Een feilloos geheugen bestaat niet
Ooit zag ik in het United States Holocaust Memorial Museum (USHMM) in Washington een expositie met video-interviews met ooggetuigen. Ze hadden als kind de eerste jaren van de Jodenvervolging in nazi-Duitsland meegemaakt. Ze beschreven marcherende SA-mannen die antisemitische liederen zongen, haatdragende posters, pesterijen door andere kinderen. Af en toe verscheen er een tekst onderin beeld waarin werd aangegeven dat de herinnering niet juist kon zijn, omdat de beschreven poster pas jaren later ontworpen was of het gehoorde lied toen nog niet geschreven.
Ik vond het een opmerkelijke manier van omgaan met getuigenissen van ooggetuigen. Eentje die vragen bij me opriep. Gebruik je interviews in een museale setting om kennis over te brengen op bezoekers en mogen er daarom geen ‘vergissingen’ in voorkomen? Of gebruik je ze juist om de impact van gebeurtenissen te laten zien vanuit verschillende perspectieven?
Tussen feit en fictie, zo heet deze editie van WO2 Onderzoek uitgelicht. Gevraagd naar de bruikbaarheid van herinneringen binnen oorlogsmusea en herinneringscentra, antwoordt professor Harald Merckelbach in dit nummer: “Er is een harde kern van integriteit als het op herinneringen aankomt.” Tegelijkertijd stelt hij dat wat een getuige zich decennia later herinnert, niet voetstoots voor waar aan te nemen is en dus niet bruikbaar is als kennisbron op microniveau.
In: Onderzoek uitgelicht, ISSN 2213-6177 | 7 | 7 | november
https://www.tweedewereldoorlog.nl/onderzoekuitgelicht/tussen-feit-en-fictie/een-feilloos-geheugen-bestaat-niet/