Verzwegen en vergeten : Een inventariserend en verdiepend onderzoek naar gevangenenkampen uit de Tweede Wereldoorlog op Nederlandse buitenplaatsen

Kastelen en buitenplaatsen in Nederland kennen een lange geschiedenis en hebben vele conflicten doorstaan. Hoewel kastelen en buitenplaatsen hun functie als militair object in de periode van de Tweede Wereldoorlog al verloren hadden, hebben ze in deze periode toch vaak een functie in de oorlogsvoering gespeeld. Buitenplaatsen hebben namelijk bijgedragen aan de ‘zuivering’ van de nazisamenleving in deze periode, omdat ze werden gebruikt voor praktische doeleinden zoals gevangenenkampen.   

 

Hoewel de periode van de Tweede Wereldoorlog op buitenplaatsen steeds meer wetenschappelijke belangstelling krijgt, ligt de nadruk bij de meeste studies tot op heden op de materiële schade aan het erfgoed en de huidige omgang met het oorlogserfgoed. Het huidige onderzoek heeft daarom betrekking op de onderbelichte rol van de Tweede Wereldoorlog op buitenplaatsen als ‘dadererfgoed’. Aan de hand van een inventarisatie en casestudies is specifiek ingegaan op gevangenenkampen op buitenplaatsen uit deze periode. De centrale vraagstelling van dit onderzoek luidt als volgt: 

In welke mate en vorm hebben landschappelijke situering, ruimtelijke indeling en bouwkundige eigenschappen van buitenplaatsen in Nederland in de Tweede Wereldoorlog een rol gespeeld bij het in gevangenschap stellen van joden en andere (krijgs)gevangenen? Hoe functioneerden deze kampen? Hoe is er na de Tweede Wereldoorlog omgegaan met de (herinnering aan) gevangenenkampen op buitenplaatsen? 

 

Om antwoord te geven op de centrale vraagstelling, is allereerst beschouwd hoe de officiële Nederlandse concentratiekampen functioneerden. Deze kampen zijn ontstaan toen er tijdens de Duitse bezetting in korte tijd een groot tekort ontstond aan gevangenisruimte in Nederland. Hierbij werden bestaande kampen en gebouwen ingericht als onderdeel van het netwerk van kampen die het Duitse ‘samenlevingsideaal’ moesten verwezenlijken. Hoewel elk concentratiekamp een eigen geschiedenis en een eigen karakter kende, waren de officiële concentratiekampen ruimtelijk gezien systematisch ingericht. Ook de organisatie van en het leven in de kampen geschiedde veelal volgens eenzelfde routine.   

 

Naast de officiële concentratiekampen in Nederland waren er veel ‘buitenkampen’. Onder deze kampen bevonden zich gevangenenkampen op Nederlandse buitenplaatsen. In totaal heeft het onderzoek 27 gevangenenkampen op buitenplaatsen in Nederland aan het licht gebracht. Deze kampen bevonden zich voornamelijk in Oost-Nederland. Het merendeel van de gevangenenkampen situeerde zich hierbij in ruraal, bosrijk gebied dat niet in directe verbinding stond met grotere woonplaatsen. Daarnaast bevonden bijna alle gevangenenkampen op buitenplaatsen zich nabij een spoorweg en/of treinstation. Hoewel gevangenenkampen op buitenplaatsen verschillende functies kenden, hadden de meeste kampen een eenzijdige aard als gevangenis of gijzelaarskamp. Slechts een klein deel van de buitenplaatsen was ingericht als werkkamp. Ten slotte vertoonden de buitenplaatsen die functioneerden als gevangenenkamp ruimtelijk en organisatorisch gezien veel onderlinge variatie.   

 

Gebleken is dat gevangenenkampen op buitenplaatsen anders zijn ingericht dan de complex georganiseerde officiële concentratiekampen. Gevangenenkampen op buitenplaatsen werden namelijk niet met een vooropgezet plan in gebruik genomen, maar zijn op enig punt in de oorlog geïmproviseerd ontstaan als ‘buitenkampen’. Er bestaat een sterk verband tussen de afgelegen, beschutte ligging van buitenplaatsen en de keuze om hier buitenkampen op te vestigen die aan het oog van de maatschappij onttrokken moesten worden. Daarnaast heeft het feit dat buitenplaatsen goed bewaakt en omheind konden worden, alsook dat ze grote groepen mensen konden onderbrengen en dat ze een bepaalde aantrekkingskracht hadden voor de Duitsers meegespeeld in de overweging om buitenplaatsen voor dergelijke doeleinden te gebruiken.   

 

Na de oorlog werden gevangenenkampen op buitenplaatsen vaak gebruikt als interneringskamp voor personen die van collaboratie verdacht werden of als onderkomen voor gerepatrieerde Molukse gezinnen. Hoewel deze ontwikkeling in overeenstemming is met de manier waarop veel officiële concentratiekampen na de Tweede Wereldoorlog werden ingericht, is er een opvallend verschil met de officiële concentratiekampen; de naoorlogse en huidige herinnering aan deze plaatsen. Waar tegenwoordig de meeste officiële concentratiekampen namelijk nationale monumenten zijn ter herinnering aan hun oorlogsverleden, is dit voor gevangenenkampen op buitenplaatsen niet het geval. Sterker nog; de buitenplaatsen zijn teruggebracht naar hun romantische staat, waardoor de gevangenenkampen niet meer fysiek herkenbaar zijn op deze plaatsen. Toch is het belangrijk dat er meer aandacht ontstaat voor de herinnering aan de Tweede Wereldoorlog op buitenplaatsen, aangezien buitenplaatsen een belangrijk onderdeel van het oorlogserfgoed zijn. De rol die gevangenenkampen op buitenplaatsen als herdenkingscentra kunnen vervullen heeft hierbij een grote meerwaarde. Het is daarom belangrijk dat het verleden van gevangenenkampen op buitenplaatsen niet langer onbesproken blijft en dat deze kampen (indien mogelijk) monumenten worden ter herinnering aan hun oorlogsverleden. 

Referentie: 
Manon Haandrikman | 2020
92 pagina's | Groningen : Universteit van Groningen
https://www.rug.nl/research/kenniscentrum-landschap/voor-studenten/masterscripties/2020-mascr-haandrikman-verzwegen-en-vergeten.pdf
Masterscriptie Landschapsgeschiedenis
Trefwoorden: 
concentratiekampen, daders, erfgoed, geschiedenis, Ingrijpende gebeurtenissen, isolatie, naoorlogstijd, Nederland, Onderzoek, oorlogsvoering, Tweede Wereldoorlog (1939-1945)