De arbeidsinzet en de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945
Achtergonden en ontwikkelingen
Nadat de werkgroep en latere Stichting Burger-Oorlogsgetroffe-nen (SBO) jarenlang had geijverd voor de totstandkoming van een eigen wettelijke regeling voor burger-oorlogsslachtoffers, werd op 31 maart 1984 de Wet uitkeringen burger-oorlogsslachtoffers 1940-1945 (Wubo) kamerbreed aangenomen. Voor de toepassing en uitvoering van de Wubo werd de Raad Uitkeringen Burger-Oorlogsslachtoffers (RUBO) bij wet in het leven geroepen. De RUBO liet zich administratief ondersteunen door het Algemeen Burgerlijk Pensioenfonds (ABP).
De RUBO zag zich voor de taak gesteld om beleid te ontwikkelen om de Wubo uit te voeren. Hiervoor bestond geen blauwdruk, jurisprudentie kon slechts ten dele worden ontleend aan de toepassing en uitvoering van de Wet uitkeringen vervolgings-slachtoffers 1940-1945 (Wuv). Alhoewel de Wubo in systematiek geënt was op de Wuv, bestonden er aanzienlijke verschillen tussen beide wettelijke regelingen, met name waar het de werkingssfeer en doelgroepbepaling betreft.
Kenmerkend voor de doelgroepdefinitie van de Wubo in artikel 2 is de bepaling dat er sprake moet zijn van ‘met krijgsverrichtingen direct verbonden handelingen of omstandigheden’, danwel 'handelingen of maatregelen welke door of namens de vijandelijke bezettende machten tegen de persoon werden verricht’.
Geachte bezoeker,
De informatie die u nu opvraagt, kan door psychotraumanet niet aan u worden getoond. Dit kan verschillende redenen hebben,
waarvan (bescherming van het) auteursrecht de meeste voorkomende is. Wanneer het mogelijk is om u door te verwijzen naar de bron
van deze informatie, dan ziet u hier onder een link naar die plek.
Als er geen link staat, kunt u contact opnemen met de bibliotheek,
die u verder op weg kan helpen.
Met vriendelijke groet,
Het psychotraumanet-team.
In: Icodo Info, ISSN 0168-9932 | [15] | 1/2 | 119-[123]

