SCOPE : Henk Maurits, freelance filmjournalist, bericht in deze rubriek periodiek over belangwekkende films en documentaires.

Film: Westerbork Girl

Regie: Steffie van den Oord, nl, 2007, 48 MIN.

Première: idfa 2007. dvd te koop via klantenservice VPRO

 

Film: De Schattenberg

Regie: Monique Verhoeckx, nl, 2007, 80 min. Verkrijgbaar op dvd via  WWW.STUDIEMEKANIEK.NL

 

Wat bezielt een jonge joodse vrouw om nadat ze op slimme wijze door verzetsheld Rob de Vries uit Kamp Westerbork is gesmokkeld er binnen een week weer vrijwillig naar terug te keren? Een vraag waar meerdere antwoorden op mogelijk zijn, zoals blijkt uit de film Westerbork Cirl van Steffie van den Oord, die eind 2007 te zien was op het International documentary film festival Amsterdam (IDFA).

 

Filmmaakster Steffie van den Oord vond in een New-Yorks appartement de inmiddels 83-jarige Hannelore Eisinger-Cahn terug. Een ‘survivor’ die tweeëneenhalf jaar vastzat in Westerbork en met wie ze terugkijkt op dat merkwaardige incident in haar leven. We ontmoeten haar thuis in haar appartement, terwijl ze in vervoering luistert naar een Duits liedje, gezongen door Louis de Wijze, een liedjesschrijver en zanger met wie ze samen optrad in Westerbork.

 

Al snel doemt in de film het beeld op van een mooie meid op wie vele mannen in het kamp verliefd waren, onderwie kampcommandant Cemmeker, die elke avond vooraan zat wanneer zij als dansmeisje optrad in de revue. Overdag zat ze bij de FK, de Fliegende Kolonne, en verdeelde pakjes in het kamp, zoals ze in het heden als vrijwilligster bloemen rondbrengt in het ziekenhuis. Met meestal twinkelende ogen kijkt ze terug op haar verleden, waarbij de episode in Westerbork niet als een zwarte bladzijde naar voren komt. ‘We hadden lol en probeerden er het beste van te maken.’ Dat ze weinig nare herinneringen heeft, zal voor een deel te maken hebben gehad met haar ‘innemende schoonheid’, zoals Louis de Wijze het noemt. Ze had de nodige verliefde mannen om zich heen, die haar koesterden en onder meer voorkwamen dat ze naar Auschwitz werd afgevoerd. In tegenstelling tot andere familieleden, onder wie haar eigen vader die vanuit Vught in Westerbork arriveerde en na een paar dagen onder de ogen van zijn dochter op de trein werd gezet om nooit meer terug te keren. Het is het enige moment in de film waarop de emoties even opspelen bij de vitale oude dame.

 

Revuemeisje

 

Van den Oord weet aan de hand van interviews, oude foto’s, filmbeelden en muziek een sfeervol portret op te bouwen rond het voormalige revuemeisje uit Westerbork, dat op miraculeuze wijze aan Auschwitz wist te ontsnappen. Dankzij de mannen om haar heen en dan met name Hans Eisinger, een uitWenen afkomstige gevangene, die zeseneenhalf jaar in Westerbork zat. Een al wat oudere, vaderlijke figuur, lid van de Ordedienst, die hevig verliefd op haarwas en met wie ze tegen het eind van de oorlog ook trouwde. Hij speelde een sleutelrol in haar leven en haalde haar persoonlijk terug uit Amsterdam, nadat ze door Rob de Vries uit het kamp was bevrijd.

 

In het VARA-programma Anders dan anderen uit 1962, vertelt Rob de Vries het verhaal van het joodse meisje dat hij op een dag, vermomd als stoker op een goederentrein, uit Westerbork had gehaald. Zoals hij ook verzetsmensen bevrijdde uit de strafgevangenis in Leeuwarden; te zien in een fragment uit de speelfilm De overval uit 1962.

 

De vraag waarom Hannelore uit Westerbork moest worden gehaald, wordt niet helder beantwoord in de film. Hannelore zelfwekt de indruk dat zij bevriend was met Rob de Vries, maar dat wordt door hemzelf nergens bevestigd. Een van de redenen waarom zij, naar eigen zeggen terugging naar Westerbork, was omdat Rob al een vriendin bleek te hebben. Ook voelde ze zich in Amsterdam, waar ze even ondergedoken zat, eenzaam en alleen. ‘Ik voelde me er meer opgesloten dan in het kamp’, zegt ze meer dan vijftig jaar later.

 

Auschwitz

 

Feit is dat na haar verdwijning de Ordedienst opdracht kreeg om haar op te sporen en terug te brengen, anders zouden er - zoals te doen gebruikelijk- andere mensen op transport worden gezet naar Auschwitz. Beelden van zo’n transport zijn als illustratie in de film te zien, waaronder het beroemde fragment van het sluiten van de deuren van een goederentrein uit de Westerborkfilm van Rudolf Breslauer uit 1944. Steffie van den Oord wist ook Hans Margules, de man die de deuren sluit, te tracéren en hem te laten anticiperen op zijn omstreden rol van toen.

 

Met Auschwitz als stok achter de deur heeft haar aanbidder, Hans Eisinger, Hannelore naar haar eigen zeggen naar Westerbork teruggehaald. Waarbij opmerkelijk is dat zij daarna gewoon weer in haar oude rol kon terugvallen en niet werd gestraft. Ook ‘survivor guilt’ is haar verder vreemd, zo blijkt wanneer jaren later Edwin de Vries, de zoon van Rob, voor de deur van haar appartement staat om te praten over het verleden. Over het uitstapje naar Amsterdam vanuit Westerbork, weet ze zich weinig meerte herinneren, maarwel, zo vertelt ze schalks, dat ze in de loge van de schouwburg nog een speciale ontmoeting met Rob heeft gehad. De rest laat ze over aan de eigen fantasie van Edwin. En aan die van ons.

 

De Schattenberg

 

Westerbork speelt ook een rol in de lange documentaire De Schattenberg van Monique Verhoeckx. De Schattenberg was de naam die na de Tweede Wereldoorlog werd gegeven aan het voormalige kamp, toen het tijdelijk als opvangcentrum diende voor mensen uit Nederlands-lndië, veel mensen uit gemengde huwelijken, zoals de families Bloemhard en Vogel. De filmmaakster volgt ze tijdens een gereconstrueerde busreis - in een oude jaren vijftig bus - naar het voormalige opvangcentrum. Een sentimentaljourney naar het kamp De Schattenberg dat in 1950 dienst deed als eerste opvang, vóór de families in 1951 een eigen woning kregen in Hoogezand.

 

Met veel weemoed wordt er door de twaalf familieleden gepraat over het oude Indië, gelardeerd met arcadische zwart-wit beelden van het Indië van toen. De overgang naar Nederland wordt uitvoerig uit de doeken gedaan, met ook reacties op hun komst door de mensen uit de omgeving. De filmmaakster brengt ze, meer dan vijftig jaar later nog eens bij elkaar om gezamenlijk terug te kijken op dat verleden.

 

Daar doorheen vlecht ze ook nog stukje bij beetje haar eigen verhaal en dat van haar moeder Hertha Verhoeckx-Vogel. Natuurlijk komt het ‘Jappenkamp’ ter sprake, afgezet tegen de situatie van de joden in Westerbork. Maar het blijken zaken die niet met elkaar te vergelijken zijn omdat de Japanners niet uit waren op liquidatie van de Nederlanders. Uitgesproken negatieve gevoelens roepen wel de herinneringen op aan de Indonesische vrijheidsstrijders. Het ‘gedienstige personeel’ van voorheen, dat plotseling ‘merdeka’ (vrijheid) begon te roepen en ‘dood aan de Nederlanders’, waardoor je je leven niet meer zeker was.

 

Een overvloed aan sfeer- en stemmingsbeelden illustreert de verhalen, terwijl regelmatig terugkerende beelden van de telescopen in Westerbork een parallelverhaal vertellen over sterrenbeelden uit het verleden die via de ruimte tot ons komen. Een mooie metafoor, die mooie plaatjes oplevert, maar aan het verhaal niet zoveel toevoegt. Integendeel de overdreven aandacht voor de vorm leidt af van het verhaal. En wanneer eindelijk in de slotscène de filmmaakster face-to-face tegenover haar moeder zit en begint over haar oorlogsherinneringen, valt de moeder plotseling stil. Die houdt ze liever voor zichzelf. Een behoorlijke anticlimax na een toch al veel te lange film.

 

Referentie: 
Henk Maurits | 2008
Cogiscope = ISSN 1871-1065 | 4 | 1 | 32-33
Trefwoorden: 
Auschwitz, concentratiekampen, films, joden, oorlog, persoonlijke ervaringen, Westerbork