SCOPE: Film: Coodbye Bafana
Henk Maurits, freelance filmjournalist, bericht in deze rubriek periodiek over belangwekkende films en documentaires.
Film: Coodbye Bafana
Regie: Bille August, USA, 2007 Te zien sinds 6 september in de
FILMHUIZEN.
Een groter contrast dan tussen Idi Amin en Nelson Mandela is nauwelijks denkbaar. Twee zwarte Afrikaanse politieke leiders, maar twee werelden van verschil. Met de gruwelijke dictator uit Oeganda konden we onlangs kennismaken in de film The Last King of Scotland, met Oscarwinnaar Forest Whitaker in de rol van Ida Amin Dada. Zijn vredelievende tegenpool Nelson Mandela staat nu centraal in de film Coodbye Bafana. Of eigenlijk speelt hij de belangrijkste bijrol, want de hoofdrol in de film wordt opgeëist door James Gregory, die meer dan twintig jaar, van 1968 tot 1990 zijn persoonlijke bewaker was. Gregory schreef- samen met Bob Graham - een boek over zijn ervaringen met Mandela. En de van oorsprong Deense cineast Bille
August, maakte er een integere, menselijke film van, die op het filmfestival van Berlijn dit jaar werd genomineerd vooreen Gouden Beer en uiteindelijk bekroond werd met de Vredesflmprijs.
Geen film over Mandela dus, maar wel een film waarin hij nadrukkelijk aanwezig is als de symboolfiguur die hij voor de zwarte Afrikanen geworden is. Een Ghandi-achtig personage, dit jaar 89 geworden, kalm en waardig neergezet door de charismatische zwarte Amerikaanse acteur Dennis Haysbert, die met evenveel gemak eerder al eens de Amerikaanse president speelde in de populaire TV-serie 24.
Coodbye Bafana start in 1968, toen in Zuid-Afrika de apartheid op zijn hoogtepunt was en vijfentwintig miljoen zwarten nog genadeloos werden onderdrukt door vier miljoen blanken. Een van die blanke onderdrukkers was James Gregory, een eenvoudige gevangenisbewaarder, voor wie het apartheidssysteem de vanzelfsprekende keuze was om de ‘nikkers’ onder duim te houden. ‘Het is de wil van God’, zo werd er simpelweg geredeneerd in het gezin van Gregory.
Zijn leven verandert ingrijpend wanneer Gregory wordt gevraagd om bewaker te worden op Robbeneiland, waar net een aantal ANC-leiders, onderwie Mandela, is ondergebracht in de zwaarbewaakte nationale gevangenis. Regisseur Bille August volgt de werkelijke gebeurtenissen op de voet en filmde ook daadwerkelijk op Robbeneiland.
Gregory is uitgekozen als bewaker van Mandela omdat hij de inlandse taal ‘Xhosa’ spreekt, wat hij in zijn jeugd op het platteland heeft geleerd van een zwart vriendje. Hij ontpopt zich als een toegewijde marionet van de Staatsveiligheidsdienst, knipt als censuurofflcier gewraakte passages uit brieven en speelt luistervink bij de bezoekjes van Winnie Mandela. Als een naïeve ‘verklikker’ geeft hij op zich onschuldige informatie door, bijvoorbeeld dat de zoon van Mandela zijn rijbewijs heeft gehaald. Maar de schrik slaat hem op het hart als hij een week later hoort dat diezelfde zoon is omgekomen bij een ‘auto-ongeluk’. Als hij er vervolgens met zijn vrouw en kinderen getuige van is hoe in Kaapstad zwarten die zich niet kunnen legitimeren met geweld in busjes worden gesmeten, begint de twijfel aan het systeem te knagen. Mandela doet er ongewild nog een schepje bovenop door met
hem te beginnen over gelijke rechten. Hij verwijst naar het Freedom Charter van het ANC, maar dat is voor Gregory verboden literatuur, die hij slechts met wat leugentjes in de bibliotheek weet in te zien. Zijn vrouw is in alle staten omdat zo zijn promotie in gevaar kan komen, wat voor haar belangrijker is dan de politieke verwikkelingen.
Het is illustratief voor Goodbye Bafana, waarin niet het grote politieke drama centraal staat, maarwat apartheid met mensen doet. Met zwarten maar ook met blanken. Regisseur Bille August concentreert zich bewust op het menselijke drama dat zich ontwikkelt binnen de blanke hoofdpersoon, die van ‘dader’ stilaan steeds meer ‘slachtoffer’ wordt. Helemaal wanneer hij Mandela een gunst heeft bewezen door Winnie stiekem een kerstcadeautje in handen te spelen. Een humanitaire daad die hem op een afstraffing van zijn collega’s komt te staan en die hem als ‘kaffer lover’ tot outcast maakt. Als ook zijn gezin eronder begint te lijden wil hij overplaatsing, maar daarvoor is Gregory als ‘spion’ te waardevol. Hij wordt onder druk gezet en verhuist met Mandela mee naar een gevangenis op het vasteland, waar hij wordt gepaaid met een mooie woning.
Intussen staat het land steeds meer in brand. Via de televisie zien we de rellen in Soweto en de roep om Mandela vrij te laten wordt steeds groter. Maar in de gevangenis trekt een nieuwe gevangenisdirecteur de touwtjes nog wat strakker aan, terwijl het gezin van Gregory nu persoonlijk met de dood wordt bedreigd en kort daarop ook Gregory’s zoon zijn rijbewijs met een ‘auto-ongeluk’ moet bekopen. Gregory voelt zich schuldig aan de dood van zijn zoon, wil opnieuw stoppen met zijn werk, maar zijn vrouw en Mandela overreden hem om juist nu door te gaan. Opnieuw verhuist hij met Mandela mee naar een andere gevangenis, waar hij er in 1990 - deels via de oorspronkelijke beelden op de TV - getuige van is
hoe de voormalige staatsvijand, na bij elkaar zevenentwintig jaar gevangenisstraf eindelijk wordt vrijgelaten.
Wie naar Goodbye Bafana gaat om meer te weten te komen over Mandela, zijn ideeën, de apartheid en de politieke veranderingen in Zuid-Afrika in de jaren zeventig en tachtig zit bij de verkeerde film. Slechts op de achtergrond dringen af en toe via radio en televisie de berichten uit de samenleving door. Maar Goodbye Bafana is wel een mooi, humaan portret van de veranderingsprocessen die een mens kan ondergaan onder de druk van ingrijpende politieke gebeurtenissen in een land.
Cogiscope