Omar

Speelfilm: Omar

Regie: Hany Abu-Assad, Palestina, 2013, 96 min.

Première: 21 november 2013

 

Al eeuwen bouwen mensen muren om zich te beschermen tegen de vijand. Van Hadrian’s Wall in Schotland tot de Grote Muur in China of de muur van Berlijn. Nog redelijk nieuw en minder bekend is de ‘Israëlische muur’ die sinds tien jaar wordt gebouwd op de westelijke Jordaanoever. Voor de Israëli’s een barrière om Palestijnse terroristen tegen te houden en voor Palestijnen een versperring, die zorgt voor separatie en segregatie en die hun bewegingsvrijheid ernstig beperkt. Met name in Oost-Jeruzalem is een situatie ontstaan, die herinneringen oproept aan de scheiding tussen Oost en West-Berlijn.

 

Het eerste beeld uit de film Omar van de Palestijns-Nederlandse filmmaker Hany Abu-Assad spreekt wat dat betreft boekdelen. Een jongeman staat te wachten bij een immens hoge muur. Plotseling klimt hij behendig aan een touw langs de muur omhoog. Bovenop gekomen wordt hij beschoten, maar hij weet te ontkomen in de wirwar van steegjes aan de andere kant. Even later zit Omar, zoals de muurklimmer heet, gezellig op de bank bij zijn vrienden Tarek en Amjad, maar hij heeft vooral oog voor Tarek’s zuster Nadja met wie hij stiekem briefjes uitwisselt.

 

Bij een volgende klimpartij over de muur wordt Omar, die de kost verdient als broodbakker, op de terugweg opnieuw beschoten en even later aangehouden door een jeep met Israëlische militairen. Als pesterij moet hij doodstil op een wiebelende steen blijven staan, terwijl zijn identiteitskaart wordt gecontroleerd. Als hij, zoals te verwachten, van de steen valt wordt hij bruut met een geweerkolf neergeslagen. Daarmee zet regisseur Abu-Assad de toon voor de komende gebeurtenissen. Al snel blijkt dat er meer speelt achter de muur. De drie vrienden behoren tot een groep Palestijnse ‘freedom fighters’. In het geheim bereiden ze een missie voor, waarbij ’s nachts een Israëlische militair in koelen bloede wordt neergeschoten.

 

Ijzeren gordijn

 

Abu-Assad heeft maar weinig beelden nodig om zijn verhaal te vertellen. Op een snelle, bijna minimalistische manier wordt de overval in beeld gebracht. Geen woord en geen beeld teveel, de kijker mag veel dingen zelf invullen. Daarbij kan enige voorkennis van de situatie in de Palestijnse bezette gebieden geen kwaad. Zoals het feit dat Israël sinds 2003 een nieuw soort ‘ijzeren gordijn’ rond de Westbank aanlegt van inmiddels zo’n 450 kilometer lang, dwars door steden, dorpen en landbouwgebieden. Het aantal aanslagen door terroristen is daarmee, naar zeggen, drastisch afgenomen, maar het sociale leven in Palestijnse woongebieden is hier en daar ernstig verstoord.

 

Zo moet Omar over een muur van acht meter klimmen om bij zijn vrienden te komen die een paar minuten bij hem vandaan wonen. De muur is daarbij ook een metafoor voor de barrière tussen hem en zijn geliefde, met wie hij geheime afspraakjes heeft en fantaseert over trouwen. Maar voor een huwelijk heeft hij toestemming nodig van de familie van Nadja. In dit geval haar broer Tarek, maar die heeft andere, belangrijker dingen aan zijn hoofd en vindt dat Omar zich eerst maar eens moet bewijzen in de strijd voor zijn land.

 

Regisseur Abu-Assad focust in de film op de persoonlijke geschiedenis van Omar, die je zowel kunt zien als een aardige, verliefde bakkersknecht die je het mooiste meisje van de wereld gunt, maar die tegelijk ook betrokken is bij een koelbloedige moord op een onschuldige Israëlische soldaat. Hij is mededader, maar komt gaandeweg steeds meer in de rol van slachtoffer terecht. Een ontwikkeling die door Abu-Assad op een subtiele manier in beeld wordt gebracht, met aanvankelijk nog onschuldige klimpartijen over hoge muren maar eindigend in een doolhof waaruit geen ontkomen meer mogelijk is.

 

Bij een fatale klimpartij wordt hij beschoten en opgepakt door Israëlische militairen.

 

In een gevangenis wordt hij gemarteld en zwaar onder druk gezet om tot een bekentenis te komen over de moord op de Israëlische soldaat. De gevangenis blijkt een broeinest waar niemand te vertrouwen is. Omar wordt er in geluisd en gedwongen mee te werken met de Israëli’s in ruil voor zijn vrijlating. Hij denkt er wel mee weg te komen, maar komt van alle kanten onder druk te staan in een serie van gebeurtenissen die eindigen in een Gordiaanse knoop.

 

Een onontwarbare kluwen die symbolisch is voor de situatie in het Midden-Oosten en die Abu-Assad van binnenuit kent. Hij is in 1961 geboren in Nazareth, waar hij zijn jeugd heeft doorgebracht voor hij in 1980 naar Nederland kwam om vliegtuigbouwkunde te studeren. Begin jaren negentig sloeg hij een andere weg in en werd filmmaker. Daarbij bleek het Midden-Oosten een belangrijke bron van inspiratie. Met films als Rana’s Wedding, over een Palestijnse bruid die dreigt te worden uitgehuwelijkt, gevolgd door Ford Transit, een geënsceneerde documentaire over een Palestijnse chauffeur die met zijn Fordbusje passagiers vervoert tussen Ramallah en Jeruzalem. En vooral zijn bekroonde film Paradise Now uit 2005. Een aangrijpend drama over twee Palestijnse zelfmoordterroristen.

 

Een film die hem ook een ticket bezorgde voor ‘Hollywood’, maar dat leidde slechts tot een mislukte thriller (The Courier) en twee jaar geleden kwam hij met de staart tussen de benen terug naar Nederland. Om daar zonder verdere Hollywoodaspiraties het scenario te schrijven voor Omar. Net als Paradise Nou? een kleine film, volledig opgenomen in Palestijns gebied, met een Palestijnse crew en met een cast van voornamelijk amateurs die weten wat er speelt in de bezette gebieden. Alleen voor de rol van de Israëlische ondervrager huurde hij een professionele acteur in.

 

Vertrouwen

 

Het verhaal van Omar is deels gebaseerd op ware gebeurtenissen. Een vriend van Hany Abu-Assad werd ooit benaderd door de Israëlische geheime dienst, die hem, omdat ze bepaalde dingen van hem wisten, probeerde te chanteren en voor hen te laten werken. Abu-Assad werkte het verhaal uit tot een spannend scenario en wist er, gepokt en gemazeld door zijn ervaringen in Hollywood, een meeslepende thriller van te maken.

 

Het thema dat hem daarbij voor ogen stond was vriendschap en vertrouwen en hoe die door omstandigheden compleet kunnen kantelen. Zoals in de film Omar, waarbij de drie vrienden het vertrouwen in elkaar kwijt raken nadat Omar is opgepakt door de Israëli’s. Door zijn vrijlating wordt hij in de eigen gemeenschap automatisch als collaborateur en verrader beschouwd. En het wordt nog erger als hij daarna door zijn vrienden gedwongen wordt mee te doen aan een actie om Israëlische militairen in een hinderlaag te lokken. Daardoor komt hij volledig klem te zitten tussen twee werelden, die allebei hun vertrouwen in hem hebben opgezegd en hem min of meer vogelvrij hebben verklaard. Dat daarbij zijn vriendinnetje er ook nog eens vandoor gaat met zijn vriend is de druppel die de emmer doet overlopen en die zorgt voor een onontkoombare ontknoping.

 

Het zorgt voor een zinderend slot van een documentaire die opnieuw aantoont hoe wankel het evenwicht is tussen goed en fout.

 

Omar ging in première op het filmfestival van Cannes, waar de film de juryprijs won in het onderdeel ‘Un Certain Regard’. Ook viel de film in de prijzen op het in oktober gehouden Filmfestival in Cent en dingt de film - net als eerder Paradise Now - in 2014 mee naar een Oscar in de categorie ‘Beste buitenlandse film’. Na een succesvolle tournee langs diverse filmfestivals en de Nederlandse filmhuizen is Omar inmiddels ook geselecteerd voor het Movies That Matter-festival van Amnesty International, dat van 20-26 maart 2014 wordt gehouden in Den Haag.

 

Henk Maurits, freelance filmjournalist.

Rubriek: FILMS

Referentie: 
Henk Maurits | 2013
Cogiscope : tijdschrift over gevolgen van oorlog en geweld, ISSN 1871-1065 | 9 | 4 | 38-40
Trefwoorden: 
collaboratie, dader-slachtoffer, films, Israel, Palestina, recensies