Het is haast een schilderchtig landschap. gras en bomen wuiven in de wind. De spoorrails, het middelpunt van de plek, glimmen in het zonlicht. 'Dit was de hoofdingang', zegt Robert Cohen, wijzend naar het hek waar de rails onderdoor lopen. 'Hier kwamen de treinen binnen.' Vijfenzestig jaar na zijn transport naar Auschwitz-Birkenau staat hij opnieuw voor de poort. Zeventien was hij toen hij hier per trein arriveerde en werd geselecteerd voor dwangarbeid.