SCOPE: Henk Maurits, freelance filmjournalist, belicht in deze rubriek periodiek over belangwekkende films en documentaires.
Documentaire: Akkers van Margraten
Regie: Albert Elings & Eugenie Jansen, 2010, 70 minuten. Verkrijgbaar op dvd in de betere
DVD-WINKEL (PRIJS € 14,95) OF VIA INFO@ FILMFREAKS.NL
Een bittere oogst
Wie dat wilde kon in de dagen rond 4 mei vierentwintig uur per dag terugblikken op de Tweede Wereldoorlog. Sinds de komst van de digitale themakanalen is er een permanent aanbod van programma’s op televisie of internet. Met name op de themasite van de VPRO (www.geschiedenis.vpro.nl) waren dagenlang documentaires, series en andersoortige programma’s uit het verleden te zien waarin de oorlog centraal stond.
Voor de nieuwe programma’s moest je vooral bij de publieke omroepen zijn, die op Nederland 1 en 2 toch weer nieuwe invalshoeken hadden weten te vinden over een oorlog, waarover voor je gevoel bijna alles al is gezegd, geschreven en in kaart gebracht. Maar creatieve programmamakers en filmmakers weten nog steeds nieuwe steentjes te vinden in het onafzienbare moza-iek van de Tweede Wereldoorlog.
Zo liet Frans Bromet in het programma Oma, opa waren jullie bang in de oorlog? (RVU, 3 mei) zes grootouders aan hun kleinkinderen vertellen over hun kindertijd in de oorlog. En in de documentaire Klasgenoten van Anne Frank (KRO,
4 mei) ging oud-klasgenoot Theo Coster (80) op zoek naar de klasgenoten van Anne Frank uit de eerste klas van het Joods Lyceum. Het Kamp Vught kwam aan de orde in het programma Het kwaad buiten (NCRV Dokument,
4 mei), waarin filmmaker Joost Seelen met zijn camera naar het Brabantse Vught trok om negen Vughtenaren aan de tand te voelen over hun ‘Leven naast Kamp Vught, Zomer 1942 - najaar 1944’ Gewone verhalen van gewone mensen, die toen nog jong waren en weinig meer konden doen dan toekijken. Nog steeds hoor ik de stem van een van de geïnterviewden in mijn hoofd nagalmen, die maar blijft herhalen: ‘Je kon persoonlijk niks doen, helemaal niks. De overheid niet. Wij niet. Je kon helemaal niks doen.’ En dat een keer of zes, zeven achter elkaar om maarte benadrukken datje als gewone burger weinig invloed kon uitoefenen op de gebeurtenis sen tussen 1940 en 1945.
Akkers van Margraten
Gewone mensen en hun herinneringen aan de oorlog spelen ook een belangrijke rol in de film Akkers van Margraten. Een docu
mentaire over het Amerikaanse oorlogskerkhof Margraten, dat in zijn huidige vorm op 7 juni jongstleden veertig jaar bestond. Een film, gebaseerd op het vorig jaar verschenen boek Van boerenakker tot soldatenkerkhof, die nog in de pijplijn zit voor uitzending door de IKON (voorlopige uitzenddatum 30 september). Wel is de documentaire van Albert Elings en Eugenie Jansen inmiddels al op dvd uitgebracht, met naast de film zelf allerlei extra’s, zoals extra fragmenten van de interviews met ooggetuigen, en beelden van een tweetal herdenkingsbijeenkomsten in 1945 en in 1947.
Akkers van Margraten, ontstaan uit het Oral History Project ‘Erfgoed van de oorlog’, wordt gedragen door de ‘oral history’ van achtentwintig Nederlandse en twaalf Amerikaanse ooggetuigen en een enkele Duitse veteraan. Zij openbaren in zeventig minuten de ‘scherven van herinnering aan het ontstaan van een oorlogsbegraafplaats’, zoals de ondertitel van de film luidt.
De ‘talking heads’ die het verhaal over Margraten vertellen worden afgewisseld met soms unieke historische beelden van de aanleg van de begraafplaats: zwarte soldaten die kuilen graven, de aanvoer van gesneuvelde soldaten op vrachtwagens. De film bevat ook enkele gruwelijke beelden uit oude Amerikaanse instructiefilms van het leger over het identificeren van lijken en het conserveren van gesneuvelden, die na de oorlog teruggingen naar Amerika voor een herbegrafenis in eigen land. Aangrijpende beelden, die een van de geïnterviewden zich nog zo voor de geest kan halen, toen hij als 16-jarige jongen kwam te werken in een hal waar de opgegraven lijken op tafels lagen uitgestald om te worden geconserveerd. Hij viel al zowat flauw bij de eerste aanblik, zo vertelt hij. Vluchtte de hal uit en werd met een sigaretje weer op de been geholpen om later toch aan de slag te gaan in de hal, waar de lijken ‘als aan de lopende band’ werden opgelapt, gepoederd en letterlijk in de watten gelegd voor ze in een bronzen kist teruggingen naar Amerika.
November 1944
De geschiedenis van ‘Margraten’ begint in november 1944 met Amerikaanse militairen die op zoek zijn naar een begraafplaats voor hun oorlogsslachtoffers. In Margraten vinden ze gehoor bij de
burgemeester, die de boeren in de omgeving voor het blok zet. Als de aardappelen gerooid zijn, nemen de Amerikanen de grond in bezit om van de boerenakkers een ‘field of honor’ te maken. Amerikaanse veteranen vertellen over de moeite die het alleen al kostte om in de weke grond een weg aan te leggen naar de begraafplaats. En hoe kort daarop de lijken ‘als hakhout’ werden aangevoerd. Honderden gesneuvelden per dag, zeker na het Ardennenoffensief. ‘Gruwelijk, het was pure horror wat we deden.’
De eerste ‘diggers’ bestond uit een detachement zwarte soldaten, die naast het kerkhof hun kampement hadden. Maar na het Ardennenoffensief konden ze de stroom lijken niet meer aan en werden er door de burgemeester ook boeren geronseld om mee te graven. Een tiental mensen heeft dat ook een aantal dagen gedaan, maar er waren er bij die na 1 dag al niet meer dorsten terug te komen.
Het ongeloof over zoveel jonge gesneuvelden greep de burgers aan. Op elkaar gestapeld werden ze in vrachtwagens aangevoerd. Er viel niet tegenaan te graven. Een Amerikaanse veteraan vertelt, dat er op een gegeven moment zo’n tweehonderd man per dag aan het graven waren, met als opdracht drie graven de man per dag. Maar de meesten haalden met moeite twee graven. Pas toen een slimme onderofficier bedacht dat wie twee graven per dag groef recht had op een warme douche in Maastricht ging het tempo omhoog.
Treurig is het verhaal van een zwarte Amerikaanse veteraan die vertelt waarom er bijna alleen zwarte militairen betrokken waren bij het graafwerk. Volgens hem had een (uiteraard blanke) generaal bepaald datje geen wapens kon uitreiken aan ‘blacks’, die in Amerika jarenlang onderdrukt waren door ‘whites’, omdat je dan nooit weet op wie ze hun wapen richten. En dus mochten zwarte soldaten niet meevechten, maar wel de gesneuvelde blanke soldaten begraven. Hij is meer dan zestig jaar later nog boos over deze vorm van discriminatie.
Twintigduizend doden
De film van Elings en Jansen munt niet uit in feiten en cijfers. Maar die zijn wel te vinden op de internetsite www.akkersvanmargraten. nl. Daar lees ik dat vanaf november 1944 in anderhalf jaar tijd in Margraten zo’n twintigduizend gesneuvelde Amerikanen zijn begraven. Op 30 mei 1945 was er een eerste herdenking, waarvoor de bevolking van Margraten massaal uitliep, zoals blijkt uit de oude zwart-witbeelden, waarin honderden mensen op de been zijn met bloemen en vlaggetjes.
Een jonge Amerikaanse vrouw schrijft in die tijd een brief aan de
burgemeester van Margraten en vraagt om een foto van het graf van haar man. Die krijgt ze, met een persoonlijke brief van de burgemeester erbij, die ze allebei doorstuurt naar Life Magazine, waarna het stadshuis vervolgens wordt bedolven onder soortgelijke aanvragen.
De bevolking vereenzelvigt zich met de gesneuvelde Amerikaanse militairen op de heuvel van de Margraten, door dode soldaten te ‘adopteren’ en te corresponderen met familieleden in het moederland. Ook is de bevolking regelmatig te vinden op de begraafplaats voor herdenkingen. Tot in 1946 de begraafplaats tijdelijk wordt gesloten. De graven van de ‘onbekende soldaten’ worden heropend voor nieuw identificatieonderzoek, zoals blijkt uit oude beelden van het Amerikaanse leger. Ook heeft het Amerikaanse congres bepaald dat soldaten mogen worden herbegraven in eigen land, wat veel Limburgers eind 1946 een baantje bezorgt bij het opgraven van de lijken.
Een man vertelt met afschuw over de ‘lijkenpikker’ die werd betrapt bij het stelen van ringen en gouden tanden van de doden. Hij kan zich ook zo nog de geuren van het lijkenveld en de geluiden van toen herinneren. Een ander vertelt over de ‘mental problems’ die sommigen hadden die betrokken waren bij het opgraven van de lijken, die soms bij ‘stukjes en beetjes’ uit het graf kwamen, en vooral bij het prepareren van de lijken voor de terugtocht naar Amerika.
Op de website www.akkersvan-margraten.nl lees ik dat na de oorlog ruim 11.000 Amerikanen op verzoek van de nabestaanden zijn opgegraven en naar de VS verscheept. Pas daarna kon aan de definitieve inrichting van de erebegraafplaats worden begonnen. De laatste beelden van de film zijn dan ook die van de officiële inwijding van de begraafplaats door koningin Juliana op een winderige dag in juni 1960. Een Amerikaanse hoogwaardigheidsbekleder zegt: ‘Military cemetaries are the bitter harvest of war’, terwijl de camera als een vogel neerkijkt op het uitgestrekte oorlogskerkhof. Waar eens de aardappelen werden gerooid staan nu 8.301 witte kruisen. Een bittere oogst.