Wat bepaalt de impact van online seksueel geweld? : Verkennend onderzoek onder slachtoffers en hulpverleners

Veel slachtoffers van online seksueel grensoverschrijdend gedrag hebben last van angst, schaamte en schuldgevoelens. Hun vertrouwen in mensen is geschaad en soms krijgen ze ook te maken met nare reacties (pesten op school, victim blaming, uitlachen, reputatieschade). Sommige slachtoffers krijgen zelfs te maken met intimiderende of gewelddadige acties vanuit de familie en vanuit mannen die ze niet kennen, die hun gegevens hebben uit app- en telegramgroepen. Dit blijkt uit onderzoek van Rutgers onder slachtoffers en hulpverleners.

 

“Niet alleen de ervaring zelf, maar zeker ook de reacties van de sociale omgeving daarna bepalen de impact van online seksueel grensoverschrijdend gedrag”, legt onderzoeker Marianne Cense uit. De onderzoekers pleiten voor cultuurverandering op drie vlakken: het normaliseren van online seksueel gedrag, het doorbreken van de seksuele dubbele moraal en het tegengaan van victim blaming. Marianne: “Op de lange termijn kan online seksueel geweld leiden tot mentale klachten, depressie, suïcidaliteit en posttraumatische stress. Ook kan online seksueel geweld, zeker in de adolescentie, leiden tot een verstoorde romantische en seksuele ontwikkeling.”

 

Onderzoek
Maar wat bepaalt nou de impact van online seksueel grensoverschrijdend gedrag? En wat heeft iemand daarna nodig? “Met die vragen zijn we dit onderzoek gestart. Na een literatuuronderzoek hebben we interviews gehouden met 4 experts op het gebied van online seksueel geweld en 8 slachtoffers. De slachtoffers hebben te maken gehad met ongewenste verspreiding van een naaktfoto/filmpje of met afpersing met naaktbeelden (sextortion)”, zegt Marianne.

Wat bepaalt de impact?
Uit het onderzoek komen verschillende factoren naar voren die bepalen wat voor impact de ervaring heeft. Victim blaming speelt een grote rol. Ook het afkeuren van online seksueel gedrag maakt het moeilijker om erover te praten. Daarnaast spelen gendernormen mee, zowel door de slutshaming die meisjes en vrouwen ten deel valt, maar ook het moeilijker erkennen en erkend krijgen dat je slachtoffer bent, als man zijnde.

Op organisatieniveau kunnen organisaties, zoals middelbare scholen, het verschil maken door steun te geven, beleid te hebben en maatregelen te nemen richting plegers. Vanuit de directe sociale omgeving is geloof en steun van enorm belang. Vrienden die achter je staan, familie die je opvangt en beschermt. Afkeuring, afschuw en onbegrip van familie en vrienden maakt de ervaring erger. Leeftijd en fase in de seksuele ontwikkeling, persoonlijkheid, negatieve levenservaringen, zelfbeeld, eigenwaarde en sociaal isolement zijn individuele factoren die de impact van de ervaring kunnen vergroten of verkleinen.

Wat moet er nog meer gebeuren?
De onderzoekers adviseren om campagnes in te zetten, goede seksuele vorming op scholen aan te bieden waarin ook online gedrag aan bod komt en betere seksuele opvoeding door ouders. “Online platforms en gaming communities moeten preventief beleid gaan voeren en handhaven. Verbetering van de zorg wordt door de slachtoffers ook genoemd als verbeterpunt, met name toegankelijke informatie en zorg. Daarnaast spelen scholen een belangrijke rol in laagdrempelige begeleiding en door goed te reageren naar alle leerlingen als er iets gebeurt”, licht Marianne toe.

Naast ouders kunnen vrienden en andere leeftijdsgenoten een grote bijdrage leveren door seksueel getint materiaal niet door te sturen en slachtoffers te steunen.

 

Referentie: 
Trefwoorden: 
cultuur, families, hulpverleners, interviews, jongeren, Onderzoek, persoonlijke ervaringen, prevalentie, psychosociale gevolgen, psychosociale hulpverlening, seksueel geweld, slachtoffers, Sociale angst, Sociale media, sociale steun, zorgbehoefte