‘Met mijn verhaal kan ik mensen op weg helpen'

Arjan Erkel, die twintig maanden ontvoering in Dagestan overleefde, staat in het theater met het programma Vrijheid van denken en doen. Om te vertellen over verdriet, eenzaamheid en veerkracht. Erkel: ‘Ik laat mij niet vijftig jaar gijzelen door twintig maanden gevangenschap’. 

 

 

Verscholen in het Kralingse Bos en aan de rand van een grote plas water ligt restaurant de Schone Lei. Op het meer drijven groepen eenden, een eenzame meeuw vliegt onder het zwerk voorbij. Er hangt regen in de lucht, terwijl boven Rotterdam, dat in de verte is te zien, de zonnestralen tussen de woontorens door schijnen. Binnen is Arjan Erkel (48) aangeschoven, de man die nationale bekendheid heeft verworven toen hij 607 dagen in Dagestan ontvoerd was.  

 

Veertien jaar na zijn vrijlating staat hij op de planken met zijn eigen theaterprogramma. Erkel, de rust zelve, draagt een grijze sweater, zijn baard is grijs. Op het podium vertelt hij een verhaal over vechtlust en trouw blijven aan je eigen normen en waarden. Maar de donkere episodes van de ontvoering komen ook aan bod. Over het gat in de grond waarin hij opgesloten zat en de keren dat hij door zijn ontvoerders in elkaar geslagen is. ‘Ik heb veel gehuild. Je voelt je heel eenzaam, verlaten - en dat mag ook,’ vertelt Erkel beheerst.   

 

In het theater wordt Erkel begeleid door de oud-gitarist van zijn favoriete band Normaal, Jan Wilm Tolkamp. Ze spelen liedjes waar Erkel zich tijdens zijn ontvoering aan vasthield, vooral Oerend Hard heeft voor hem veel waarde. Erkel vertelt op het podium hoe een van de gijzelnemers met hem meezong en zijn Kalasjnikov bespeelde als gitaar. Een moment waardoor wederzijds respect groeide. Wanneer Erkel het geluidsfragment laat horen waarin zijn vader tot hem spreekt en diens stem hoorbaar breekt, is het verdriet in de zaal voelbaar.  

 

Wat gebeurde er met je toen je ontvoerd werd? 

‘Ik was opeens alle vastigheid kwijt. In plaats daarvan kwam de stress, onzekerheid en de angst om dood te gaan. Ik had sterk het gevoel dat mij een groot onrecht overkwam. Waarom juist ik? Wat heb ik verkeerd gedaan? Ik was zoekende naar antwoorden en begrip voor mijn situatie. Ik wist dat huilen een opluchting kon zijn maar geen oplossing. Ik was me er van bewust dat een slachtofferrol niet zou bijdragen aan het verbeteren van mijn omstandigheden.’ 

 

Hoe ben je toen te werk gegaan? 

‘Vanaf drie weken na de daadwerkelijke ontvoering ging ik mijn situatie op een bepaalde manier accepteren en kreeg ik daardoor een vorm van innerlijke rust. Toen heb ik voor mezelf besloten: je bent antropoloog, je hoort nieuwsgierig te zijn naar andere mensen, deze ontvoerders zijn mensen met drijfveren dus probeer ze te leren kennen.’ 

‘Het lukte om met de gijzelnemers in contact te komen. We hebben met elkaar partijtjes gebokst waarbij ik een blauw oog, maar ook meer respect kreeg en hun leider ook een blauw oog sloeg. Ik heb ze liedjes geleerd die ik zong, samen speelden we luchtgitaar op Oerend Hard van Normaal.  Op deze manier elkaars menselijkheid opzoeken bracht ons dichter bij elkaar waardoor mijn levensomstandigheden beter werden. Ze hebben ook mijn haar geknipt, dat gebeurde heel voorzichtig en respectvol.’ Schertsend zegt Erkel: ‘Toentertijd had ik nog haar.’ 

 

Waar hadden de gijzelnemers en jij het over? 

‘Ik had geleerd om vooral niet over religie en niet over politiek te praten, maar dit was juist het enige waar mijn ontvoerders het over wilden hebben. Toen ik niet op deze vragen in ging kwamen er vragen zoals wat ik van homo’s vond. Uit lijfsbehoud gaf ik op dit soort vragen een sociaal wenselijk antwoord. Ik merkte echter dat ik hierover liegen heel lastig vond. Ik verloochende mezelf en mijn vrienden hiermee en belastte mezelf daardoor extra. De ontvoerders bleven ook aandringen dat ik moslim moest worden. Uiteindelijk heb ik hardop uitgesproken dat ik dat niet wilde worden. Dit was voor mezelf een enorme overwinning. Ze gijzelden me dan wel, maar bepaalden niet mijn overtuigingen en gedachten.’ 

 

Hoe was het om in Nederland terug te keren?  

‘In het vliegtuig naar huis besloot ik geen werkloosheidsuitkering aan te gaan vragen. Als ik kon overleven in Dagestan, dan kon ik het ook in Nederland. Hoe en wat ik ging doen was nog niet belangrijk, maar het besluit zelf wel. Toen ik thuis kwam, was ik vooral ontzettend blij. Er was enorm veel warmte en liefde voor me, wat me enorm goed gedaan heeft. Na de eenzaamheid en het zoeken naar menselijkheid bij de ontvoerders was deze aandacht een warm bad.’ 

‘Toch ging er in eerste nacht thuis een soort rilling vanuit mijn kruin tot mijn tenen door me heen, van het besef dat ik thuis en vrij was. Ik heb verder nooit nachtmerries of herbelevingen gehad. Wel heb ik met regelmaat herinneringen op vaak onverwachte momenten. Als ik bijvoorbeeld op het toilet zit, realiseer ik me dat het voor mij in die tijd onmogelijk was dit alleen te doen omdat ik steeds bewaakt werd. Het klinkt misschien heel banaal maar die herinnering maakt me bewuster van mijn vrijheid.’ 

 

Heeft de ontvoering jou veranderd? 

‘Ik laat mij niet vijftig jaar gijzelen door twintig maanden gevangenschap. Ik besloot daarom om hulp te zoeken bij een psychotherapeut, vooral om te weten wat normale of abnormale reacties op dit soort ervaringen waren. Ik kende de psychotherapeut toevallig en ik vertrouwde hem. Hij gaf aan dat hij geen ervaring had met slachtoffers van ontvoering maar dat hij wel de mentale processen kende.’ 

‘Wat me in het begin bijvoorbeeld in de weg zat, was dat ik aan anderen enkel herinneringen kon delen over mijn ontvoering. Dankzij de therapeut leerde ik dat dit normaal was, dat ik een zware tijd had beleefd en dat oude en nieuwe herinneringen hierdoor weggedrukt werden. Hij vertelde me dat dit wel een jaar kon duren. Het was prettig om bij hem te toetsen of mijn gedrag normaal was.’ 

‘Een andere belangrijke les die ik meekreeg, was hoe om te gaan met de zorgen die anderen voor mij voelden. Ik was door mijn ontvoering een bekende Nederlander geworden. Mensen hadden meegeleefd, kaarsjes aangestoken, tekeningen gemaakt en brieven gestuurd. Dankzij de therapie begreep ik het verschil tussen de onvoorwaardelijke zorg van de mensen om me heen en de aandacht van mensen die er graag voor bedankt wilden worden. Verder leerde ik dat ik zorg nodig had en dat ik zorg mocht ontvangen. Ik raad het iedereen aan: neem een therapeut. Als je je kostuum wilt laten vermaken, ga je toch ook naar een kleermaker?’ 

 

Waarom ben je lezingen gaan geven en later het theater in gegaan? 

‘Iemand zei ooit tegen me: “je moet lezingen gaan geven, dat verdient lekker”, haha. Zo is het begonnen. Later kwam pas de boodschap over vrijheid van keuze. Mijn theaterstuk gaat over vrijheid van denken en doen en deze vrijheid zelf nemen. Ik ben me bewuster geworden van de kostbaarheid van tijd en van de keuzes die je hebt. Na enkele lezingen begon ik me te realiseren dat emotioneel gegijzeld zijn een onderdeel van ieders leven en overtuiging kan zijn.’ 

‘Met mijn verhaal wil ik mensen een zetje geven. Ik geloof dat ik mensen met mijn verhaal op weg kan helpen en dat vind ik heel waardevol. Neem regie over je eigen leven. Neem verantwoordelijkheid voor je keuze, ook al is het niet altijd de juiste keuze. Ik kwam laatst een mooie quote tegen, “Believe in what you do and do it with believe.” 

 

Overheerst bij jou voornamelijk de positiviteit? 

‘Natuurlijk heb ik tijdens mijn ontvoering scenario’s in gedachten gehad die niet positief waren. Ga ik zelfmoord plegen, ga ik overal ja en amen op zeggen, of ga ik huilen in het bijzijn van mijn ontvoerders. Uiteindelijk heb ik gehuild waar ze bij waren, maar de eerste tien maanden niet. Het zijn allemaal keuzes. Geen makkelijke keuzes, maar soms moet je voor keuzes vechten. Of iedereen daartoe in staat is, weet ik niet.’ 

‘Zeker naar mijn ouders, mijn vriendin (nu echtgenote) en naar mijn familie toe had ik een schuldgevoel. “Als ik niet naar het buitenland was gegaan hadden zij niet zo hoeven lijden”, dacht ik. Of: “ik wist waar ik me bevond en dat ik nog in leven was tijdens de gijzeling, maar zij leefden steeds in onzekerheid.” Uiteindelijk ben ik, voor mijn ouders, nooit meer terug naar Dagestan gegaan, ook al komt mijn echtgenote daar vandaan. Of ik het jammer vind dat mijn vrouw en kinderen zonder mij terug naar het land gaan?’ Met kalme glimlach: ‘Het is best fijn af en toe een paar weken alleen thuis te zijn.’ 

 

Referentie: 
Ingrid van Assouw, Bart Nauta | 2018
In: Impact magazine: over de psychosociale gevolgen van ingrijpende gebeurtenissen, ISSN 2543-2591 | [2] | 4 | December | 4-7
https://oorlog.arq.org/over-ons/ons-tijdschrift
Trefwoorden: 
Acceptance and Commitment Therapy (ACT), Artsen Zonder Grenzen, coping, gijzelaars, gijzelingen, kunst, Nederlanders, ontvoeringen, schuldgevoelens, stress, terugkeer, therapie, verwerking, verwerkingsproces