Zoektocht naar de man die mijn vader was: hoe de keuze van haar vader het leven van Leoni Jansen tekende

Naar aanleiding van haar recent gepubliceerde boek ‘Geheim’ en de theatervoorstellingen hieromtrent, vertelt regisseur, zangeres en schrijfster Leoni Jansen (1955) aan Joris Haagen over haar relatie met haar ouders. Leoni is een kind van twee werelden, haar moeder was van Joodse afkomst en haar vader een oorlogsveteraan die met de Duitsers onder veldmaarschalk Rommel in Afrika had gevochten.

 

‘Mijn vader was al lang dood toen hij plotseling naast mij liep op mijn tocht naar Santiago de Compostella. Kort daarop stuitte ik bij toeval in het Nationaal Archief op documenten van zijn oorlogsverleden. Het was de start van een zoektocht naar de man die mijn vader was.’

 

Leoni Jansen vertelt over haar ouders: ‘Mijn vader was een lieve, grillige en flamboyante man. In mijn jeugd was hij vaak geliefd en soms gehaat. Met zijn drukke houding, luide stem en gemakkelijk fysiek contact kon hij overweldigend zijn. Hij was het type dat graag in de schijnwerper stond, die iedereen wilde vermaken en waar iedereen welkom was. Het zal voor mijn vader een manier zijn geweest om niet aan het verleden te hoeven denken. Een verleden waar nooit met iemand over werd gesproken. Binnenhuis hield hij met zijn gedrag de regie over zijn gezin. Zijn grillige wisselende stemmingen betekende dat je soms intens samen kon genieten en soms een figuurlijke klap in je gezicht kreeg. Het was het spel van aantrekken en afstoten, waarbij je nooit wist waar je aan toe was.

 

Het verleden heeft zijn littekens op hem achtergelaten. We mochten hem nooit zomaar wakker maken of laten schrikken. Dan sloeg hij instinctief om zich heen. Hij was verslaafd aan alcohol en pillen om zijn oorlogsherinneringen te dempen. Oorlogsfilms kon hij niet verdragen, net zo min als geluiden die hem aan de oorlog herinnerde. Over zijn verleden liet hij weinig los. “Je begrijpt het toch niet”, hij werd dan emotioneel en begon te huilen. Als kind zat ik hier niet op te wachten, en op latere leeftijd wilde ik hem geen podium geven van aandacht en gehoor; ik wenste me vrij te maken van zijn stemmingen.

 

Die zin van mijn vader maakte me tegelijkertijd woedend; waarom geef je me geen kans het te begrijpen!? Ik kende ook intense angst, verdriet en boosheid; het gevoel dat mijn leven in duigen lag. Toch heb ik spijt dat ik nooit heb doorgevraagd.

 

Mijn moeder was zeer intelligent, muzikaal en een dienende vrouw. Ze leerde mijn vader kennen toen hij voortvluchtig was. Dat hij gecollaboreerd had, heeft haar niet weerhouden verliefd op hem te worden; nota bene met haar Joodse achtergrond (haar opa was Joods)! Haar moeder heeft de oorlog overleefd door dat verborgen te houden. Mijn vader werd ondanks zijn oorlogsverleden geaccepteerd in de familie van zijn vrouw; omgekeerd mocht mijn moeder niet met mijn vader trouwen omdat ze niet katholiek was. Zij zijn uiteindelijk in 1952 getrouwd. Mijn moeder heeft zich altijd weggecijferd ten gunste van mijn vader. Ik vermoed dat ze teleurgesteld was in haar huwelijk met een man die veel dronk en weinig thuis was.

 

Alice Miller schrijft in haar boek Het drama van het begaafde kind over het kind dat weet wat het moet doen om de liefde van zijn ouders te krijgen. Mijn ouders hielden zielsveel van mij, maar wel voorwaardelijk. Ze waren kritisch en hadden hoge verwachtingen die ik moest waarmaken. Ik moest hun fouten herstellen; hun onvervulde wensen vervullen. Uit zelfbescherming ben ik me gaan terugtrekken van mijn vader. Ik wilde niet langer meegaan in de positieve en negatieve buien van hem. Het was ook een gemis om nergens samen meer intens van te kunnen genieten. Naarmate de afstand tot hem toenam, verdwenen mijn gevoelens. Langzaam brokkelde mijn liefde voor hem af tot er niets meer was.

 

En dan komt er een tijd dat je je ouders wilt leren kennen; dat je het verleden wilt achterhalen. Mijn vader kwam uit een streng katholiek gezin. Zelf heeft hij altijd een hekel gehad aan het geloof. Ik vermoed dat hij op zijn 18e in Duitse dienst is gegaan om te vluchten uit die thuissituatie. Hij heeft gevochten onder veldmaarschalk Rommel en is uiteindelijk als krijgsgevangene naar Amerika overgebracht. Daar heeft hij in de zogenaamde POW (Prisoner of War) kampen gezeten. Ik ben naar alle plekken gereisd waar hij is geweest. Mijn zoektocht naar zijn verleden was een ongelofelijke reis, soms net een detective; heel spannend om alle puzzelstukken van mijn vaders verleden te achterhalen. Vervolgens kwam de klap dat mijn vader op deze plaatsen is geweest en de verschrikkingen van de oorlog heeft meegemaakt. Ik wilde liedjes over zijn verleden schrijven, maar er kwam alleen maar proza. Uiteindelijk werd het een boek en nu treed ik op in theaters om het verhaal van mijn jeugd, mijn vader en de oorlog te vertellen in verhaal, muziek en zang.

 

Elke dag geef ik een voorstelling. Elke avond sterft mijn vader opnieuw, maar mijn verhaal is ook jouw verhaal en jouw vader of iemand die je kende die sterft. Stukjes van mijn verleden worden van iedereen. Als het goed gaat ontstaat er even een verbondenheid tussen publiek en artiest. Dat kan mensen ontroeren en troosten. Na de voorstelling komen de mensen soms op me af om me te omarmen of om hun verhaal te vertellen. Het thema van de voorstelling is ook de zoektocht van een dochter naar haar vader; dat is heel herkenbaar voor iedereen. Ik ben erachter gekomen dat de voorstelling een soort vrijbrief is voor openheid; om te mogen praten. Ze zien aan mij dat er geen sanctie bestaat op het laten zien van het achterste van je tong en dat je niet doodgaat aan openheid. Dat is wellicht het mooie aan kunst. We zijn allemaal dolende zielen, maar kunst verbindt generaties met elkaar; van voorouders tot de kinderen die nog geboren moeten worden.

 

Als er een belangrijke boodschap in mijn verhaal zit, dan is het wel dat je overal zonder oordeel over moet kunnen praten, zonder er gelijk een label van “goed” of “slecht” op te plakken. Ik begrijp dat dit mensen weleens kan kwetsen. Maar alleen door proberen dit te onderzoeken en erover te praten, kunnen we alle aspecten van de oorlog doorgronden. Het verhaal van mijn “foute” vader is hier onderdeel van.’

 

Het theaterprogramma Geheim is nog t/m 5 mei te zien. Bezoek voor meer informatie over de voorstellingen de website van Leoni Jansen: http://www.leoni.nl

 

Referentie: 
Joris Haagen | 2013
In: Cogiscope = ISSN 1871-1065 | 10 | 1 | april | 6-8
Trefwoorden: 
collaboratie, emoties, kinderen van ‘foute ouders’, ouder-kind relatie, ouders, tweede generatie, Tweede Wereldoorlog (1939-1945)