Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen : Congresprogrammaleider Eric Vermetten

Het Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen (LZV) bestaat iets meer dan tien jaar, blijkt een succes en organiseert in april voor het eerst een groot internationaal congres: Veterans Health Care, Leaving No One Behind. Alle reden voor een vraaggesprek met psychiater, hoogleraar en kolonel-arts Eric Vermetten, hoofd van het onderzoekscentrum van de militaire GGZ en als voorzitter betrokken bij het wetenschappelijke congresprogramma.

 

‘We willen graag tonen en delen wat we hebben bereikt, daar zijn we ook trots op, maar belangrijker nog: we willen onze goede internationale contacten verder aanhalen, netwerken, ontwikkelingen en innovaties bespreken en van elkaar leren’, zo omschrijft hij zijn ambities met het congres dat als karakteristieke plaats van handeling de fraai gelegen Amsterdamse marinebasis heeft, aanpalend aan het Scheepvaartmuseum.

 

‘Achter dat “Leaving No One Behind”, de kerngedachte van onze veteranenzorg en van het congres, zit een essentiële sociale code’, aldus Eric Vermetten, ‘we doen het samen, we zorgen voor elkaar.’ Waar het gaat om erkenning en waardering van veteranen en om adequate veteranenzorg had Nederland lange tijd een achterstand. Pas toen in de jaren tachtig van de vorige eeuw de zich miskend en aan hun lot overgelaten voelende veteranen van de dekolonisatieoorlog in Nederlands-Indië/Indonesië zich roerden, kwam daarin verandering. Bovendien bleek dat Nederlandse militairen die in de periode 1979-1985 aan de UNIFIL-missie in Libanon hadden meegedaan eveneens behoefte hadden aan nazorg. Vermetten: ‘In de jaren negentig en begin 2000 – toen onder meer het Veteraneninstituut er kwam – is vervolgens een enorme inhaalslag gemaakt.’

 

De totstandkoming van het Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen, in 2007, paste in deze trend. Eric Vermetten is er vanaf het begin bij betrokken. Het LZV vormt een landelijk dekkende zorgketen waarin militaire en civiele instellingen nauw samenwerken. Het biedt veteranen met psychische en psychosociale klachten die aan een militaire missie zijn gerelateerd een laagdrempelig, gemakkelijk te vinden pakket aan voorzieningen. Dat mede dankzij het Veteranenloket dat 24/7 bereikbaar is.

 

Internationale samenwerking

 

‘De totstandkoming van het LZV was een enorme stap vooruit’, constateert Eric Vermetten, ‘en de unieke civiel-militaire samenwerking waarop het zorgsysteem is gebaseerd -je zou het de “Dutch Approach” kunnen noemen- is een van de succesfactoren.’ Het LZV kon en kan daarbij profiteren van het in Nederland goed geregelde zorgstelsel. Verder spelen  het ‘sociaal geëngageerd zijn’ en de ‘pioniers-gedrevenheid’ van degenen die het Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen hebben opgezet en in het afgelopen decennium verder hebben ontwikkeld ook een rol.‘Wij willen onze resultaten graag delen met onze buitenlandse partners’, aldus een trotse en enthousiaste Eric Vermetten.

 

Want er mag dan met de geslaagde samenwerking tussen het ministerie van Defensie en de civiele GGZ-sector een specifieke ‘Dutch Approach’ zijn, er is op het vlak van onderzoek en kennis bij het LZV ook nadrukkelijk aandacht voor de internationale context, op het niveau van NAVO-landen maar ook daarbuiten. Vermetten, die eerder in zijn wetenschappelijke carrière aan verschillende universiteiten in de Verenigde Staten werkte met onder meer veteranen uit de Vietnamoorlog en Irak, laat over het belang van de internationale dimensie geen misverstand bestaan. ‘Neem prevalentie-onderzoek – hoe vaak komen uitzendingsgerelateerde klachten voor – wel, dan kunnen we dat tot Nederland beperken, maar interessant is juist ook te kijken naar Groot-Brittannië, Duitsland, Australië of de VS; we zijn allemaal bij dezelfde missies betrokken en er zijn inmiddels hele goede contacten ontstaan met hele korte lijntjes.’

 

Militair en maatschappij

 

En het buitenland biedt tevens inspirerende voorbeelden, onder meer als het gaat om betrokkenheid vanuit de maatschappij. ‘Kijk naar Canada, een land waarmee we militair veel gemeen hebben, daar is vanuit de samenleving het prachtige initiatief True Patriot Love ontstaan dat is gericht op zorg voor veteranen en hun gezinnen; iets dergelijks hebben wij hier nog niet. En zou het niet mooi zijn’, vervolgt Eric Vermetten hardop denkend, ‘als in Nederland een groot telecombedrijf of een beeldbepalende supermarktketen zich zou verbinden aan zo’n charity voor veteranen?’ Op die wijze zouden er meer contactmomenten komen tussen de maatschappij en veteranen en kan de zo belangrijke erkenning en waardering verder gestalte worden gegeven. Een dergelijk initiatief zou, naast wat de overheid doet of initieert, bijvoorbeeld ook kansen bieden als het gaat om de nieuwe groep van Afghanistan-veteranen: ‘Dat zijn nu vaak vroege dertigers, ze hebben een gezin en kleine kinderen, hoe kunnen we op deze groep inspelen, wat hebben deze mensen nodig? Daar kan ook zo’n particulier initiatief een rol in spelen.’

 

‘We moeten de veteraan zien als een loyale, sterke en competente burger, dat is heel erg belangrijk’, aldus Vermetten. Hij verzet zich sterk tegen het onterechte beeld van ‘wandelende tijdbommen’ dat in de media nog wel eens is gehanteerd: ‘Met tachtig procent van de veteranen gaat het zondermeer goed, velen hebben hun missie of missies als een verrijkende persoonlijke ervaring beleefd, en voor degenen voor wie dat in meerdere of mindere mate in psychische of psychosociale zin niet geldt, hebben we zorg van het LZV.’

 

Knelpunten en nieuwe ontwikkelingen

 

Veel gaat inmiddels naar wens in de veteranenzorg, maar er blijven eveneens lastige punten. Dat maakt ook het internationale congres des te relevanter. Vermetten: ‘Net als elders in Europa nemen we waar dat onze evidence-based behandelvormen niet altijd maximaal renderen, dat moeten we verder onderzoeken: misschien is een veteraan een persoon die je op een andere manier moet engageren en ook op een andere manier moet betrekken in het zorgconcept.’ En dan zijn er de zorgmijders: ‘Kennen we het ecosysteem van de zorgmijdende veteranen voldoende, inclusief de Facebook-pagina’s die je ziet of waarover je hoort?’

 

Naast de lastige punten en uitdagingen zijn er de snelle ontwikkelingen: ‘Er verandert erg veel en in een hoog tempo.’ Zoals waar het gaat om de effecten van nieuwe technologie. Eric Vermetten: ‘De autonomie van het individu en de patiënt wordt de laatste jaren veel meer benadrukt; vroeger ging je naar een hulpverlener en die wist alles, nu weet je smartphone alles en dat verandert de positie van de zorgconsument – dus ook van de zorgvragende veteraan – en verandert de inrichting van de zorg.’ Hij geeft een voorbeeld van wat de nieuwe communicatiemogelijkheden in de praktijk betekenen. ‘Ik was net op de parkeerplaats toen een patiënt van mij appte dat hij op de luchthaven Schiphol bij de security in de rij stond. Voor hem door zijn problematiek een heel moeilijk moment. Ik kan via de app met mijn telefoon een berichtje terugsturen. Deze vorm van communicatie, die heus niet specifiek is voor de veteranenzorg, moeten we zeker niet uit de weg gaan.’ In de toekomst zal het ‘face to face’-contact vanzelfsprekend belangrijk blijven, zo stipuleert Vermetten. Maar als het gaat om (snelle) communicatie of allerlei nieuwe ‘E-health’-mogelijkheden met smartmonitoring of digitale coaching voor veteranen, maar ook meting van slaap en het bijhouden van relevante gezondheidsgegevens, zal er veel gaan verschuiven in de relatie tussen de veteraan en de zorg.

 

Schuld en schaamte

 

Tijdens het driedaagse internationale congres van het LZV over veteranenzorg is er aandacht voor de rol van de familie en geven experts hun visie op thema’s die bij hen spelen, zoals de grote problematiek van suïcide, en de populariteit en ook chroniciteit van PTSS. Tevens komen veteranen en hun partners zelf aan het woord. Ook is er veel aandacht voor innovatie, met name in een carrousel met vier-minuten-pitches over zorg en onderzoek op de derde congresdag. In een van de keynote-bijdragen staat de betrekkelijk nieuwe en zeker actuele term ‘moral injuries’ op de agenda. ‘Chroniciteit van psychische klachten bij veteranen kan ook worden veroorzaakt door sterke gevoelens van schuld en schaamte’, zo licht Eric Vermetten het begrip morele verwonding toe. ‘Hoe “verontschuldigt” iemand zich die met een existentiële problematiek worstelt omdat hij tijdens zijn missie een kind heeft gedood of denkt een onschuldige burger te hebben neergeschoten, of die heeft nagelaten onverkwikkelijke dingen te rapporteren uit angst of nalatigheid, of die worstelt met de morele vraag of de missie in Afghanistan de dood of ernstige verwonding van zijn buddy waard was? Is dat vooral een denominatie-gerelateerde problematiek, iets voor de geestelijk verzorger en moet de betrokkene een pelgrimstocht maken? Of moeten juist wij als psychotherapeuten dit oppakken? We weten het nog niet precies. Ik ben dan ook zeer benieuwd naar de gedachtewisseling hierover tijdens het congres.’

 

Wanneer is het congres Veterans Health Care, Leaving No One Behind geslaagd? ‘Als er een goede kennisuitwisseling is en mensen met elkaar in dialoog gaan’, aldus Vermetten vanuit zijn rol als hoofd van het wetenschappelijk onderzoeksprogramma van het Landelijk Zorgsysteem voor Veteranen. ‘Ik denk ook dat het internationale samenzijn geslaagd is als we kunnen zien dat het leidt tot initiatieven om het zorgproces voor veteranen nóg wat beter te organiseren en de gesignaleerde lastige therapeutische punten aan te pakken. En als ik kijk naar de wat langere termijn hoop ik dat na het congres het gesprek volop verdergaat en ons initiatief wordt opgevolgd door een initiatief voor een volgend congres in een ander land.’

Referentie: 
Rein Bijkerk | 2018
In: Impact magazine: over de psychosociale gevolgen van ingrijpende gebeurtenissen, ISSN 2543-2591 | [2] | 1 | april | 4-6
https://oorlog.arq.org/impact-magazine-2018-no-1
Trefwoorden: 
e-health, Geestelijke gezondheidszorg, moraal, Posttraumatic Stress Disorder (PTSD), Posttraumatische Stressstoornis (PTSS), psychotherapeuten, PTSD (nl), PTSS, schaamte, schuldgevoelens, veteranen