Partnerrelatie-problematiek binnen gemengde huwelijken

Het samenleven van twee partners waarvan de één getraumatiseerd is door de oorlog en daarnaast ook nog een andere culturele achtergrond heeft, bijvoorbeeld joods of Indisch, brengt een aantal potentiële problemen met zich mee. Gemengde huwelijken zijn over het algemeen kwetsbaarder dan homogene relaties, omdat verschillen in culturele achtergrond en traumatisering soms moeilijk te overbruggen zijn. Zo kunnen er zaken spelen die te maken hebben met bijvoorbeeld levensfaseproblematiek, waar de partners heel verschillend op kunnen reageren.

Partnerrelaties bij jong-getraumatiseerde oorlogsgetroffenen

Over partnerrelaties, over jong-getraumatiseerden en over oorlogsgetroffenen is al veel geschreven, maar nog weinig over de combinatie van die drie onderwerpen. Ik ben geen theoretisch deskundige op dit gebied, maar ik heb wel praktische ervaring. Daarop is het onderstaande gebaseerd.

De Vonk : Een afdeling van Centrum ’45 voor getraumatiseerde vluchtelingen en asielzoekers

Al lang wordt door deskundigen de stelling verdedigd dat de ervaring opgedaan bij de hulp aan slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog ook van waarde zal blijken voor de hulpverlening aan slachtoffers van recentere vormen van geweld. Maar is dit werkelijk zo? Deze vraag krijgt een nieuwe actualiteit nu Centrum ’45, gespecialiseerd in de hulpverlening aan oorlogsgetroffenen, in Noordwijkerhout De Vonk heeft opgericht, een afdeling voor getraumatiseerde vluchtelingen en asielzoekers. Aan dr. J.E.

Casuïstische waarnemingen weerspiegeld in onderzoek

De Indische jeugdige oorlogsgetroffenen maken momenteel het grootste deel uit van de aanvragers bij WUV (Wet Uitkeringen Vervolgingsslachtoffers 1940-1945) en WUBO (Wet Uitkeringen Burger-Oorlogsslachtoffers 1940-1945). Derhalve is het onderzoek ‘Gezondheid en herinneringen aan de oorlogsjaren van Indische jeugdige oorlogsgetroffenen' van Mooren en Kleber zeer relevant voor ons werk als artsen van het Medisch Bureau van de Pensioen- en Uitkeringsraad (PUR).

Het is oorlog gebleven : Molukse jeugdige oorlogsgetroffenen

Inleiding

Door de Vakgroep Klinische Psychologie en Gezondheidspsychologie van de Universiteit Utrecht werd in 1996 een rapport uitgegeven over een onderzoek onder Indische jeugdige oorlogsgetroffenen. Het gaat om mensen die geboren zijn tussen 1929 en 1945.

Het dodelijk gewicht gaat eraf

In dit hoofdstuk komen deelnemers van verschillende zelfhulpgroepen voor oorlogsgetroffenen aan het woord.

Twee deelnemers, Corrie en Hans, nemen al jaren deel aan een gemengde groep voor oudere oorlogsgetroffenen. Lineke en Ellen hebben in een kortlopende groep gezeten. Lineke was kind in de oorlog en Ellen is na de oorlog geboren en opgegroeid in een gezin waar de oorlog een rol speelde.

Zelfhulpgroepen voor oorlogsgetroffenen, partners en kinderen

Inleiding

Oorlogservaringen kunnen diep ingrijpen in het leven van mensen. De trauma’s die daarvan hei gevolg zijn vragen om verwerking. Kenmerkend voor traumatische ervaringen is dc machteloosheid waarmee getroffenen zijn geconfronteerd en die hen in een slachtofferrol kan vasthouden.

Zelfhulpgroepen bieden een mogelijkheid om die machteloosheid te doorbreken. Groepsleden worden aangesproken op hun eigen kracht om veranderingen in gang te zetten. De sociale steun van mede-groepsleden vormt daarbij een belangrijke stimulerende factor.

Vluchtelingenzorg en beeldend creatieve therapie

Onderstaand artikel is een neerslag van een zoektocht naar de manier waarop creatieve therapie kan worden aangewend voor vluchtelingenkinderen.

Pagina's