STAIR-training voor patiënten met complexe trauma’s: Workshop professor Marylene Cloitre

Op initiatief van Stichting Centrum '45 heeft professor Marylene Cloitre op 17 november 2010 een workshop gegeven over de behandeling van complex getraumatiseerde patiënten voor een 25-tal geïnteresseerde behandelaren van binnen en buiten Arq psychotrauma Expert Groep1.

 

Marylene Cloitre is als hoogleraar psychotrau-matologie verbonden aan het National Center for PTSD in Palo Alto Californië en aan de afdeling Psychiatrie van Stanford University.

In haar workshop wist Cloitre velen te inspireren door haar rustige en zeer deskundige, praktijkgerichte wijze van presenteren. Al vertellenderwijs wist ze theorie en praktijk zeer goed met elkaar te verbinden en haar publiek te boeien. Zij legde de nadruk op haar meest recente onderzoek, dat is uitgemond in een publicatie medio 2010 in het American Journal of Psychiatry2. Dat artikel is een fraai voorbeeld van zeer praktijkgericht, klinisch onderzoek.

In de workshop heeft ze de door haar ontwikkelde STAIR-training (Skills Training in Affect and Interpersonal Regulation) uitvoerig belicht. Deze training bestaat uit elementen die afkomstig zijn uit emotieregulatie therapie, schemagerichte therapie en sociale vaardigheidstraining. Patiënten die vroegkinderlijk zijn getraumatiseerd, vertonen vaak een complex scala aan klachten. Een vaak heersende mening is, dat dergelijke complexe patiënten eerst dienen te worden gestabiliseerd alvorens wordt overgegaan tot traumagerichte therapie, zoals exposure of EMDR. Dit is wetenschappelijk echter nooit echt aangetoond. Daarbij is het begrip ‘stabilisatie’ een slecht geoperationaliseerd containerbegrip. Cloitre gaf het begrip stabilisatie een duidelijk kader met haar STAIR-training.

 

Onderzoek

Cloitre liet de STAIR-training in haar onderzoek voorafgaan aan exposure-therapie (een vorm van narratieve exposure-therapie). In acht zittingen STAIR en acht zittingen exposure wist zij goede resultaten te behalen bij een complex getraumatiseerde patiëntengroep.

Het is in dit verband verhelderend om iets te beschrijven van haar interessante onderzoek.

 

In haar onderzoek heeft Cloitre drie onder-zoekscondities ingezet, te weten:

1 STAIR-training gevolgd door exposure-behandeling. Hierbij waren vier zittingen met als focus ‘emotieregulatie’ en vier zittingen met als focus ‘interpersoonlijke problematiek’. Vervolgens werd een aangepaste prolonged exposurebehandeling ingezet, acht

zittingen, met narratieve elementen.

Als controlecondities zette zij op:

2    STAIR gevolgd door ondersteunende therapie (dus geen traumatherapie).

3    Ondersteunende therapie gevolgd door expo-surebehandeling.

 

De STAIR/exposure conditie bereikte ten opzichte van de andere twee condities het beste resultaat op PTSS-klachten, emotieregulatie-klachten en interpersoonlijke problemen. De drop out was lager dan conditie 2 en gelijk aan conditie 3. Patiënten in de STAIR/exposure conditie verslechterden minder dan in de andere twee condities.

 

Rijke ervaring

Cloitre wist in de workshop vooral te boeien door haar rijke ervaring, waar zij uit putte. Veel praktijkvoorbeelden, veel praktische handvatten die vooral kwamen uit haar STAIR-module. Het begrip stabilisatie wist zij zo duidelijk te operationaliseren en over te brengen.

Interessant is haar studie ook, omdat zij aansluit op het in Nederland in opkomst zijnde fenomeen van ‘zorgpaden’. Hierin wordt duidelijk gedefinieerd welke behandelmodules noodzakelijk en wenselijk zijn, in welke tijdsperiode en met welk doel. Dat een STAIR-module met gerichte, specifieke activiteiten voorafgaand aan een exposure-module goed werkt in een beperkt aantal zittingen, is voor behandelaars belangrijke informatie.

In de workshop nuanceerde zij het beeld van de korte therapie enigszins; veel patiënten hebben wel langer de tijd nodig. In de VS wordt langer durende therapie doorgaans niet gefinancierd, zodat daar de beperkingen liggen. Echter, deze vorm van behandelen in ‘stappen’ blijkt effectief, is concreet voor zowel patiënt als therapeut en verdient veel aandacht.

 

1.    Stichting Centrum '45 is partner in Arq Psychotrauma Expert Group (www.arg.org)

2.    Cloitre, M., K. Chase stovall-McClough, K. Nooner et al., ‘Treatment for PTsD related to Childhood abuse: A Randomized Controlled trial', in: American Journal of Psychiatry vol. 167 (2010) pp. 915-924.

 

Ruud Jongedijk is als psychiater en directeur verbonden aan stichting Centrum '45.

Referentie: 
Ruud Jongedijk | 2011