Gedwongen migratie, verlies en cultuur

In het Westen is men de laatste jaren steeds meer gaan spreken van de multiculturele samenleving', een samenleving waarin diverse elementen van de oorspronkelijke culturen van migranten opgenomen worden. In hoeverre wezenlijke zaken van andere culturen door de autochtone westerling geaccepteerd worden blijft echter de vraag. Het lijkt meer om de versiering te gaan, zoals bijvoorbeeld het genieten van exotische gerechten of muziek en minder om fundamentele waarden en ideeén, die de houding ten opzichte van anderen, en tegenover leven en dood bepalen.

Blijvend ondergedoken als opschorting van rouw

Begin jaren tachtig keek de wereld verbaasd op: er was gebleken dat er zich nog groepjes Japanse soldaten schuilhielden in de Jungle. Zij konden of wilden niet geloven dat de oorlog was afgelopen, dat hun keizerrijk gecapituleerd had. In hun trouw wezen ze alle desbetreffende geruchten af als vijandelijke propaganda, en het heeft na de ontdekking nog veel moeite gekost ze te overtuigen en te repatriëren. Even verbaasd is de hulpverlener die merkt hoeveel patiënten er nog zijn die ondanks de bevrijding nog ‘ondergedoken’ leven.

Scheiding en rouw bij oorlogsgetroffenen in het kader van de levenslooppsychologie

Inleiding

De levenslooppsychologie is bij de behandeling van oudere cliënten eigenlijk altijd het fundament van waaruit het denken over de behandelingsmogelijkheden vorm krijgt. Zoals dat echter vaker gebeurt met fundamenten, wordt dc aanwezigheid ervan al snel als gegeven aangenomen. Pas op het moment dat expliciet gevraagd wordt naar de betekenis ervan, wordt deze ook weer zichtbaar.

Scheiding en rouw bij oorlogs- en geweldsgetroffenen

In dit artikel wordt ingegaan op de reacties van oorlogs- en gewelds-getroffenen op schokkende gebeurtenissen, in het bijzonder op ver-lieservaringen. Deze categorie mensen heeft vrijwel altijd een combinatie van verlies en andere traumata meegemaakt. De rouwreacties en traumatische stress-reacties die als gevolg hiervan optreden moeten gezien worden als stress gerelateerde verschijnselen die elkaar deels overlappen, maar ook verschillen. In dit artikel wordt ingegaan op de verwerking van deze traumata en de problemen die zich daarbij kunnen voordoen.

Van Indonesische Urn tot Indisch monument : vijftig jaar herinnering aan de Tweede Wereldoorlog in Azië

Inleiding Op 5 mei 1946 droeg een elfjarig meisje een klein schortje gemaakt van oude lapjes, een kindervariant van de 'Nationale feestrok'.
Het idee van zo'n nationaal kledingstuk voor vrouwen was afkomstig van de Amsterdamse Mies Boissevain-van Lennep, overlevende van het concentratiekamp Ravensbrück.
Gemaakt van restanten van de oude kleren van dierbaren en versierd met geborduurde herinneringen zou dat een vrouwelijke manier zijn om de Tweede Wereldoorlog te gedenken en de herinneringen te integreren.

De tragedie der Puttenaren

Deze beschouwing heb ik in 1946 geschreven, ongeveer een jaar na de bevrijding, die voor mij betekende bevrijding uit het KZ. Neuengamme. Ik had juist voor mijn arrestatie in 1944 mijn doctoraal geneeskunde gedaan, en had in het kamp als verpleger en arts gewerkt. Een onmogelijke taak - die ik toch niet afwees, maar waar ik blij mee was, want het verhoogde mijn eigen overlevingskansen, heeft me zeker het leven gered.

De Olympische spelen van het lijden

In zijn boek ‘The Seventh Million’ (1998) beschrijft de Israëlische journalist Tom Seveg het bezoek van een groep Israëlische studenten aan Auschwitz en andere voormalige vernietigingskampen in Polen. Sommigen komen van seculiere instituten, anderen van religieuze. Allen zijn door het Israëlische ministerie van onderwijs grondig op het bezoek voorbereid. Ze hebben bIan Burumaoeken gelezen, films bekeken, en kennis gemaakt met overlevenden.

Een zaak van erkenning

Onderzoek

Toen Thea Boissevain in de zomer van 1945 in Nederland terugkeerde, was ze in het luxe bezit van stof. Ze had, nadat ze eind april door het Zweedse Rode Kruis uit kamp Ravensbrück was bevrijd, in Stockholm kunnen werken voor de ambassade. Van wat ze daar had verdiend kon ze in elk geval één mantelpakje laten maken, in een elegant maatje, zodat ze wat had om aan te trekken naar kantoor. Waar een collega zei: ‘Toch niet slecht, zo’n kamp; zulke mooie pakjes hebben wij hier niet.'

Pagina's