Psychedelica in de westerse cultuur : onnodige psychiatrisering van visionaire ervaringen
ACHTERGROND
Historisch onderzoek naar het gebruik van psychedelica in specifieke religieuze contexten kan een rationele verklaring bieden voor extreme visionaire ervaringen die anders aanleiding zouden zijn de geestelijke gezondheid van de betrokkenen in twijfel te trekken. Als historici de psychedelische factor daarentegen negeren of over het hoofd zien, dan kan dat leiden tot een indruk van ‘irrationaliteit’ waar het in werkelijkheid gaat om normale en zelfs voorspelbare reacties van geestelijk gezonde mensen op de werking van specifieke psychoactieve stoffen.
DOEL
Beschrijven van de betekenis van de psychedelische factor bij historische visionaire ervaringen.
METHODE
Bespreking aan de hand van drie voorbeelden van selectief gebruik van historisch bronnenmateriaal over psychedelica.
RESULTATEN
Dit thema heeft een bredere cultuurhistorische en wetenschapstheoretische relevantie, omdat het gaat om religieuze praktijken die traditioneel meestal werden gekwalificeerd als ‘magie’ en daardoor bij voorbaat werden geclassificeerd als irrationeel en potentieel pathologisch. In dit artikel behandel ik drie voorbeelden: de zogeheten Mithrasliturgie uit het Romeinse Egypte, vroeg-moderne heksenzalven, en het spiritueel gebruik van hasjiesj in de negentiende eeuw.
CONCLUSIE
Gevestigde academici ontkennen vaak de betekenis van psychedelica bij visionaire ervaringen. Bespreking van bronnenmateriaal van vóór de Verlichting blijkt van aanzienlijk belang voor een correcte interpretatie van belangrijke religieuze en culturele tradities. Kritisch empirisch bronnenonderzoek zonder vooroordelen of impliciete agenda’s is daarbij de aangewezen methode.
In: Tijdschrift voor Psychiatrie ; ISSN: 0303 7339 | 62 | 8 | 713-720
https://www.tijdschriftvoorpsychiatrie.nl/assets/articles/62-2020-8-artikel-hanegraaf.pdf