Over de grens. Een empirische studie naar arbeidsgerelateerd geweld tegen politiemensen in werk- en privétijd

 

 

Samenvatting

Deze studie gaat over arbeidsgerelateerd geweld door burgers tegen politiemedewerkers: in werktijd en in de privétijd, met bijzondere aandacht voor (ernstige) consequenties van dat geweld voor de privésfeer van politiemensen. We baseren ons op een survey met 3.097 respondenten en een respons van 51,6%. De respondentenpopulatie is dermate representatief dat in plaats van ‘respondent’ net zo goed ‘politiemedewerker’ kan worden gelezen. Daarnaast beschrijven we onder meer 23 casus, interviewden we politiemedewerkers en belegden we twee expert-bijeenkomsten. We profiteerden ook van inzichten die we opdeden bij de studie ‘Bedreigen en intimideren van OM- en politiemedewerkers’ in opdracht van het WODC (Politieacademie, 2014).

 

Tijdens het politiewerk kreeg 32,8% van de respondenten, in een jaar tijd, te maken met geweld door burgers. De aard van het geweld loopt uiteen. Het meest frequent (21,4%) werden respondenten geconfronteerd met een in alle ernst gedane geweldsdreiging. Een vijfde (19,7%) incasseerde op jaarbasis fysiek geweld. Dreigementen om de privéomgeving op te zoeken (11,4%) worden gerapporteerd door ruim tien procent.

Buiten werktijd rapporteert 13,8% van de respondenten arbeidsgerelateerd geweld. Dit is een hoog percentage dat wordt veroorzaakt doordat politiemedewerkers in privétijd frequent te maken krijgen met schelden: 10,2%. Het overige geweld blijft hier ver bij achter. Op de ‘tweede plaats’ staat vernieling of beschadiging van eigendommen (2,6%). De top-3 wordt gecompleteerd met in alle ernst gedane geweldsdreigingen (1,9%).

We hebben respondenten, die in het afgelopen jaar met arbeidsgerelateerd geweld werden geconfronteerd, gevraagd naar de negatieve invloed van dat geweld op de taakuitoefening of op de privésituatie. Daarbij is onderscheid gemaakt tussen drie geweldstypen: fysiek geweld tijdens het politiewerk; overig geweld tijdens het werk; en geweld in privétijd. Arbeidsgerelateerd geweld met een (zeer) sterke negatieve invloed is, op jaarbasis, een laagfrequent verschijnsel.

Het valt op dat zonder uitzondering ruim meer dan negentig procent van de slachtoffers1 geen invloed of (zeer) geringe invloed constateert van één van de drie genoemde geweldstypen op de taakuitoefening of op de privésituatie. Als we naar alle ongeveer drieduizend respondenten kijken, dan rapporteert op jaarbasis maximaal 1,1% een (zeer) sterke negatieve invloed van een geweldstype (fysiek geweld tijdens het werk; overig geweld tijdens het werk; en geweld in privétijd) op de taakuitoefening of op de privésituatie.

Dit betekent niet dat het ‘meevalt’ met de consequenties van geweld, want het houdt in dat er (door het land heen) honderden actuele geweldscasus spelen met een (zeer) sterke invloed op taakuitoefening of privésituatie. Bovendien kan een ernstige casus plaatsvinden in het ene jaar, met persoonlijke gevolgen in het jaar of in de jaren daarna. Het betekent wel dat de aanpak van ernstig arbeidsgerelateerd geweld een wezenlijk ander karakter heeft dan de aanpak van het hoogfrequente geweld tegen politiemedewerkers onder werktijd. Het gaat niet om het verwerken van een grote stroom (deels routinematige) geweldsincidenten, maar om honderden casus op jaarbasis die – met gebruikmaking van materiekennis – in (sterk) uiteenlopende mate vragen om de persoonlijke aandacht van leidinggevenden én specialisten.

1 We spreken van ‘slachtoffer’ zodra een respondent een vorm van geweld meldt, geheel los van de ernst of impact, dus ook bij licht geweld met weinig of geen impact.

Het is impact-verzwarend als arbeidsgerelateerd geweld de sociale (naasten) en geografische (bij of in het woonhuis) binnen-cirkel van het privéleven raakt. Die behoort veilig te zijn. Een categorie daders lijkt doelbewust dit privédomein als mikpunt te nemen.

Andere impact-verzwarende factoren zijn: daders die in de werk- of woonomgeving van politiemedewerkers wonen of leven; daders die de indruk wekken dat ze het geweld kunnen escaleren; daders die er op uit lijken politiemedewerkers persoonlijk schade toe te brengen; en stelselmatig geweld. Geweld kan door daders of dadergroepen ook stelselmatig worden gericht op een functioneel of geografisch onderdeel van de politie. Als een politiemedewerker wordt geraakt door dergelijk geweld, heeft dit impact op collega-agenten, omdat het ook hen zou kunnen treffen. Deze impact blijkt uit kwalitatief onderzoek en laat zich moeilijk vangen in een survey.

De organisatorische reactie op arbeidsgerelateerd geweld kan twee kanten op werken: impact-verzwarend als deze niet wordt gewaardeerd of juist, omgekeerd, impact-reducerend. Het is dus belangrijk dat onder respondenten de tevredenheid (ruimschoots) overheerst ten aanzien van de reactie van de leidinggevende en over de aanpak van de daders door de politie. Het collegiale netwerk is ook een belangrijke steun in de rug. De respondenten zijn daarentegen ontevreden over justitie en de rechterlijke macht, getuige kritische antwoorden op vragen over de aanpak van de daders door het OM, over de terugkoppeling daarover door het OM en over de strafmaat van de dader of daders.

Bij de aanpak van arbeidsgerelateerd geweld komt het, los van preventieve maatregelen, in de eerste plaats neer op het organiseren van een intelligente casusgerichte aanpak van honderden gevallen per jaar. Dit vergt verbeteringen, maar die zijn realistisch en kunnen voortbouwen op bestaande werkwijzen en inzichten ten aanzien van geweld tegen politiemedewerkers. Het is belangrijk dat er casusgerichte samenwerkingsverbanden bestaan tussen politiechefs, superspecialisten bij de politie en het OM.

Referentie: 
E.J. van der Torre, M. Gieling, T. Tannous, R. Holvast, P. van Os | 2014
Politieacademie 2014 | /j2014 | Politieacademie
https://www.politieacademie.nl/kennisenonderzoek/kennis/mediatheek/PDF/89875.PDF
Trefwoorden: 
Aanbevelingen, agressie, beroepsgebonden problematiek, daders, Onderzoek, politie, preventie, privacy, psychosociale gevolgen, psychosociale problematiek