Het dilemma van het existentieel getraumatiseerd zijn
In de loop der naoorlogse jaren is het duidelijk geworden dat de gedachtenvorming over het in de oorlogsjaren existentieel getraumatiseerd zijn en de diverse implicaties daarvan bijzonder moeilijk is en in hoge mate wordt beïnvloed, bepaald en beperkt door persoonlijke ervaringen en inzichten van de onderzoekers. Verschillende nare en betreurenswaardige meningsverschillen en misverstanden van maatschappelijke, wetenschappelijke en persoonlijke aard waren en zijn daarvan helaas het gevolg. Niet alleen veel existentieel getraumatiseerde mensen worstelen met hun problemen, maar ook degenen aan wie zij hulp en steun vragen, hun behandelaars, hun medeburgers, alsmede vele beleidsmakers en trendsetters worstelen op hun wijze met deze zaken.
Een Ieder die schrijft of spreekt over deze materie doet dit nagenoeg onontkoombaar mede en soms vooral vanuit de eigen geschiedenis en vanuit de eigen levenssituatie, de eigen existentie. Daarom zou iedere onderzoeker, spreker of schrijver ter zake, naast een aanduiding en verantwoording van zijn methode en optiek, aan zijn beschouwingen een korte persoonlijke preambule moeten laten voorafgaan. Ikzelf maakte de Tweede Wereldoorlog mee van mijn tweeëntwintigste tot mijn zevenentwintigste jaar. Enerzijds was ik oud genoeg en er persoonlijk voldoende bij betrokken om veel van het gebeurde diep gevoelsmatig en levensecht te kennen, en anderzijds kon ik voldoende distantie bewaren om niet al te zeer te hoeven afweren. Voorts maakte ik, in zeven praktijkjaren als huisarts en 35 praktijkjaren als psychiater, velen intensief en van nabij mede die door oorlog en verzet, als vervolgde en gevangene, existentieel getraumatiseerd waren. Bovendien zag ik vele andere mensen die in andere situaties existentieel getroffen waren. Na frequent en op diverse wijzen te zijn geconfronteerd met existentieel getraumatiseerde mensen, kwam ik tot het inzicht dat ik voor een juiste visie mijn denken en mijn wetenschappelijke opvattingen behoorde te herschikken en herzien. Ik kreeg de stellige indruk dat de gebruikelijke en gevestigde psychiatrische theorieën en denkkaders essentieel te kort schoten en ik kreeg ook de indruk dat vele collega-psychiaters dit niet zagen of het daarbij lieten. Hierdoor bleken zij onvoldoende in staat tot een bevredigende gedachtegang hieromtrent te komen. Dit heeft mijns inziens veel toegevoegd leed voor de betrokkenen teweeggebracht. Te velen van hen voelden zich niet begrepen en in de steek gelaten. Velen moesten ervaren er kennelijk ook in de behandelkamer niet echt bij te horen.
Geachte bezoeker,
De informatie die u nu opvraagt, kan door psychotraumanet niet aan u worden getoond. Dit kan verschillende redenen hebben,
waarvan (bescherming van het) auteursrecht de meeste voorkomende is. Wanneer het mogelijk is om u door te verwijzen naar de bron
van deze informatie, dan ziet u hier onder een link naar die plek.
Als er geen link staat, kunt u contact opnemen met de bibliotheek,
die u verder op weg kan helpen.
Met vriendelijke groet,
Het psychotraumanet-team.
In: Veraf en dichtbij : de actualiteit van het traumatisch verleden : symposium bij het afscheid van prof.dr. J. Bastiaans / red.: J.N. Schreuder en A.J. de Ridder