Voor mijn vader is eigenlijk niet zoveel veranderd sinds '45. Hij is verplaatst na '45. [....] Hij was op een gegeven moment diep dement en het enige dat niet weg wilde was juist de herinnering aan het kamp. Alles was weg. Als je binnenkwam moest je je voorstellen, hij wist niet meer wie wij waren, maar 't kamp, dat zat er nog. [...] Dat was het enige waar hij nog op reageerde. Hij zat in een tehuis en daar hadden ze waszakken en die leveren ze in blauw-wit, lichtblauw en vaal wit, dus die werden daar door de gang gereden.