten.
Al vrij direct na de bevrijding werd ik naar de kamppoort geroepen Zonder enig vermoeden over wie daar kon zijn, ging ik in looppas naar de kamppoort. Daar stond Klara, mijn tweede Indische moeder, met een klein mandje etenswaren. Nasi rames. telor ketjap en nog wat lekkernijen. Dit voorval bracht mij opeens terug naar de werkelijkheid. Plotseling werd ik mij bewust van mijn ouders, broers en zusters, die ik weet niet waar nog ergens moesten bestaan.
Vele vragen kwamen in mijn hoofd op hoe gaat het verder, waar zijn de andere familieleden, waar zal ik het eerst naar toe gaan. wie leven er nog, wie zijn er gestorven, wat zal ik gaan doen? Een palet van vragen en problemen verlamde mijn doen en denken die eerste dagen.
Ik genoot in eerste instantie van het verbeterde voedselaanbod en hel ontvangen van Jappenkleding en -schoenen. Japanse soldatenkleding werd ons aangeboden om onze vermagerde lichamen van de lompen te ontdoen en onze vereelte voeten een betere bescherming te bieden legen de weersinvloeden. Achteraf gezien een krankzinnige voorziening. na zoveel jaren van onderdrukking ons te kleden als de Japanners zelf. Maar er was niels beters. Gek genoeg was ik er wel blij mee.
De Bersiap-tijd
Toen enkele kampgenoten, nadat zij op eigen initiatief uil hel kamp waren gegaan, gekidnapt of vermoord bleken te zijn, beseften wij dat een andere wrede oorlog was begonnen: de harde werkelijkheid van de Bersiap-tijd, die een steeds grimmiger karakter kreeg.
De kampen werden uit veiligheidsoverwegingen weer gesloten en beschermd door dc Japanse soldaten. Een voortzetting van een kwelling, maar nu om in leven te blijven. De plaats des onheils getransformeerd lot een oord van veiligheid.
Toen na vele geruchten de meldingen binnenkwamen van dc moordpartijen. gijzelingen cn martelingen buiten het kamp, kwam heel langzaam het besef dat er buitenkampmensen bestonden: mensen die buiten het kamp waren gebleven in de Japanse bezettingstijd en overgeleverd waren aan willekeur, vernedering en wreedheden, niet alleen van Japanners, maar ook van Indonesiërs die naar onafhankelijkheid streefden.
De eerste ontmoeting met mijn vader in Bandoeng was een vreemde aangelegenheid. In die paar jaren was ik ondanks de slechte lijden toch goed in lengte toegenomen. Keek ik eerst tegen hem op. nu zag ik opeens een mager, grijs mannetje. Wij hebben, geloof ik, eerst een tijd in stomme verbazing naar elkaar gekeken, alvorens dc emoties bij ons loskwamen. Alsof we bang waren dat toch niet dc juiste persoon voor ons stond.
Doordat ik in hel jongenskamp niet onder het ouderlijk gezag had gestaan maar mij zelf had moeten ontwikkelen, was ik heel zelfstandig geworden, cn op die basis ontstond cr tussen mijn vader en mij een merkwaardig goede vriendschap. I lij had goed in de galen dal ik niet van plan was hem zomaar te gehoorzamen, en dat ik daar zelfs niei toe in staal was.
Omgekeerd dacht ik dat ik hel niet kon maken helemaal niet naar hem te luisteren. Ik had bij andere vader-zoonverhoudingen wel gezien dat cr conflicten ontstonden ten gevolge van dc vervreemding na jaren van scheiding. Maar wij hielden te veel van elkaar om een nieuwe verwijdering te laten ontstaan. Tenslotte, wij hadden het allebei overleefd. Nu nog de overige familieleden zoeken
Dc Bcrsiap was een tijd van lugubere wandaden, zwarte-aardestrategie en wederzijdse wraaknemingen door moorden en verkrachtingen.
Ik schaamde mij diep voor de verkrachtingen, soms ook wel openlijk uitgevoerd overdag. Ik had soms een hekel aan mijn man-zijn. Mensenlichamen werden zinloos verminkt, in stukken gesneden of levend verbrand. Ik zag hoe mensen van Indiase, Engelse, Nederlandse, Indonesische of wat voor nationaliteit dan ook, vervielen in een soort frustratie over de geleden onmenselijke ontberingen, waarvoor zij op een of andere manier een uitweg moesten zien te vinden. Een vorm van rechtvaardiging van het doorstane leed in de oorlog. In welke oorlog?
Van de oorlog tegen Japan in het voormalige Nederlands-lndie had ik slechts de teruglrekkende soldaten gezien na de capitulatie. Daarna onder de Japanse overheersing de beleving in het concentratiekamp. Na de bevrijding van het Japanse juk: de Bcrsiap-oorlog in plaats van de vrede.
Tegenstelling op tegenstelling. Wie vocht er eigenlijk voor wie, voor wie was er de bevrijding en wie vocht er voor de menswaardigheid?
Ik onderging een soort shock waarin het mij duidelijk werd dat men beschaving niet kan vinden in een natie maar in individuen.
Mijn vader wilde graag dat ik naar Nederland zou gaan in verband met de ongunstige ontwikkelingen in Nedcrlands-lndie. Ik liep groie kans opgerocpen te worden in het leger. ‘Ik zie je niet graag in een beest veranderen', zei hij dikwijls. Bovendien zag hij de algehele situatie niet rooskleurig in en vertrouwde er niet op dat het Nederlandse gezag zou worden hersteld. Hij vond het een verdrietige zaak dat er nodeloos jonge mannen werden geofferd aan een falend politiek beleid.
De graven van de soldaten en burgers in Indonesié in de Bersiap-tijd zijn helaas een bewijs van zijn juiste inschatting gebleken.
In Nederland
Vanaf het eerste moment in Nederland had ik moeite me aan te passen aan de cultuur. Ik moest heel erg wennen aan de heersende opvattingen, de regelmaat van de dagindeling, de zondagsrust, eigenlijk aan alle formaliteiten die zo bepalend waren in de omgang met mensen. Mijn eerste opvang was bij mijn oom en tante in Amsterdam. Zij woonden op de tweede verdieping van een gesloten woningblok gelegen aan een plantsoen met een grote vijver in het midden. De rust en de ordelijkheid die ervan uitgingen waren voor mij zeer ongewoon. De kiezelpaden in het plantsoen gaven de bewegingsvrijheid aan in het groen. Builen de paden begeven resulteerde in een reprimande of in het ergste geval een boete: symbolisch voor de Nederlandse samenleving. Er waren burgers op straat, geen of weinig militairen, trams, paard met wagens, maar geen militaire voertuigen zoals in Indie, waar je zomaar op kon springen om een eindje mee te rijden. Hel rommelen en organiseren in de marge zoals in Indiè was afgelopen. Hier wachtte je gewoon op de dingen die voor je georganiseerd en bedacht waren: distributiebonnen, abonnementen, toegangskaarten, badhuizen voor de wekelijkse douche, om maar wat te noemen. Het waren allemaal zaken waar ik aan moest wennen.
De eersie nachten gingen aan mij voorbij met een groot onrustgevoel. Het was alles te stil, alsof er een overval werd voorbereid. Zo’n gevoel gaf hei mij. En dan die plotseling opkomende nachtelijke maagpijnen. Je moet zeker aan het Hollandse eten wennen', zei mijn oom. Mijn tante probeerde me met warme melk van mijn kwaaltje af te helpen, overigens zonder resultaat Als zeventienjarige moest ik de discipline opbrengen dagelijks naar school te gaan. De overbruggings-HBS was mijn eerste moeizame siap op de maatschappelijke ladder. Na jaren van ongeregeld leven en wars van enige autoriteit, viel het mij zwaar me aan hel schoolregime le onderwerpen.
Over de achterliggende oorlogsperiode werd op school niet gesproken. als was er ccn stille afspraak onder elkaar gemaakt. Ik deed de opgedragen taken op school meer als plichtspleging dan uit ambitie. Bovendien had je als Indische Nederlander hel gevoel extra je besl le moeten doen om niet voor indolent uitgemaakt te worden. Je waarmaken was het parool!
De verhouding met mijn oom en tante werd op den duur onhoudbaar. Ik mocht geen vrienden van school op mijn kamer ontvangen. De betutteling, de sociale controle en hun apostolische fundamentalisme werkten zo benauwend op mij. dal ik er serieus aan dacht eigen onderdak te zoeken. Wij begrepen elkaar eenvoudigweg niet. Zij deden op hun manier zeker hun best. Aan eten en goede verzorging ontbrak het mij niet. Ondertussen was ik wel zo gespannen als ccn veer en binnen in mij was iets wat mij plotseling zeer driftig kon maken. Zelf begreep ik niets van deze emotionele uitbarstingen. Toen mijn ouders samen met mijn oudste zuster naar Nederland repatrieerden en in Utrecht tijdelijk onderdak kregen bij dc zuster van mijn vader, was dat voor mij aanleiding direct bij hen in te trekken. Niet lang daarna eind 1948, werd mijn oudere broer bij het KNIL gedemobiliseerd en mocht hij naar Nederland vertrekken. De jarenlange internering in het Jappenkamp in Flores, en daarna de voortzetting van zijn dienstplicht tijdens de Bersiap, hadden hem zwaar getekend. Dc behandeling van KNIL-militairen door dc Slaat der Nederlanden droeg nog eens extra bij tot wat een traumatische frustratie genoemd kan worden Voor mijn vader gold dat evenzeer. Het gezin was na een jarenlange scheiding, vanaf 1942. eindelijk weer bij elkaar, op mijn oudste broer na. Die overleed op 4 maart 1944 in het krijgsgevangenkamp te Tsumori-Osaka in Japan. De dwangarbeid in dc kolenmijnen en de slechte medische behandeling werden zijn dood. Zo bewoonden wij met ons vijven dc bovenste verdieping van de kleine woning van mijn oom en tante. Dat de tijdelijke inwoning nog ruim twee jaar zou duren hadden zij noch wij verwacht.
De gezinshereniging
De gezinshereniging was voor mij heel belangrijk. De hartelijkheid, de gezinswarmte en het gewoon bij elkaar zijn deden mij goed.
Langzaam kwam ik meer tot mezelf en het vechten voor mijn toekomst geschiedde nu met steun van deze kleine gezinsgemeenschap. Ook mijn prestaties op school werden aanzienlijk beter. Vreemd genoeg werd er over het verleden niet gepraat. Mijn moeder kon nog wel eens mijmeren over Indie, over de ruime behuizing die van alle gemakken was voorzien. Mijn vader zei dan altijd: 'Wees blij dat wij nog leven en wat die spullen betreft, wc krijgen nog wel eens nieuwe Hou alsjeblieft op over Indie!’
Een paar jaar later kregen mijn ouders een huis aan de Singel in Utrecht toegewezen. Eindelijk konden zij leven zonder voortdurend met anderen rekening te hoeven houden. Het was mooi wonen aan het water met hoge bomen langs dc wegkant. Hier kwamen wij tot rust cn het zal altijd in mijn herinnering blijven als de plaats waar ik lot ontwikkeling ben gekomen in een sfeer van vrede en blijdschap Het laatste examenjaar van dc HBS moest ik door overspanning onderbreken Ik sliep slecht cn dc pijnen in mijn maag en bovenarmen waren vaak ondragelijk. Het leek wel of dc rust in huis mij eer-der stress bracht dan ontspanning. De huisarts kon verder niets con stateren en merkte alleen op: 'Een Hollandse jongen moet flink zijn en niet blijven piekeren’.
Na de HBS wilde ik in Delft bouwkunde studeren. Mijn vaders inkomen was echter net te hoog om een studiebeurs te krijgen en te weinig om mijn studie zelf te kunnen betalen. Ik had hoge cijfers voor wis-, natuur- en scheikunde, lage voor de talen en het gemiddelde cijfer van 7,5 was ook niet voldoende om in aanmerking te komen voor een studiebeurs. Dat bracht mijn vader op het idee mij geld te lenen en als compromis voor de studie in Delft stelde hij de HTS-bouwkun-de in Utrecht voor. En zo geschiedde.
Twee jaar later, in 1954. studeerde ik af met een extra aanbeveling voor een architectenstudie. Ik had voor het examen al een baan aangeboden gekregen bij een architectenbureau als bouwkundig tekenaar. In die lijd werd ik ook verliefd. De jongere zuster van de vrouw van mijn broer maakte indruk op mij door de aandacht die zij had voor mijn werk en studie. Haar warme belangstelling en haar kritische opmerkingen over mijn doen en laten deden een band tussen ons beiden ontstaan.
In Steenwijk werd een jaar later, in het ouderlijk huis van mijn vrouw, ons huwelijk gesloten. Wij gingen in Den Haag wonen, waar het architectenbureau was. Onze huwelijksreis bestond uil een dag extra verlof en een etentje bij de Chinees op de Laan van Meerdervoort.
Gehuwd
In Den Haag kwamen wij terecht op een kamer bij een weduwe, echter onder de voorwaarde: ‘geen kinderen te nemen'. De getrouwde status van mijn vrouw was er de oorzaak van dat zij er niet in slaagde een betrekking in haar beroep van kleuteronderwijzeres te vinden. Zij probeerde op een andere manier werk te vinden als kinderoppas. Maar dat vond ik toen in sirijd met mijn opvattingen en waardigheid. Dus bleef mijn vrouw maar thuis, wat zij verschrikkelijk vond.
Mijn vrouw raakte na een paar jaar huwelijk in verwachting en ik was verrast, blij en trots. Ik had nog helemaal niet gedacht aan gezinsvorming Met financiële steun van mijn ouders kochten we een flat in Rijswijk. Hier werd onze dochter geboren
Alhoewel ik hei naar mijn zin had op mijn werk en ook de nieuwe woning goed beviel, kreeg ik op een gegeven moment last van hyperventilatie en krampen, die mij parten speelden bij het werk, de studie en ons gezinsleven. Mijn vrouw had veel last van mijn gespannen en rigide gedrag en was ook zo nu en dan depressief.
Dc joodse huisarts die wij hadden gaf ons gelukkig veel aandacht en mij de nodige medicijnen. Maar wat er precies aan dc hand was wist ook hij niet, of misschien juist wel Achteraf gezien was ik bezig mijn verleden te ontkennen, bang voor mijn emoties en de gevolgen die dat kon hebben voor mijn activiteiten. Overdag werd ik opgeslokt door het werk, 's avonds was er de studie. Het was kortom een druk bestaan, waarin ik nauwelijks toekwam aan mijn gezin.
Mijn studie, de hobby’s en de gefixcerdheid op mijn carrière werden door mijn vrouw in lijdzaamheid ondergaan zonder dat ik het zelf in dc galen had. zo dominerend was mijn gedrag.
Mijn studie aan dc Akademie van Kunsten in Den Haag die ik had opgepaki werd cum laude afgerond. De studie zei te ik mei een aanbeveling voort aan dc Akademie van Bouwkunst te Amsterdam. Ik voelde me zeer vereerd, maar het betekende wel dat dc studie met nog eens twee jaar werd verlengd. Tol grote ontsieltenis van mijn vrouw, die wilde dat ik even een rustperiode van een jaar zou nemen ten behoeve van ons gezin. In feite hadden wij dat ook zo met elkaar afgesproken. Immers, het gejakker cn de lange werkdagen hadden geen gunstige uitwerking op onze relatie. Met de kinderen (we hadden er een zoon bij gekregen) bemoeide ik mij zelden. Ik deed wel mijn plichten als vader, maar mijn hart was er niet bij. Mijn energie voor het werk en de studie schenen echter onuitputtclijk, ondanks de grote innerlijke spanningen.
Op de een of andere manier was hei evenwicht tussen mijn versland cn mijn gevoel doorgeslagen naar een absurde werkzucht. Mijn gevoelsleven was verdoofd en ik leefde alsof ik geprogrammeerd was Het was een soort van overlevingshouding, die hoorde bij een oorlog die toch allang voorbij was. Maar dat had ik toen nog niet in de gaten. Praten over de gevolgen van de oorlog was toen een vreemde bezigheid, die ook door mijn directe omgeving zonder meer werd afgewezen Erger nog, het werd gezien als een zwakte van geest. Zelfs in familieverband werd niet over de oorlog in Indie gesproken.
Ondertussen was ik van baan veranderd. Hel was inmiddels 1959. Ik werkte nu bij een groot adviesbureau, dal voornamelijk grote industriële projecten moest ontwikkelen voor zowel binnen- als buitenland. Maar de drukte van deze nieuwe baan en de puur commerciële opzet van het adviesbureau, zonder enige consideratie voor de mensen, werden mij al snel te gortig. Ik moest veel reizen en hei kwam regelmatig voor dat als je op bureau kwam de nieuwe reisbiljetten alweer klaar lagen, zonder dal er gevraagd werd of het je wel paste. De hoofddirec-teur was bovendien een zeer eigenzinnig en autoritair man die geen tegenspraak duldde. Geenszins onder de indruk van deze eigenschappen voerde ik zeer pittige discussies met hem. Op een dag kwam hij bijvoorbeeld onze afdeling binnen om ie vragen of een bepaald project in Frankrijk over drie dagen klaar kon zijn voor onderhandelingen. Ik zei hem dat dit onmogelijk was en vroeg of ik in de toekomst niet kon worden geraadpleegd over de tijdsplanning. Hij werd zo kwaad dat hij een aantal tekeningen verscheurde, tot grote schrik van de medewerkers. ‘Nu duurt het zeker nog drie weken voordat het project gereed is voor de algemene bespreking', zei ik na zijn woedeuitbarsting heel kalm.
Het resultaat was verbluffend en verrassend. De spanning was weg en een gelach barstte los. Vanaf die lijd werd eindelijk rekening met mij gehouden. Op de een of andere manier had mijn ongevoeligheid voor zulke emotionele toestanden ook zijn voordelen
Toch solliciteerde ik niet lang daarna naar dc functie van architect bij de Rijksoverheid. Ik kreeg dc betrekking, tot onze grote blijdschap en die van mijn vader, die mijn werkzaamheden bij particuliere bedrijven maar ‘zo-zo' vond. Geen vaste toekomst en geen pensioen vond hij maar niks. Buiten dat was hij zeer trots op mijn verkregen functie. Architect over drie provincies in het noorden van het land en tevens plaatsvervangend directeur.
Door de grote diversiteit aan opdrachten kwam ik met een groot aantal mensen in contact, met hele uiteenlopende standpunten en meningen. Ik begon de wereld op een andere manier le bekijken en was daardoor ook meer in staat zaken te relativeren. De gesprekken mei psychologen, docenten, jeugdleiders van internaten, therapeuten van gevangenissen, politiefunctionarissen en dergelijke deden mij langzaam maar zeker beseffen dat ik ook eens buiten mijn eigen wereldje moest kijken. Ik leerde mijn naaste omgeving met andere ogen te observeren en vooral niet te snel standpunten in te nemen. Leren luisteren werd mijn devies en proberen anderen te begrijpen.
Na mijn vaste aanstelling stortte ik me op het bouwen van een eigen huis in Drenthe. Hel wonen in het Drentse dorp was werkelijk fantastisch en met zoveel groen om ons heen. ver van de drukte van grote steden, een hele verademing. In de tuin werken vond ik heerlijk. Bovendien was het een prachtige afleiding voor mijn drukke bezigheden. Wij wandelden veel in deze mooie omgeving en de kinderen genoten van de grote mogelijkheden om le spelen in de weilanden, bos en heide. Met de kinderen zelf spelen deed ik overigens praktisch niet. Samen met hen iets maken slechts zo af en toe. Eigenlijk was ik alleen in de vakanties voor ze beschikbaar
Wij hadden voor die gelegenheden een caravan gekocht waar we met ons gezin buitenlandse reizen mee maakten. De kinderen hadden een eigen tent naast de caravan. Alles werd door mij gedirigeerd volgens een vast opgezet plan. als had ik daartoe opdracht gekregen. Het kamperen kreeg daardoor iets krampachtigs, wat vaak tot grote spanningen leidde.
Overspannen
Een grote klap in mijn leven was het verliezen van mijn beide ouders, halverwege dejaren zestig, in twee maanden tijd. Ik was niet in staat te huilen, noch om een behoorlijk woord uil te brengen, hoewel ik veel van ze hield Mijn emoties waren diep weggedrukt en van een rouwproces was bij mij geen sprake. Hel was een verdriet zonder tranen.
Ondanks mijn vele contacten via hel werk en verschillende bestuursfuncties in het vrijwilligerswerk leefde ik in een wereld die hermetisch was afgesloten voor bepaalde emoties. Een glazen stolp waartegen iedere gevoeligheid werd teruggekaatst. Zelf had ik het gevoel dat ik ieder moment uit elkaar kon barsten. En dat gebeurde ook. Op het werk kreeg ik op een zeker ogenblik als gevolg van een conflict tussen twee medewerkers een spontane woedeaanval. Ik gooide een tekentafel omver en beukte een stoel in elkaar. Bang voor deze onverwachte uitbarsting liep de hele werkzaal leeg. als om het vege lijf te redden De anders zo vriéndelijke en geduldige man scheen in een dolle stier te zijn getransformeerd. Ik was zo van mijzelf geschrokken dal ik beefde over mijn hele lichaam. Dc agressie van jarenlange onderdrukte emoties was even ontsnapt aan mijn beheersing. Dit voorval bracht mij toen nog niet op het idee. dat dit iets met de oorlog te maken kon hebben. Eerder dacht ik dat het conflict cn het kleingeestige gezeur van deze medewerkers mij het bloed onder de nagels vandaan hadden gehaald. Ik schaamde mij voor deze onbeheerstheid.
De dood van mijn schoonmoeder deed mijn vrouw beseffen dat ze zo niet langer door kon gaan, ook niet in onze relatie. Zij werd depressief en besloot toen naar een gespreksgroep te gaan. Dc ervaringen cn dc indrukken die zij daar opdeed. waren voor haar aanleiding haar gedrag te veranderen. Haar emoties waren niet haar zwakte maar haar kracht. Op een avond deelde zij mee: 'Ik weel niet of jij zo nog verder wilt gaan. ik in ieder geval niet. Op deze manier kan ik niet meer met jou samenleven/ Deze boodschap had een enorme uitwerking op mij. Opeens was ik mij bewust dat er iets moest gaan gebeuren, wilde ik haar niet verliezen. Zij had zoveel energie gestoken in mijn studies, mijn werk, mijn carrière, dal haar identiteit en creativiteit waren ondergesneeuwd als gevolg van mijn dominerende kamppatronen. Ik was niet een sterke maar een angstige man. Een ontdekking die heel belangrijk was voor mijn verdere persoonlijke ontwikkeling!
Niet lang daarna kreeg ik via een goede kennis een essay van professor Bastiaans in handen dat ging over traumatische oorlogservaringen. Het was alsof mijn ingeblikte oorlogsleed werd opengemaakt cn tegelijkertijd begon ik mijn dominerende overlevingspatronen uit het kamp te begrijpen. Dat wil zeggen, dc gevolgen die deze hadden op mijn omgeving en mijn gezin. Het artikel maakte diepe indruk en maakte emoties bij me los waar ik eigenlijk geen raad mee wist. Het besef dat dit stuk ook over mij ging was zo overdonderend dat ik letterlijk met stomheid werd geslagen. Het volgen van een bio-energeti-sche cursus, in combinatie met intensieve gesprekken, was het dircctc gevolg van het lezen van het bewuste artikel. Gelukkig wist ik toen nog niet wat zo'n cursus allemaal teweeg kon brengen en welke emoties vrij konden komen bij bepaalde oefeningen.
Na een intake-gesprek begonnen mijn eerste ervaringen met deze vorm van therapie. Voor het eerst leerde ik weer huilen en woede en blijdschap te laten zien. Ook het toelaten van emoties zonder cr bang voor tc zijn leerde ik.
Het moeilijkst vond ik nog de confrontatie met mijn collega’s op hel werk, vooral als ik net een emotioneel weekend achter de rug had gehad. De overgang van een plaats waar alles eerlijk gezegd kon worden naar een werkterrein waar dc grootste diplomatie in acht moest worden genomen, viel me zwaar. De werkelijkheid en de schijn, twee tegengestelde werelden.
Verdriet
Toen ik op een keer bezig was in de garage met een werkstuk, viel mijn oog op een roestvast stalen knipmes op de werkbank. Opeens zat ik tegenover mijn oudste broer in het 12c bataljon te Tjimahi in de allereerste periode van zijn gevangenschap. Ik bracht namens mijn moeder wat lekkernijen. Hij gaf mij zijn dienstmes cadeau, ccn roestvast stalen knipmes, en zei: ‘Hier Jantje, voor jou, ik wordt eerstdaags overgeplaatst. Dat was dc laatste keer dat ik hem heb gezien voor zijn dood in Japan. Koortsachiig ging ik zoeken naar dat mes in ons woonhuis. maar zonder resultaat. Ik huilde opeens over de dood van mijn oudste broer. Een verdriet dat nu pas loskwam na zoveel jaren. Voortaan ondervond ik dat sommige woorden, zinnen of voorwerpen een wereld van emoties kunnen opwekken uit vroeger beleefde momenten.
Om verschillende redenen was het contact tussen mij en mijn zoon niet goed. Persoonlijke gesprekken draaiden vaak op ruzies uit of op een ijskoud stilzwijgen. Hij voelde zich eenzaam en leefde zeer teruggetrokken Op een dag vertelde hij tijdens dc bordenwas van het avondeten over zijn homoseksualiteit aan mijn vrouw. Ik deed een dutje op dc bank in de woonkamer en mijn vrouw vertelde mij wat mijn zoon had verteld. De mededeling sloeg in als een bom.
Langzaam probeerde ik mij daarbij iets voor te stellen In hel kamp hadden wij ook homoseksuelen en die werd het leven zuur gemaakt.
In eerste instantie wisten we nu wat dc oorzaak was van zijn isolement en tegelijkertijd dachten wij aan dc moeilijkheden, die hem en ons tc wachten stonden. Hey was een moeilijk moment voor ons allemaal. Om inzicht te krijgen in homoseksualiteit is ook praten over heteroseksualiteit en je eigen seksualiteit onontbeerlijk. Onze seksuele contacten zijn slecht door mijn angst daarvoor. Dc herinneringen aan seksualiteit en geweld zijn traumatisch voor mij. Tijdens dc Japanse bezetting en de Bersiap had ik het geweld en de onderdruk king in dc vorm van seksualiteit gezien. Toen ik pas in het jongenskamp was, moest ik bij de kampcommandant de huishouding doen met nog een paar anderen, 's Avonds werden er vrouwen bij hem gebracht om zijn seksuele behoeften te bevredigen. Ik ben er getuige van geweest hoe hij zich dronken aan de vrouwen vergreep toen ik voedsel naar zijn kamer bracht. In de Bersiap-tijd had ik ook gezien hoe vrouwen werden gepakt en verkracht door Ghurka’s en ook wel door Nederlandse militairen. Seksualiteit is tederheid en intimiteit kunnen delen met je partner, maar in mijn beleving was het ook misbruik. onderdrukking en minachting voor het andere geslacht. Ik associeerde seksualiteit met pijn en woede en niet met tederheid. Een trieste aangelegenheid waar mijn vrouw en ik veel last van hebben gehad. De emancipatie van mijn vrouw was voor mij een grote steun De oprechtheid van haar streven naar persoonlijke ontwikkeling was niet altijd even gemakkelijk te accepteren, maar wel inspirerend voor mijzelf. De gedrevenheid van de activiteiten die zij ondernam, voor zichzelf en voor anderen, was voor mij een duidelijke aanwijzing ook eens anders om te gaan met mensen en dingen. Zij was het ook die mij opmerkzaam maakte op de activiteiten van vrouwen in het vormingscentrum De Bom', die landelijke praatgroepen opzetten waar Indische Nederlanders met elkaar konden spreken over hun verleden. In eerste instantie nam ik dat als mededeling aan, maar op een zeker ogenblik reageerde ik op een advertentie van een praatgroep. Ik had er behoefte aan te praten met mensen met eenzelfde achtergrond en was ook heel nieuwsgierig naar wie ik daar zou ontmoeten. De eerste bijeenkomst van de ‘kongsi' was voor mij een griezelige aangelegenheid, maar toch voelde ik mij al gauw thuis in de groep. Zo vond ik een stukje Indie terug op Nederlandse bodem. Door de open gesprekken en dc verhalen van betrokkenen ontvouwde zich geleidelijk aan enig inzicht in de problematiek van mensen die net als ik de oorlog in Nederlands-lndie hadden meegemaakt. In een van die bijeenkomsten kreeg ik bijvoorbeeld de opdracht een brief te schrijven aan mijn moeder en vader. Bij deze oefening kwam het verdriet over mijn ouders, die toch al zolang waren overleden, vrij. Een bijzondere gewaarwording.
Terug naar het verleden
Mijn oudste dochter was inmiddels afgestudeerd aan de Sociale Academie en was zich aan het oriënteren op haar eigen achtergronden, als het gevolg van de zelfanalyses die in haar opleiding onderdeel van de studie waren. Zij bestookte mij met allerlei vragen over mijn kampverledcn cn over gebeurtenissen uit dc Bersiap-tijd. Ik vond het vaak moeilijk die vragen ie beantwoorden of er dieper op in te gaan. vooral omdat ze heel naïef werden gesteld en met een intense belangstelling. Tussen de middag kwam zij op mijn bureau met een stapel krantenknipsels en met hele uittreksels uit boeken die betrekking hadden op dc Japanse interneringskampen in lndie. Wij namen dat dan samen door onder het genot van een kopje soep met kroketten of hardgekookte eieren Het had een goede uitwerking op onze relatie, al moest ik heel erg wennen aan alle aandacht die cr plotseling was voor mijn verleden. Ook voor mijn vrouw was dat een moeilijke aangelegenheid. Weliswaar steunde zij mij bij alle activiteiten die deel uitmaakten van mijn Indie-verleden, maar ook zij had steun nodig om zelf op verhaal tc komen na mijn jarenlange dominantie.
Mijn oudste dochter kreeg op een gegeven moment last van ondefinieerbare angsten die zich openbaarden in fobieën en relatieproblemen. l)c problematiek van de naoorlogse generatie werd hoe langer hoe meer herkenbaar bij onze kinderen, hoewel ik dat in eerste instantie niet wilde accepteren. Zij nam het initiatief een praatgroep te vormen met kinderen van andere oorlogsgetroffenen. Helaas werd de groep al snel ontbonden vanwege de grote weerstand van de ouders van deze kinderen!
Mijn zoon studeerde af met de scriptie ‘Jouw oorlog mij een zorg Voordat hij dc scriptie aanbood aan de docent en promotor van dc Sociale Academie nam hij het grondig met mij door. Op zijn kamer zat ik tegenover hem te luisteren naar de problemen die hij had ondervonden door mijn rigide gedrag, maar ook naar zijn positieve ervaringen. Ik vond het heel ontroerend dal hij zijn bevindingen eerst aan mij vertelde voordat hij zijn scriptie aan anderen liet lezen. Ik beschouwde dat als een mooi geschenk van hem aan mij De open gesprekken in dc kongsi’s hadden ook een goede uitwerking op mij. Ik begon te ontdooien en liet meer emoties toe, waardoor de ontsluiting van mijn verleden langzaam maar zeker op gang kwam. Ik besloot ook kongsi’s te gaan begeleiden in het noorden. In De Born nam ik deel aan trainingen in de weekenden. Intensieve gesprekken en oefeningen wisselden elkaar af in een gestructureerd programma van s morgens tot 111 de avonduren Herinneringen uit Indie werden opgehaald en veel oude foto’s gingen van hand tot hand. Een mooie tijd!
Verwerking
Als wij met z'n tweeen op vakantie gaan naar het buitenland gebeurt het nog een enkele keer dat ik op de camping vreselijk angstig wordt als het gelach van dronken mensen de stille in de avonduren verstoort. Ik begin dan vreselijk tc zweten, krijg kramp, ga hyperventileren. kan mij nauwelijks verroeren en lig als bevroren in bed. Heel langzaam, door mezelf tc oriënteren in de caravan, door te kijken naar dc tijd op mijn polshorloge en me te realiseren waar ik ben. begin ik weer tot mezelf te komen. Ik ontdekte dat het te maken had met dc afranseling door de kampcommandant toen wij op een keer als patiënten verdacht werden van smokkel in het ziekenhuis van het jongenskamp. Tijdens die afranseling werd er door de bewakers op de achtergrond gedronken en geschreeuwd.
De dood van mijn schoonvader was het zoveelste verlies dat ik moest zien te verwerken. Het maakte diepe indruk op mij en ik ontdekte dat ik mijn emoties beter kon tonen dan toen mijn eigen ouders overleden. Ik was in staat een verhaal over hem te schrijven en een toespraak te houden op zijn begrafenis. Nu hadden mijn vrouw en ik beiden geen ouders meer, het gaf ons een heel leeg gevoel.
Naar aanleiding van een bijeenkomst in Drachten over de Japanse bezetting in Indonesië nam mijn vrouw het initiatief een ‘partner-groep’ te vormen. Dit was het begin om samen, met steun van het ICODO. een gespreksgroep op te starten. Eindelijk kwamen dc partners van oorlogsgetroffenen aan bod om vrijuit met elkaar te praten over dc problemen in hun relatie en hei gezin. Een onbetreden en verboden gebied werd ontsloten.
Hoe meer wij met onze problemen bezig zijn, hoe meer wij tot het besef komen hoe weinig wij weten van de menselijke ziel en hoe weinig zelfkennis wij bezitten.
Mijn levenspad kruist natuurlijk niet alleen de oorlog en mijn levenspatronen worden ook niet uitsluitend door de oorlog bepaald. Met respect voor een ieder die zijn keuze maakt welke weg hij inslaat voor het leven, is mijn verhaal slechts een weergave van hoe het mij is vergaan, zonder enige pretentie of advies.
vogels uit alle windrichtingen
daalden neer op de akker
de grond omwoelend met hun snavels
en dan als op een teken verdwijnend in de hemel als hadden zij nooit bestaan.
In: Kind in Indië: oorlogservaringen en hun gevolgen / red.: W.D. Visser