De oorlog kwam niet uit de lucht vallen, Het verzet in 1940-1945, Vleuten in oorlogstijd, Oorlogsverhalen over Reijerscop, Ondergronds verleden, Herinneringen aan de Tweede Wereldoorlog, Het verzetsmonument in Vleuten, Het verloop van de oorlog na mei 1940 en het einde ervan in 1945/ Wim J.G.M. Mulder en Jan Schutte, HIP team bezoekt Torenpleinkerk, Harrie Sterk, een begenadigd kunstenaar, Bevrijdingsoptocht van 1946

Background:Research on resilience in the aftermath of potentially traumatic life events (PTE) is still evolving. For decades, researchers have documented resilience in children exposed to corrosive early environments, such as poverty or chronic maltreatment. Relatively more recently, the study of resilience has migrated to the investigation of isolated PTE in adults.

Annie Wolff uit Rotterdam was van joodse afkomst en trouwde eind 1937 met de niet-joodse arts Daniël Johannes Otten. Toen zij, zwanger van haar eerste kind, in 1938 plotseling weduwe werd, diende de jodenvervolging zich sluipenderwijs aan en werd deze steeds nadrukkelijker, en eindigde met de dood van Annie in 1944 in Bergen-Belsen. Haar half-joodse toen vijfjarige zoontje Daniël werd niet vervolgd en bleef in Nederland achter. Daniël maakte voor dit boek een selectie uit de brieven die zijn moeder ontving en schreef tussen 1930 en 1944.

De elfjarige Anna woont met haar ouders op een woonboot. Het wordt Anna verboden om met Borre, haar nieuwe buurjongen, om te gaan. Omdat niemand haar hiervan de reden wil vertellen, gaat Anna zelf op onderzoek uit. Anna’s vader is de eerste die een tipje van de sluier oplicht: „De opa van Borre collaboreerde in de oorlog met de vijand.” Toch wil Anna meer weten.

Bijdragen: Interpersoonlijke processen in sociale angststoornis, Marisol J. Voncken / Bloosangst: onderliggende mechanismen en daarop gebaseerde inteventies, Corine Dijk en Peter J. de Jong / Nieuwe ontwikkelingen in de cognitieve gedragstherapie voor de obsessieve-compulsieve stoornis, Mariska Mantione, Charlotte Molenaar, Arnoud van Loon en Damiaan Denys / Vermeende contra-indicaties voor (imaginaire) exposurebehandeling voor PTSS onder de loep, Agnes van Minnen, Melanie S.

Previous research on anger and childhood sexual abuse (CSA) is largely cross-sectional and retrospective. In this study, we prospectively examined the consequences of expressing anger among sexually abused women in contexts of either voluntarily disclosing or not disclosing a previous abuse episode ( n = 94). All CSA survivors in the study had documented histories of CSA. These participants and a matched, nonabused sample were asked to describe their most distressing experience while being videotaped to allow coding of anger expression.

Velen van de duizenden Joden die in de Tweede Wereldoorlog in ons land onderdoken werden alsnog opgepakt, gedeporteerd en meestal vermoord in de concentratiekampen. Dit boek bevat de verhalen van vijftien mensen die het wel overleefden, mannen en vrouwen die horen tot de laatste getuigen.

Objective The efficacy of a present-focused version of cognitive-behavioral conjoint therapy for posttraumatic stress disorder (CBCT for PTSD) was examined in a community sample.Method Seven couples completed pretreatment assessments, including measures of clinician-, self- and partner-rated PTSD symptoms and relationship satisfaction. Six couples completed present-focused CBCT for PTSD and all posttreatment assessments.

Background Outcome expectancy, or the degree to which a client believes that therapy will result in improvement, is related to improved treatment outcomes for multiple disorders. There is a paucity of research investigating this relation in regards to posttraumatic stress disorder (PTSD).

The purpose of this project was to provide a guide for practioners to treat refugees who are suffering from posttraumatic stress disorder with eye movement desensitization reprocessing in a group environment. The literature has shown that using EMDR in a group setting can be effective in treating a larger number of individuals than individual psychotherapy. In addition, the structure of the group presented is a brief group intervention model aimed at treating groups of six to eight individuals in four to eight weekly sessions--Abstract, p. 1.