Ethische dilemma’s in maatschappelijk werk voor veteranen

Want in elk slecht mens schuilt nog zoveel goeds,

En in elk goed mens zoveel slechts,

Dat het beter is om niet te oordelen.

Inleiding en vraagstelling

Veteranen, verslaving en trauma

Inleiding

Recent verschenen twee dissertaties (Dirkzwager. 2002; de Vries, 2002) met ‘veteranen' als onderwerp. Dat is verheugend, want er is over Nederlandse veteranen niet veel geschreven. Zeker niet als in aanmerking wordt genomen dat Nederland toch een redelijke historie heeft met het uitzenden van militairen naar andere landen.

De afwezigheid van de jonge veteraan binnen de algemene hulpverlening

 

Inleiding

Jonge veteranen2 die als gevolg van hun uitzending op de hulpverlening zijn aangewezen, kunnen zowel een beroep doen op de militaire als de civiele hulpverlening Een duidelijke minderheid kiest voor de civiele hulpverlening. Een aantal vragen zijn in dit kader interessant:

•    Is de groep die bij de civiele hulpverlening meldt een andere dan die de militaire hulpverlening consulteert?

•    Waarom kiezen sommige jonge veteranen voor de civiele hulpverlening?

Dagbehandeling van veteranen in het Centraal Militair Hospitaal

Voor vijf procent van de uitgezonden militairen wordt de vredesmissie een nachtmerrie. Door confrontatie met oorlog, dood en machteloosheid lopen ze een posttraumatische stress-stoornis op. Dat is een hardnekkige en ingrijpende aandoening die niet vanzelf overgaat. Door dagbehandeling in het Utrechtse Centraal Militair Hospitaal proberen ‘jonge’ veteranen weer een beetje levensvreugde terug te knjgen.

Individuele hulpverlening aan jonge veteranen bij de Landmacht

'Misschien zal ik nooit meer volkomen gelukkig kunnen zijn, misschien heeft de oorlog dat vernietigd; en ik zal altijd een weinig afwezig zijn en nergens geheel en al thuis;- maar volkomen ongelukkig zal ik ook wel nooit wezen,-want iets zal er altijd zijn om mij steun te geven, al zijn het ook slechts mijn handen of een boom of de levende aarde. ’

(Erich Maria Remarque, 1931, 1983)

Inleiding

Een gewonde krijger als echtgenoot of vader: relatie- en gezinsproblemen bij Nederlandse veteranen

‘Ik heb het helemaal niet verwerkt, ik heb het gewoon verdronken, letterlijk en figuurlijk ... veel alcohol gedronken ...vechtpartijen buitenshuis ... totdat ik zelf besefte dat het echt heel slecht ging. Toen heb ik ook nog angstaanvallen gehad ...en toen heeft mijn vrouw gezegd: “je moet nou toch eens hulp gaan zoeken, want dit zit niet goed”. “Ja, ja, doe ik wel, doe ik wel”. Maar ja, ik doe ’t niet, want je wilt ’t toch allenig doen ...en dat resulteerde dus in een zelfmoordpoging ... tja, beneden in huis brand gesticht en boven in bed gaan liggen.

Wanneer wordt de hulpvraag actueel?

Welkom: ik zie dat veel mensen aanwezig zijn die uit alle hoeken van Nederland hiernaartoe zijn gekomen en de reis naar Amsterdam hebben gemaakt. Het is ook de moeite waard om voor dit bijzondere gebeuren bij elkaar te komen. Ik ben zelf gedurende de Tweede Wereldoorlog in een Japans vrouwenkamp geïnterneerd geweest en direct daarna in een Japans jongenskamp. Later, in mijn volwassen leven, ben ik als hoofdverantwoordelijke met 200 man uitgezonden naar Nieuw Guinea en mag mij op die grond veteraan noemen.

Pagina's