Pim Scholte : ‘Bij goede hulp hoort aandacht voor sociale binding’
Gebrek aan aandacht voor de psychische nood van vluchtelingen in conflictgebieden en al evenzeer voor die van de mensen die hun humanitaire hulp gaven. Dat trof Pim Scholte aan toen hij in 1990 bestuurslid werd van Artsen zonder Grenzen (AzG). Hij werd voorvechter van sociale netwerken als basis voor psychische hulp bij humanitaire crises. In maart ging hij met pensioen als oprichter en boegbeeld van de Equator Foundation.
‘Vervelen zal ik mij niet’, zegt Scholte. ‘Ik houd van muziek maken en ga graag naar theater en concerten. Daar is de laatste jaren weinig van gekomen. Mijn vrouw verheugt zich er ook op dat we meer tijd samen krijgen.’ In de drukke jaren die Scholte achter zich laat, liep hij zich het vuur uit de sloffen voor Equator Foundation, een organisatie voor GGZ aan vluchtelingen, onderdeel van Arq Psychotrauma Expert Groep, die zich richt op slachtoffers van seksueel geweld en mensen in postconflictgebieden. Sociale cohesie stimuleren om de psychische gezondheid van mensen in humanitaire noodsituaties te verbeteren heeft hij tot de kern van zijn aanpak gemaakt. ‘Depressieve, angstige mensen kunnen moeilijk voor zichzelf en hun naasten zorgen’, zegt hij. ‘Dan moet je met je sociale aanpak praktische hulp mobiliseren. Bij mensen in ellendige omstandigheden ligt de eerste hulpvraag niet zozeer bij emotionele steun, maar bij hulp om te overleven. Dat geldt ook voor vluchtelingen in Nederland.’ Toepassing van dit inzicht combineerde hij met zijn gedrevenheid om wetenschap te vertalen naar de praktijk. ‘Het voelt alsof ik in twee wiegen heb gelegen’, zegt hij. ‘De academische wieg, die me enthousiast heeft gemaakt voor de onderbouwing van het werk en het uitdragen van de opgedane kennis. In de wieg bij AzG heb ik mijn ideologische en humanitaire interesse ontplooid.’
Dagbehandeling
Scholte begon zijn loopbaan als psychiater bij het AMC in Amsterdam en werd later ook bestuurder bij Artsen zonder Grenzen. Voor het AMC was hij betrokken bij de behandeling van mensen met psychosen, bij AzG hield hij zich bezig met psychosociale zorg aan vluchtelingen in conflictgebieden. Op beide terreinen tegelijk werken was op den duur niet meer te combineren. De oplossing diende zich aan toen het AMC Scholte uitnodigde om te komen werken bij een nieuw psychotraumaprogramma. Hij ging zich bezighouden met vluchtelingen en asielzoekers en zette in 2003 Equator Foundation op als dagbehandeling voor vluchtelingen.
‘Bij de bestaande geestelijke gezondheidszorg voor vluchtelingen werkte men vanuit een psychotherapeu tische invalshoek’, vertelt hij ‘Terwijl ik had ervaren hoe wezenlijk het was om aan de sociale context te werken. Vluchtelingen hebben veel last van sociale desintegratie en praktische problemen. Ook psychotrauma hangt daar- mee samen, met vervreemding van alles wat vertrouwd was. Voor sociale problemen, huisvesting, zingeving, behoefte aan werk en statusverlies moet je evenveel aandacht hebben, als voor verwerking van het trauma in engere zin. Vanuit die visie ben ik met Equator gestart.’
Dat inzicht was allesbehalve gemeengoed toen Scholte in 1990 aantrad als bestuurder bij Artsen zonder Grenzen. Sterker nog, psychische zorg stond in die organisatie niet eens op het programma. ‘Noch voor de mensen die humanitaire hulp kregen, noch voor de medewerkers, die soms behoorlijk gekreukeld terugkeerden van hun veldwerk.’
Veldbezoek
Scholte stond aan de wieg van de eerste programma’s voor psychosociale zorg in vluchtelingenkampen.
Als bestuurder ging hij regelmatig op veldbezoek. ‘Daar heb ik de smaak te pakken gekregen, zowel van het transculturele als van het humanitaire werk. Ook de geopolitieke kennis die je nodig hebt om in conflictgebieden te kunnen werken boeide me mateloos.’ Een van de doelen die hij wilde bereiken, was bewijs leveren voor de beste aanpak. ‘In de jaren negentig werden er heel wat projecten uitgevoerd onder de noemer psychosociale hulp’, zegt hij. ‘Bijvoorbeeld in conflictgebieden in voormalig Joegoslavië. Maar nooit was wetenschappelijk hard te maken dat die programma’s bijdroegen aan psychosociaal herstel.
Er was niet methodisch en controleerbaar gewerkt.’
Dreigende sfeer
Om aan te tonen welke vormen van hulpverlening wel bijdroegen aan leniging van psychische nood, zette Scholte in 1995 een studie op in een vluchtelingenkamp in Tanzania. Daar verbleven bijna een half miljoen mensen uit Rwanda, op de vlucht voor massamoord en oorlog. Veel vluchtelingen hadden elkaar tijdens de genocide naar het leven gestaan. Nu woonden ze dicht bijeen in een kamp.
Scholte herinnert zich levendig de dreigende sfeer, de angst, de moorden en de plunderingen van hulpgoederen. Onderlinge steun en het mobiliseren van sociale netwerken vormden de hoeksteen voor het verlenen van psychosociale steun en de verwerking van trauma’s. Sleutelfiguren uit de vluchtelingengroepen, zoals leerkrachten en geestelijken, werden ingezet bij gemeenschapsvorming. ‘Ze waren blij dat ze weer van betekenis konden zijn,’ zegt Scholte. Deze keuze voor de sociale aanpak noemt hij een kwestie van gezond verstand. ‘Een belangrijke parameter voor het werk is hoe groot je bereik is. Met individuele counseling is dat bereik miniem. Het is ook de vraag of praten aansluit bij de behoeften en ervaringen van de mensen. Bovendien moet je eerst uitzoeken welke mensen het meest behoefte hebben aan hulp.
Daar heb je sociale netwerken voor nodig. Zo’n outreachende aanpak kan levensreddend zijn.’
Schoonmaakwerk
Aandacht voor iemands sociale omstandigheden is ook het uitgangspunt bij Equator Foundation. Het team past hiervoor de methodiek van het Systematisch Rehabilitatiegericht Handelen (SRH) toe. Deze methodiek combineert werken aan klinisch, persoonlijk en maatschappelijk herstel. Scholte: ‘Neem de intellectueel die in Iran een gerespecteerde positie had, om politieke redenen gevlucht is en hier uiteindelijk schoonmaakwerk moet doen omdat zijn diploma’s niet worden erkend en hij toch zijn gezin moet onderhouden.
De man is zijn status en een groot deel van zijn zingeving kwijt. Grote kans dat hij depressief is. Persoonlijk herstel gaat erom hem te helpen zijn gevoel van eigenwaarde en zingeving te hervinden. Maatschappelijk herstel gaat over zijn rol in de sociale omgeving: sociale contacten en activiteiten, ‘Voor huisvesting, werk en statusverlies moet je evenveel aandacht hebben als voor verwerking van het trauma’
die liefst inkomen opleveren. Op die drie pijlers richt je je behandeling, individueel of groepsgewijs. En niet op een algemeen geformuleerd doel als: ik wil van mijn depressie af. Het wordt dus preciezer gedefinieerd. Ook bij traumabehandeling moet je van meet af aan aandacht besteden aan integreren in de samenleving. Anders krijg je terugval.’
Vluchtkerk
Scholte is blij met het jonge team van Equator. Het is betrokken en flexibel inzetbaar, ook in acute situaties, zoals die van de ongedocumenteerden die een paar jaar geleden in de Vluchtkerk in Amsterdam verbleven.
De sociale werkwijze die Scholte ook in de eigen organisatie heeft gestimuleerd, is hieraan niet vreemd, denkt hij. ‘In een organisatie met kameraadschap en lol zetten mensen zich makkelijker samen in voor de kwaliteit die nodig is.’ Equator geeft inmiddels ook hulp aan slachtoffers van mensenhandel, samen met het Amsterdams Coördinatiepunt Mensenhandel (ACM). Deze groep kan niet goed terecht bij de reguliere geestelijke gezondheidszorg ‘Ons werk vraagt mensen die met hun poten in de modder hebben gestaan, bijvoorbeeld als expat,’ zegt Scholte. ‘We werken nu in asielzoekerscentrum Wenckebach, de voormalige Bijlmerbajes.
Daar zitten zeshonderd vluchtelingen, veelal met een verblijfsvergunning. Velen van hen hebben psychosociale problemen. Maar onduidelijk is hoeveel. Mensen melden zich nauwelijks, want de drempel daarvoor is hoog voor hen. Iemand die in humanitaire crisisgebieden heeft gewerkt, weet dat je zo’n groep kunt screenen door met een eenvoudig vragenlijstje langs te gaan en te zorgen dat je iedereen spreekt.’
Exporteren
Scholte is een pleitbezorger van de global mental health-beweging, een wereldwijd netwerk dat ernaar streeft om psychische zorg voor de gehele mensheid bereikbaar te maken. De kritiek op deze beweging kent hij: de beweging zou de Westerse visie op geestelijke gezondheid exporteren.
‘Maar ik ben er door alles wat ik heb gelezen en gezien van overtuigd geraakt dat grote psychiatrische ziektebeelden, zoals de posttraumatische stressstoornis, overal ter wereld hetzelfde zijn. Wat wel verschilt, is de wijze waarop mensen daaraan uiting geven en de ruimte die ze hebben om hun functioneren erdoor te laten beïnvloeden. Mensen in arme landen kunnen elke nacht nachtmerries beleven en toch zeggen dat het redelijk gaat.
Ze moeten namelijk wel elke dag op het land werken voor hun brood. Dus lijkt het alsof ze functioneren en worden ze niet gediagnosticeerd als mensen die lijden onder stress. We krijgen met kleine vragenlijsten die mensen bijvoorbeeld drie weken lang invullen een nauwkeuriger beeld van hun psychische situatie. Dat is diagnostiek op persoonlijk niveau en niet op syndroomniveau.’ Gedachtegoed uitdragen Zijn geesteskind laat hij niet verweesd achter. Als dagelijks begeleider van de drie promovendi van Equator en door zijn internationale activiteiten blijft hij zijn gedach- tegoed voorlopig nog uitdragen. ‘Mensen in arme landen kunnen elke nacht nachtmerries hebben en toch zeggen dat het redelijk gaat’ Medewerkers van de Equator Foundation
In: Impact magazine : over de psychosociale gevolgen van ingrijpende gebeurtenissen, ISSN 1871-1065. | [1] | 1 | mei | 41-43
https://oorlog.arq.org/sites/default/files/domain-50/documents/impact_magazine_01-2017-50-14944013891831845249.pdf