Steeds opnieuw interesse tonen in dit unieke individu : psychotherapeut Hanneke Bot neemt afscheid bij Phoenix

Eenentwintig jaar heeft Hanneke Bot gewerkt als psychotherapeut en programmaleider bij Phoenix van Pro Persona. Bij deze afdeling voor de behandeling van asielzoekers en vluchtelingen met ernstige psychiatrische aandoeningen nam ze afgelopen november afscheid omdat ze met pensioen is gegaan. De zorg aan deze onvrijwillige migranten onderscheidt zich vooral door de noodzakelijke aandacht voor de psychologie van migratie en het werken met tolken, aldus Bot.

Nederland is niet het centrum van deze wereld, realiseerde Hanneke Bot zich al jong. Nieuwsgierigheid naar wat zich buiten dit landje afspeelde, bracht haar tijdens en na de studie sociologie in Wageningen achtereenvolgens naar Kameroen, Nigeria en Kenia, India en Bangladesh. Tijdens een verblijf van vijf jaar in Kenia nam haar carrière een beslissende wending. Ze studeerde in Nairobi aan een dependance van de Philadelphia School of Psychoanalysis en werkte er met andere psychotherapeuten en een psychiater samen in een groepspraktijk. Daar kwamen behalve expats ook Kenianen. Velen van hen waren van het platteland naar de stad getrokken. Bot: ‘De familie verwachtte dat ze zouden terugkeren, terwijl ze zich in de stad aan het invoegen waren. Ze waren op zoek naar hun identiteit en hun plek in deze nieuwe sociale omgeving. Eigenlijk maakten ze een migratieproces door.’
Deze ervaringen prikkelden Bots interesse in de problematiek van migranten. Ze schreef er enkele artikelen over. Met die kennis en ervaringen werd ze, eenmaal terug in Nederland, in 1995 aangenomen bij Phoenix. Deze afdeling van wat nu Pro Persona heet, was bedoeld voor asielzoekers en vluchtelingen met ernstige psychiatrische aandoeningen. Veel patiënten kampen met psychoses en zware depressies. Ze leven eigenlijk altijd in een complexe maatschappelijke situatie. Bot schetst treffend hoe Kafkaiaans die kan uitpakken. Een patiënt met een psychotische stoornis, afkomstig uit West-Afrika, moest van de Nederlandse overheid terug naar zijn land van herkomst. Dat land wilde de man geen inreispapieren geven. Zijn ouders, die inmiddels in Marokko woonden, wilden wel voor hun zoon zorgen. Maar zonder een Nederlandse verblijfsvergunning kreeg die geen inreispapieren voor Marokko. ‘Dit soort situaties is heel specifiek voor deze groep; ze kunnen ontzettend klem zitten en dat levert veel stress op.’

Individuatieproces

Bij de behandeling van haar patiënten ruimt Bot geen aparte plaats in voor het begrip cultuur. ‘Dat begrip is bij uitstek een groepsconcept, en bergt het gevaar in zich van denken in stereotypen. Je doet de patiënt dan tekort. Die wil niet als lid van een groep benaderd worden en dat werkt ook niet. Ze moeten gezien worden voor wie ze zijn. Daarvoor is het psychologisch instrumentarium prima geschikt.’
Het begrip cultuur wordt vaak te pas en te onpas gebruikt, zegt Bot, ook als excuus om geen behandelingen te starten vanwege de veronderstelde cultuurkloof tussen therapeut en patiënt. Uit ervaring weet ze dat de werkrelatie vaak al doende ontstaat. ‘Het maakt me altijd weer blij als ik in gesprek met mensen die van ver komen merk dat we elkaar als mens heel nabij komen.’
Migratie is wél iets dat de mensen bij Phoenix onderscheidt van geboren Nederlanders. Het is een life-event met grote impact. ‘Als je, gedwongen door omstandigheden, je land ontvlucht, raak je alles kwijt. Je komt in een vreemde omgeving, die soms bovendien vijandig reageert op je komst. Zolang je in de asielprocedure zit, mag je niets. Je hebt geen mogelijkheid om je te ontwikkelen, weinig zekerheid. Dat zijn enorme stressfactoren. Daar moet je bij de behandeling, maar zeker ook bij de hele inbedding in Nederland, rekening mee houden.’
Bij haar werk heeft Bot veel gehad aan de theorieën van de Indiaas-Amerikaanse psychoanalyticus Salman Akhtar. ‘Akhtar vergelijkt het migratieproces met de individuatieprocessen uit de psychoanalytische ontwikkelingspsychologie. Hij beschouwt het als een derde individuatieperiode, na de kleutertijd en de puberteit. Volgens Akhtar moeten migranten een evenwicht vinden in afstand tot hun land van herkomst en hun nieuwe land. Bij een gezonde ontwikkeling pas je je als migrant aan de nieuwe omgeving aan, maar je neemt daarbij natuurlijk wel je eigenheid mee. Dat proces geeft een periode van onrust en emotionaliteit; er zijn ontwikkelingstaken te verrichten. Daarbij maakt het uit op welke leeftijd je deze derde individuatie doormaakt. Puberen én migreren levert een dubbele ontwikkelingsstaak op. Het gaat mis als de migrant blijft steken in haat voor het land van herkomst en idealisering van het huidige land, of omgekeerd.’
De aanpassing verloopt beter als mensen contact kunnen houden met hun land van herkomst, bijvoorbeeld doordat ze erheen kunnen reizen. Asielzoekers kunnen dat niet. Om het land van herkomst toch dichterbij te halen kijkt Bot wel samen met patiënten op Google Earth. ‘We zoeken dingen op waarover ze me vertellen. Dat is zowel een manier om de werkrelatie vorm te geven als om het land van herkomst dichterbij te halen. Sommige patiënten hebben kinderen achtergelaten in hun land. Voor dat contact is de ontwikkeling van de mobiele telefonie natuurlijk fantastisch. De handigere patiënten kunnen ook skypen. Dat is allemaal goed voor het integratieproces. Want als je helemaal van je roots bent afgesneden, is het lastiger om je evenwicht in de nieuwe wereld te vinden. Dat is des te moeilijker wanneer je vijandig wordt ontvangen.’

Tolk in de spreekkamer

Vanaf dag één bij Phoenix was Bot geïntrigeerd door het werken met tolken. In de psychotherapieopleiding had ze geleerd haar interventies zorgvuldig te verwoorden en met aandacht te luisteren naar de manier waarop de patiënt over zichzelf sprak. Door het werken met tolken wist ze niet meer precies wat er met haar woorden of die van de patiënt gebeurde. ‘Je bent opeens met z’n drieën in de spreekkamer: hoe pakt dat uit?’ Ze is er onderzoek naar gaan doen en promoveerde in 2005 op een wetenschappelijke analyse van opgenomen gesprekken met tolken in de spreekkamer. Sindsdien geeft ze ook colleges en trainingen over het werken met tolken.
In de loop der jaren is ze de nadruk op woorden gaan relativeren, vertelt Bot. ‘Dan verandert de tekst wat, maar dat is niet zo erg. Als blijkt dat we elkaar misschien niet meer goed begrijpen, stel ik dat aan de orde. Dan komen we wel weer tot begrip. Door de aanwezigheid van de tolk zie je hoe de patiënt omgaat met een derde persoon. Het is een ingewikkelde communicatieve situatie en je krijgt een indruk of de patiënt dat aankan. Ik ben steeds positiever over de samenwerking gaan denken.’

Andere tijden

In de jaren dat Bot bij Phoenix werkte is de behandelaanpak sterk veranderd. In 1995 kreeg een patiënt een verblijfsvergunning bij opname, nu is dat niet meer aan de orde. ‘De verblijfsvergunning was vaak een goed medicijn. De bestaande regels maken beter worden voor mensen soms moeilijk. Als je weet dat je dan uitgezet wordt … Tegelijkertijd kunnen wij in de psychiatrie de kwestie van de verblijfsvergunning niet echt oplossen. We doen bij Phoenix ons best om onderscheid te maken tussen psychiatrische ziektebeelden en de rol van de maatschappelijke omstandigheden in de klachten. Dat blijft moeilijk.’
Net als elders in de ggz is de verblijfsduur van patiënten bij Phoenix de afgelopen jaren korter geworden. ‘Veel mensen gaan na zes weken of twee maanden terug naar waar ze vandaan kwamen en krijgen dan ambulante zorg. Dat vind ik een goede ontwikkeling. Een ziekenhuis stimuleert niet tot het nemen van initiatief. Maar we moeten niet proberen mensen ambulant te gaan helpen die dat niet aankunnen.’
Nog een grote verandering is dat bij Phoenix niet langer meer alleen asielzoekers en vluchtelingen worden opgenomen, maar ook Nederlanders. ‘Aparte behandeling van migranten is niet meer van deze tijd,’ verklaart Bot. ‘Bij een goede integratie in de samenleving past niet dat je ze in de zorg apart houdt. Bij Phoenix is de patiëntengroep al gemixt en dat proces gaat door. Je moet voor asielzoekers natuurlijk wel een taal- en tolkenbeleid hebben en oog houden voor het verloop van het migratieproces. De psychologie van de migratie is vaak een veronachtzaamd aspect van de behandeling van migranten.’

Hoop

Bot heeft in de loop der jaren veel mensen zien komen en gaan. ‘Veel patiënten bleken erg veerkrachtig. Zo herinner ik me meerdere vrouwen uit Afrikaanse landen, die erg nare dingen hadden meegemaakt en hun leven toch weer oppakten. Daar heb ik groot respect voor. Als ik zelf zo in de penarie had gezeten, weet ik niet of ik het had gered. Ik merk dat onze patiënten overal een beetje hoop aan ontlenen.’ Het geeft haar veel voldoening te zien dat patiënten erg kunnen opknappen. ‘Mensen die zwaar in de war, angstig en somber zijn, en met wie het na verloop van tijd veel beter gaat, dat maakt me blij.’
Of de psychotherapie daarin een grote rol speelt? ‘Onze tijd gaat er vooral in zitten in de patiënt te helpen problemen op te lossen en stappen verder te zetten. Maar ook bij psychotische mensen is de psychotherapeutische insteek en aandacht voor het verleden belangrijk. Bijvoorbeeld voor het rouwproces dat ze doormaken vanwege de vele verliezen in hun leven. Ik denk zelf dat de psychotherapeutische hóuding het belangrijkste is: de interesse in wat die ander voelt, vindt en wil. Volgens mij draait het vooral om nieuwsgierigheid en betrokkenheid.’

 

Referentie: 
Veronique Huijbregts | 2016
In: Cogiscope : tijdschrift over gevolgen van schokkende gebeurtenissen, ISSN 1871-1065 | 13 | 4 | december | 26-29
https://oorlog.arq.org/sites/default/files/domain-50/documents/cogiscope_2016_no_4-50-14936325801745093422.pdf
Onderdeel van de rubriek 'In de werkkamer'
Trefwoorden: 
asielzoekers, cultuurverschillen, interviews, migratie, psychotherapeuten, tolken, vluchtelingen