Terrorisme en dan verder...! Etnische minderheden en aanslagen. Informatie voor zorgverleners
Terrorisme en dan verder...! Etnische minderheden en aanslagen
Na een terroristische aanslag kunt u als professional te maken krijgen met getroffenen uit etnische minderheidsgroepen. Zij zullen grotendeels dezelfde behoeften hebben als autochtone getroffenen. Echter, specifieke culturele aspecten kunnen van belang zijn of tot uiting komen in de periode na een aanslag.
Risicofactoren voor het ontwikkelen van lange termijn gezondheidsklachten en posttrauma psychopathologie
■ Eerste generatie arbeidsmigranten, asielzoekers en (politieke) vluchtelingen hebben een verhoogd risico op het ontwikkelen van lange termijn gezondheidsklachten en posttrauma psychopathologie. Hun kwetsbaarheid kan verhoogd zijn door een combinatie van factoren zoals een lage sociaal economische status, migratie-effecten, een marginale politieke, economische of maatschappelijke positie, acculturatiestress, discriminatie of het ontbreken van sociale steun. Dit kan leiden tot voortdurende stress, overmatige waakzaamheid en een verhoogd angstniveau waardoor traumareacties toenemen.
■ Bij vluchtelingen en asielzoekers is vaak sprake van eerder opgedane traumatische ervaringen. Hierdoor kunnen zij kwetsbaar zijn voor het ontwikkelen van psychische aandoeningen.
Door de aanslag kunnen eerdere traumatische ervaringen weer geactiveerd worden.
■ In tijden van onveiligheid en crisis worden mensen die zichtbaar tot een minderheidsgroep behoren sneller als zondebok of vijand bestempeld. Dit kan resulteren in een’wij-zij’ mentaliteit, en een polariserend effect hebben.
Beschermende en herstelbevorderende
factoren
■ Bepaalde etnische (sub)groepen worden gekenmerkt door een sterke sociale verbondenheid en/of grote gerichtheid op de eigen culturele etnische gemeenschap. Dit biedt goede mogelijkheden om (preventieve) interventies te richten op gemeenschapsniveau.
■ In stressvolle situaties zullen veelal de onderlinge relaties en de verbondenheid bevestigd en versterkt worden. Hier kan een beschermende werking van uitgaan. Echter verdeeldheid kan ook gecreëerd of aangescherpt worden als gevolg van stressvolle situaties.
■ Dromen over overleden verwanten en visioenen spelen bij diverse culturele groeperingen een ondersteunende rol bij de rouw en moeten niet als psychopathologie geïnterpreteerd worden.
■ Veel etnische groeperingen hebben een migratieproces ondergaan of zijn opgegroeid in een omgeving waar diverse culturen samenkomen. Deze ervaringen kunnen hun cultureel aanpassingsvermogen hebben vergroot. De zorgverlener kan met de getroffene spreken over de toen gebruikte succesvolle strategieën om te zien of die ook in de huidige situatie toegepast kunnen worden.
■ Religie, spiritualiteit, (politieke) ideologie of levensbeschouwing kunnen behulpzaam zijn bij zingevingvragen, betekenisverlening, verlies van hoop en slachtofferschap.
Aanbevelingen voor de zorgverlener
■ Bij etnische minderheden is differentiatie in de praktijk essentieel om stereotypering tegen te gaan en effectief te handelen. Door differentiatie kan een op maat toegesneden aanbod mogelijk worden voor bijvoorbeeld eerste, tweede en derde generatie migranten uit verschillende culturele groepen, voor asielzoekers of vluchtelingen.
■ Ontwikkel en behoud een open, respectvolle en geïnteresseerde houding naar mensen, ongeacht hun culturele achtergrond. Luister en geef ruimte om verhaal te doen. Wees er voor hen.
■ Probeer vooroordelen en stereotiepe beelden over ‘de allochtoon’, ‘de autochtoon’, ‘de asielzoeker en ‘de vluchteling’ zoveel mogelijk te vermijden.
■ Zet hulpverleners in met dezelfde culturele achtergrond als de getroffenen of werk met hen samen. Echter ‘ethnic matching’ van zorgverlener met getroffene kan ook negatief uitwerken, bijvoorbeeld als taboes of angst voor roddel spelen.
■ Maak indien nodig gebruik van Contactpersonen Eigen Taal en Cultuur (CETC), Voorlichters Eigen Taal en Cultuur (VETC) en allochtone zorgconsulenten. Als intermediairs werken zij drempelverlagend. Zij helpen de communicatie te vergemakkelijken waardoor onder meer snellere en correctere diagnoses mogelijk zijn en grotere therapietrouw wordt bewerkstelligd.
■ Gebruik van tolken kan noodzakelijk zijn. Schroom niet de hulp van (persoonlijke of telefonische) tolken in te roepen via tolkencentra.
Wijs getroffenen op (groeps)activiteiten indien deze voor en door lotgenoten uit de eigen gemeenschap georganiseerd worden.
Bevorder het geven van hulp en ondersteuning aan (verre) verwanten.
Faciliteer het vormgeven aan cultuureigen genezings-, herdenkings-, en verzoeningsrituelen, indien het past bij getroffene.
Non-verbale therapieën (lichaamsgerichte therapieën, muziek, tekenen, poëzie, humor) slaan soms beter aan als behandelvorm.
Ondersteun acties die getroffenen willen nemen ten behoeve van overledenen of komende generaties.
Erken indien relevant, ervaringen van toenemend racisme en vooroordelen.
Onderzoek samen met de getroffene of, vanuit de eigen traditie of cultuur, op termijn op positieve wijze zin kan worden geven aan de ingrijpende gebeurtenissen.
Klachtenpresentaties kunnen zowel in vorm, frequentie en intensiteit verschillen.
Benader culturele groepen actief, outreachend en cultuursensitief. Eerdere rampervaringen maken duidelijk dat zij soms onvoldoende en laat toegang vonden tot het zorgcircuit en zo meer psychopathologie ontwikkelden. Sommige getroffenen met psychische klachten geven eerst zorg aan anderen waar zij zich verantwoordelijk voor voelen, bijvoorbeeld hun kinderen of ouders. Zij zoeken zelf pas hulp wanneer zij merken dat hun eigen klachten door de omgeving als last worden ervaren.
Zorg dat voorlichting aansluit bij de beleving van de getroffenen. Zorg dat er voldoende aandacht
gegeven wordt aan verwachtingen, doelen en werkwijze binnen behandeling of begeleiding. Impliciete verwachtingen kunnen van invloed zijn op de behandeling.
■ Wees cultuursensitief in het zorgaanbod. Turks-Nederlandse getroffenen in Enschede braken de behandeling soms af omdat zij steeds maar over de ramp moesten praten, terwijl zij de ramp juist wilden vergeten. Pas het zorgaanbod aan de zorgvraag aan.
Voor meer informatie over psychosociale zorg na rampen en terroristische aanslagen kunt u zoeken in de digitale kennisbank van Impact. Vooral de categorieën Wetenschappelijke literatuur, Expertise en Protocollen en Draaiboeken zijn relevant voor professionals. Ook kunt u de andere factsheets in de serie “Terrorisme en dan verder” raadplegen.
Alle informatie op deze factsheet is openbaar en mag gecopieerd of verspreid worden mits voorzien van bronvermelding.
Stichting Impact Landelijk Kenniscentrum Psychosociale Zorg na Rampen
Tafelbergweg 25 T 020 5662102 Postbus 78 www.impact-kenniscentrum.nl
1105 BC Amsterdam F 020 5669322 1110 AB Diemen impact@amc.uva.nl
Microsoft Word - ProfZ_Cultuur_def.doc