In het spoor van de eikenprocessierups : gaan de wolven ons inhalen?

Op 22 juli 2019 kopte het Algemeen Dagblad: ‘Wie durft nog zorgeloos door het bos te banjeren?’ Naast de teek moesten mensen nu ook voorzichtig zijn voor de reuzenteek, het ‘dracula’ draaigatje (een mier), de rode vuurmier en de wolf, die alleen bij drs. P ook mensen eet. Ook andere invasieve exoten roepen vrees op, zoals de gewone Aziatische hoornaar (‘killer bee’), de Aziatische reuzenhoornaar (‘murder hornet’), de tijgermug, de wasbeer en de voor mensen met hooikoorts zeer irritante en lastige Alsemambrosia-plant.

 

De exoot die over de laatste dertig jaar de meeste aandacht kreeg, is de eikenprocessie-rups die in 2019 een topjaar beleefde met een verdrievoudiging ten opzichte van eerdere jaren. De eikenprocessierups komt inmiddels in het hele land voor, behalve in de kuststrook, dat het domein is van de bastaardsatijnrups. De eikenprocessierups is de larve van een onschuldige nachtvlinder. Eitjes worden eind augustus/begin september in pakketjes afgezet op de jonge loten in de toppen van voornamelijk eikenbomen en als die eitjes vanaf half april uitkomen lopen de nog jonge rupsen in de weken erna achter elkaar (‘in processie’) op zoek naar jonge eikenblaadjes. Vanaf het derde larvestadium (mei-juli) verschijnen, naast de normale beharing, brandharen, gemiddeld 700.000 per rups (zie onderstaand kader). Contact met die haren geeft bij mensen (en dieren) gezondheidsklachten, zoals jeuk, huiduitslag en irritatie van luchtwegen en ogen. Het plaagdier komt ieder jaar terug, in steeds grotere aantallen en over een steeds groter gebied. Waar het voorheen vooral om regionale overlast ging, werd het bestrijden van de rups in 2019 een landelijk probleem.

 

In dit hoofdstuk gaan wij na hoe het in de loop der jaren zover heeft kunnen komen. Daarbij maken wij gebruik van wetenschappelijke literatuur en berichten in de media. We richten ons vooral op de gezondheidsdreiging die uitgaat van de nagenoeg onzichtbare brandharen. Vanuit een crisismanagementperspectief beschrijven wij de opkomst van de eikenprocessierups als een waarschuwing om minder naïef en afwachtend met dreigingen van opkomende exoten om te gaan.

Referentie: 
Jans H, IJzermans J, Dückers M. | 2020
In: Duin, van M, Wijkhuijs V. Lessen uit crises en (mini-)crises 2019. | 147-166 | Den Haag : Boom uitgevers
http://postprint.nivel.nl/PPpp1003970.pdf
Trefwoorden: 
crises, crisismanagement, natuurrampen
Affiliatie auteur(s):