Achtergronden bij Moluks verzet in de Tweede Wereldoorlog

Dit artikel is, met een enkele kleine wijziging, overgenomen uit een publikatie van het Moluks Historisch Museum, getiteld Moluks verzet WO II. De rol van Molukkers in het verzet in de Tweede Wereldoorlog, Utrecht 1992.

De publikatie is verschenen ter gelegenheid van een tentoonstelling over dit onderwerp. Deze tentoonstelling is nog te zien tot en met 31 mei in het Moluks Historisch Museum, Kruisstraat 313 in Utrecht.

Dakloze herinneringen

‘Bewerking van lezing gehouden op 12 maart 1992 voor vrijwilligersorganisaties **Frans Lopulalan is schrijver van het boek ‘Onder de sneeuw een Indisch graf.

Herdenk ik de oorlog, die zich lang voor mijn geboorte afspeelde, dan herdenk ik de wonden die de oorlog in de ziel van mijn moeder heeft geslagen.

Rapport inzake medische verzorging en werkomstandigheden in het Fukuoka Allied P.W. Camp nr. 7

Dit rapport bedoelt een chronologisch overzicht te geven van de omstandigheden t.a.v. werk en medische behandeling in ons kamp en van de maatregelen, genomen om in de bestaande toestanden verbetering te brengen.

Als tolk van genoemd kamp, ben ik van het begin tot het einde - 20 Mei 1943 tot 15 Augustus 1945 - bij elk ziekenrapport en elk uitgaan van een werkgroep aanwezig geweest. Dit rapport steunt dan ook op de ervaringen, door mij bij die gelegenheden opgedaan.

I. De periode van het beheer door het leger. 20 Mei 1943 tot 1 December 1943.

Ja-pan of Nee-pan: Spoorzoeken naar mijn vader

Na een vlucht van meer dan 20 uren landden we op Japanse bodem. Het was november 1990, zevenenveertig jaar nadat mijn vader hier voet aan wal zette. Ik ging zoeken om de dood van mijn vader te vinden.

Er was grote twijfel in mij toen het toeval wilde dat ik meekon naar Japan met een groepje ex-krijgsgevangenen en nabestaanden. Het was een kans uit duizenden, dat wel. Ik was bezig de chaos van mijn oorlog te ordenen; mijn vader speelde daarin een sleutelrol, dat wist ik al. Maar toegang gevend tot wat?

Pearl Harbor: het begin van vijftig jaar

Rede uitgesproken op 15 augustus 1991 door G.L.J. Huyser ter gelegenheid van de herdenking van de Japanse capitulatie.

Wanneer twee mensen herinneringen ophalen zullen de uitkomsten per definitie verschillen. We weten dat maar al te goed uit eigen ervaring. Zo kan het gebeuren dat sommigen aan de confrontatie met het verleden dreigen ten onder te gaan. Anderen hebben het vermogen in zelfovergave en actieve berusting datzelfde lijden te transformeren tot een positief element van hun levensstijl.

Het appel: Impressie van een gebeurtenis op 23 augustus 1945 in het jongenskamp Bangkong te Semarang op Java

Ze waren allen op de appèlplaats geroepen. In hun hersenen leefden vier gedachten.

Een Amerikaans vliegtuig had laag over het kamp gevlogen, ze hadden vrije handen zien wuiven, er vielen geen bommen maar pamfletten. Niemand wist wat er in die pamfletten stond.

Ze kregen de laatste dagen meer eten.

Ze hoefden niet meer naar het patjolveld.

Bovendien circuleerden er geruchten dat Rusland Japan binnengevallen was. En een vreemd verhaal over een superbom en misschien had Japan zelfs gecapituleerd, maar dat laatste was wel heel ongeloofwaardig.

De ervaringen van een puber tijdens de Japanse bezetting en de Bersiap

 

 

Ik kan mij de capitulatie van Nederlands-lndië nog herinneren als de dag van gisteren.

Mijn vader kwam gebroken thuis, onzeker en zeer geëmotioneerd. ‘Wij hebben de oorlog verloren.’ Wat dat allemaal in zou houden was voor mij nog een raadsel. Het begon pas door te dringen toen ik ’s nachts om twee uur wakker werd van de voetstappen van honderden voorbijlopende soldaten over de straat voor ons huis. In het duister zag ik het KNIL-leger voorbijtrekken, zwijgend. In de gloed van enkele olielampen die zij meedroegen zag ik sommige droefgeestige gezichten.

Het verleden als maatschappelijke motivatie

Als voorzitter van het Nationaal Comité 4 en 5 mei is mij gevraagd iets te vertellen over de schakel tussen verleden en heden, juist in de jeugdvoorlichting. Ik zal proberen dat te doen vanuit mijn leeftijdsgroep en mijn beperkte oorlogservaring. Allereerst vind ik dat we de jeugdvoorlichting als vorm van getuigen aan een nader onderzoek moeten onderwerpen als de zelf beleefde werkelijkheid en direct ervaren emoties maar zo’n korte periode betreffen als bij mij en mijn leeftijdgenoten. Ik was bijna twee toen de oorlog afgelopen was, die ervaring als direct gevoel kan ik niet overdragen.

Getuigen en rekening houden met kinderen

Onder getuigen versta ik het met een zekere nadruk onder de aandacht brengen van zaken die je van belang acht voor jezelf en voor anderen. Belang is dan een hoger belang, er is sprake van een meerwaarde boven het alledaagse, meestal een morele meerwaarde. Opkomen voor salarisverhoging is dus geen getuigen, omdat dat vrijwel nooit een moreel belang betreft.

Getuigen krijgt een extra dimensie als er sprake is van iets waar je zelf bent bij geweest of wat je zelf hebt meegemaakt.

Pages